Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Steenwijk - De Meenthehof
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1708.STWDeMeentehofBP01-VA01

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving
 
 4.1.1 Algemeen
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.       maatschappelijke voorzieningen;
b.       maatschappelijke dienstverlening
c.       gezondheidszorg;
d.       openbare dienstverlening;
e.       welzijnsinstelling;
f.        zorginstelling;
g.       groenvoorzieningen;
h.       bebouwde en onbebouwde parkeervoorzieningen.
 
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Algemeen
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
a.       gebouwen ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde bestemming;
b.       de daarbij behorende bijgebouwen;
c.       de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde
.
 
4.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
a.       binnen het bouwvlak mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
b.       het bouwvlak wordt voor maximaal 100% bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt;
c.       de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
d.       de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangeduide maximale bouwhoogte;
e.       voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 4.2.3.
 
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bbouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.       binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde en carports worden gebouwd;
b.       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 5,00 meter, met uitzondering van:
1.       erfafscheidingen met een open constructie, waarvan de bouwhoogte maximaal 3,50 meter bedraagt;
2.       lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8,00 meter bedraagt.
 
4.3 Nadere eisen
 
4.3.1 Onderwerpen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
a.       de situering, de oppervlakte en de hoogte van de bebouwing;
b.       het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
c.       de aard, situering en oppervlakte van verhardingen;
d.       voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing
.
4.3.2 Toepassingscriteria
De in artikel 4.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
a.        het stedenbouwkundig beeld;
b.        de landschappelijke inpassing;
c.        een goede parkeerbalans;
d.        de verkeerssituatie;
e.        de milieusituatie;
f.         de sociale veiligheid;
g.        verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
h.        de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
i.         instandhouding van omliggende waarden.