direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Kern Zevenbergschen Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.7bergschenhoek18-0401

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen en aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': het wonen in gestapelde woningen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1': tevens voor bedrijven uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-6': tevens voor een bedrijf met SBI-code 45 uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens voor detailhandel en dienstverlening;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens voor dienstverlening;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens voor horeca uit ten hoogste categorie 'horeca 1';
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoor;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens voor maatschappelijke voorzieningen';
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': tevens voor een rijksmonument;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

14.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang te worden vrijgehouden met een minimale vrije hoogte van 3 m.

14.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' worden uitsluitend gestapelde woningen gebouwd;
  • d. het bestaande aantal woningen en bouwlagen per bouwvlak mag niet worden uitgebreid;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

14.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,35 m;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • f. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen gelegen buiten het bouwvlak, tezamen met het oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 50% van het erf met een maximum van 90 m².

14.2.4 Garages

Ter plaatse van de aanduiding 'garages' mogen uitsluitend garages worden gebouwd, waarbij per garage geldt dat:

  • a. de oppervlakte ten hoogste 25 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt.

14.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op minder dan 1 m afstand van openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte niet is toegestaan.

14.4 Afwijkingsbevoegdheid mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 14.3voor het toestaan van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².