direct naar inhoud van Artikel 10 Water
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen Steenwijkerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.VerblijfsrecBP01-VA01

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds;
  • b. jachthavens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • c. stalling en opslag van boten, botenhuizen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - botenhuis';
  • d. watersportvoorzieningen;
  • e. bruggen;
  • f. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 21.2.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen;

  • a. geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van botenhuizen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - botenhuis',
  • b. verder uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
    met inachtneming van de volgende regels (artikel 10.2.2 en 10.2.3).
10.2.2 Botenhuizen

Voor het bouwen van boothuizen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 meter;
  • c. de kap van een botenhuis bedraagt minimaal 30° en maximaal 60°.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
    • 1. verkeerstekens;
    • 2. bruggen;
    • 3. steigers, botenhellingen en hijswerktuigen, uitsluitend binnen de aanduidingen ‘specifieke vorm van recreatie – botenhuis’ en ‘jachthaven’;
    • 4. vlaggenmasten en verlichtingsmasten, uitsluitend binnen de aanduidingen ‘specifieke vorm van recreatie – botenhuis’ en ‘jachthaven’
    • 5. oeverbeschoeiingen en kademuren.
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 6,00 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van steigers maximaal 1,00 meter bedraagt en de bouwhoogte van verlichtingsmasten maximaal 2,00 meter bedraagt.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2, onder c, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat het vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:

  • a. het afmeren van en het innemen van een ligplaats met een vaartuig buiten de aanduidingen ‘specifieke vorm van recreatie – botenhuis’ en ‘jachthaven’;
  • b. recreatief nachtverblijf.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van watergangen.
10.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 10.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
10.5.3 Toetsingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 10.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

10.5.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.