direct naar inhoud van 3.3 Opzet beheersverordening Cadzand-Bad
Plan: Beheersverordening Cadzand-Bad
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bvcadzandbad13-VG01

3.3 Opzet beheersverordening Cadzand-Bad

3.3.1 Algemeen

Uitgangspunten

De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • behoud van het bestaande legale gebruik;
  • gebruik van en aansluiten op de geldende regelingen (zie paragraaf 1.3) voor gronden binnen het verordeningsgebied Beheersverordening Cadzand-Bad;
  • goed beheren van de bestaande situatie.

Behoud van het bestaand gebruik

In het plangebied zijn voornamelijk recreatiewoningen, woningen, hotels, restaurants, andere (horeca)bedrijven (waaronder verhuur- en makelaarskantoren) en winkels aanwezig. Deze functies worden als feitelijk bestaand gebruik aangemerkt, mits legaal aanwezig. De geldende plankaarten en regels vormen het uitgangspunt voor zowel de bestaande als de toegestane situatie, deze zijn als bijlage opgenomen. Verder zijn gebiedsregels opgenomen voor de waterkering, landschap en natuur.

Regeling sluit aan op regelingen in geldende bestemmingsplannen

Met de beheersverordening worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen voor het gebied voor zover mogelijk gecontinueerd. Het is niet mogelijk om in een beheersverordening de in de bestemmingsplannen opgenomen uit te werken bestemmingen of wijzigingsbevoegdheden op te nemen. In het bestemmingsplan Cadzand - Bad was een uit te werken bestemming opgenomen, deze is inmiddels uitgewerkt, zodat hier geen feitelijk andere planologische situatie zal ontstaan. Het ontbreken van wijzigingsbevoegdheden in de beheersverordening kan, voor de daarmee beoogde ontwikkelingen, worden ondervangen door de eerder genoemde mogelijkheden als een afwijking van de beheersverordening of een nieuw bestemmingsplan.

Goed beheren van de bestaande situatie

Het beheer van de bestaande situatie vormt de basis van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden. De bestaande kwaliteit van het gebied wordt zo behouden.

Deze verordening regelt dit uitgangspunt door te bepalen dat zowel qua gebruik als qua bouwen de bestaande legale situatie ook de toegestane situatie is. De bestaande situatie bestaat uit gebruik en bouwen.

  • Het bestaande gebruik is in hoofdzaak een woon- en recreatiegebied met verspreid liggende andere functies en voorzieningen.
  • Het bouwen (bestaande bouwwerken) omvat bouwwerken die conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd (ofwel vergunningvrij, ofwel op basis van een vergunning), of nog legaal kunnen worden gebouwd (op grond van een nog niet benutte vergunning).

Bij de aanvraag om omgevingsvergunningen en in handhavingszaken kan de bestaande situatie door middel van de volgende bronnen worden geraadpleegd:

  • overzicht afwijkend gebruik ten opzichte van het bestemmingsplan;
  • archief omgevings- en bouwvergunningen;
  • luchtfoto.

Luchtfoto

Een recente luchtfoto (maart/april 2012) van het verordeningsgebied is als bijlage 1 toegevoegd, zodat inzicht bestaat in de feitelijke gebouwde situatie.

3.3.2 Opzet van de juridische regeling

Onderdelen en opzet van de beheersverordening

De beheersverordening bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. de verbeelding;
  • 2. de regels (vier hoofdstukken).

Verbeelding

Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van een digitaal bestand. Op deze ondergrond zijn op basis van de bestaande situatie besluitvlakken getekend waarmee is aangegeven welke functie ter plaatse geldt.

De besluitvlakken op de verbeelding corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Gebiedsregels).

De regels

De regels bestaan uit vier hoofdstukken.

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1 van de regels bevat de begripsbepalingen (artikel 1). Deze bepalingen zijn noodzakelijk voor een juiste interpretatie van de regels.

Daarnaast blijven de bestemmingsplanregels, inclusief de daarin opgenomen begripsbepalingen, van toepassing.

Hoofdstuk 2

In hoofdstuk 2 zijn de gebiedsregels ofwel de gebruiks- en bouwregels voor de besluitvlakken opgenomen. In deze bepalingen is het toelaatbare gebruik van gronden en bouwwerken aangegeven en is een bepaling inzake het bouwen opgenomen.

  • Het bestaande legale gebruik mag worden voortgezet. Voor de verschillende bestaande functies is een verwijzing opgenomen naar de geldende bestemmingsregels. Voor de functies 'Landschap', 'Natuur', 'Waterstaat - Waterkering' en 'Vrijwaringszone - Dijk' zijn afzonderlijke gebiedsregels opgenomen.
  • In aanvulling op de bepaling inzake bestaand gebruik wordt ook voor de afzonderlijke gebruiksvormen aangesloten bij de bepalingen die de planologische ruimte uit de geldende bestemmingsregelingen zoveel mogelijk continueert. In deze beheersverordening wordt uitgegaan van bestaand gebruik in 'ruime zin'. Dit betekent dat de beperkte flexibiliteit op basis van de afwijkingsregels van het geldend planologisch regime behouden blijft.

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 omvat algemene bepalingen die voor het gehele gebied van toepassing zijn: de anti-dubbeltelregel.

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4 omvat de overgangs- en slotbepalingen. In het laatste artikel is de naam van deze beheersverordening opgenomen: 'Beheersverordening Cadzand-Bad'.