direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Marklandcollege, Zevenbergen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.Marklandcollege-0301

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. educatieve voorzieningen;
  • b. sociaal-medische voorzieningen;
  • c. sociaal-culturele voorzieningen;
  • d. levensbeschouwelijke voorzieningen;
  • e. zorgverlenende voorzieningen;
  • f. religieuze voorzieningen;
  • g. onderwijsvoorzieningen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;


alsmede voor;

  • i. horecavoorzieningen conform horeca I, zoals omschreven in artikel 1.23, uitsluitend ten dienste van en ondergeschikt aan bovengenoemde voorzieningen;


met de daarbij behorende;

  • j. groenvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen met behorende voorzieningen, taluds, beschoeiingen, dammen, kades en steigers;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden uitsluitend gebouwd in het bouwvlak waarbij het bouwvlak volledig bebouwd mag worden;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² per bouwperceel en een goothoogte van ten hoogste 3 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' is een overbouwing over de ter plaatse aanwezige waterloop toegestaan;
  • e. het verkoopvloeroppervlak van een ondergeschikte horecavoorziening mag niet meer bedragen dan 35 m².

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van erfafscheidingen mag voor de bebouwingsgrenzen en voor de voorste begrenzing van het bebouwingsvlak, die als voorgevelrooilijn worden aangemerkt, niet meer dan 1 m bedragen en achter deze bebouwingsgrenzen niet meer dan 2 m.
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 8 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.