direct naar inhoud van 3.2 Toekomstige inrichting natuurgebied
Plan: Buitengebied - Landinrichting Wetering-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.BGBWeteringWest-VA01

3.2 Toekomstige inrichting natuurgebied

Het gebied Wetering West zal worden ingericht als natuurgebied met nevenfunctie waterberging. In totaal zal 149 ha natte natuur (open water, moeras, half natuurlijk grasland) worden gerealiseerd met de mogelijkheid van bruto 1 miljoen m3 (nood)waterberging. Volgens het inrichtingsplan voor Wetering West zijn in dit gebied onderstaande maatregelen gepland:

  • Afgraven van de voedselrijke toplaag (0,30 m) in het hele gebied.
  • De aanleg van een droge bufferstrook (anti-muggen) aan de oostzijde van het plangebied met een brede diepe sloot.
  • Ten zuiden van de Rietweg een vrij liggend fietspad naar het zuiden. Het ophogen van een deel van de Rietweg (wordt kade).
  • Het graven van open water.

Op waterhuishuishoudkundig gebied worden de volgende maatregelen getroffen:

  • Om de natuurdoelen te kunnen realiseren moet het waterpeil in het gebied worden verhoogd. Het moeras krijgt een flexibel peilbeheer, waarbij zo min mogelijk water wordt ingelaten of uitgemalen.
  • Direct ten westen van de bestaande bebouwing wordt een buffersloot aangelegd. De buffersloot heeft als doel de effecten van de vernatting in de nieuwe natuur op de omgeving tegen te gaan en de huidige grondwaterstanden ter plaatse van de weg en woningen te handhaven.
  • Tijdens waterberging wordt het peil in het waterbergingsgebied opgezet tot maximaal NAP -0,63 m.
  • De huidige hoofdwatergang op de noord- en westgrens van het gebied wordt vooralsnog gehandhaafd op het huidige waterpeil van NAP -3,1 m. Pas als het gebied ten westen van Wetering West (Noordmanen) ook wordt ingericht (bestaande natuur) kunnen de waterpeilen in deze sloten eveneens worden aangepast. Mogelijk kunnen ze geheel in functie komen te vervallen, maar dit is afhankelijk van de toelaatbare waterpeilen in het gebied ten noordoosten van Nederland.
  • Rondom het dynamisch moeras worden boezemkades aangelegd.
  • De Rietweg loopt door het plangebied, belemmert de goede werking van de waterberging en moet tijdens waterberging berijdbaar blijven. De weg wordt daarom opgehoogd tot NAP +0,10 m en voorzien van een duiker. Aan de westelijke rand van het plangebied ter plaatse van de Rietweg wordt een fauna-passage gemaakt met doorlopende oevers langs de watergang onder de weg door.
  • In het oosten van het gebied, in de bufferstrook, wordt een brede buffersloot gegraven om negatieve effecten ter plaatse van de weg en woningen te voorkomen. De sloot wordt door de veenlaag heen gegraven. Deze buffersloot ligt tussen de boezemkade van het kanaal Wetering en de peilscheiding (van de nieuwe natuur en de noodwaterberging) en behoudt tijdens waterberging zijn functie als kwel-sloot.
  • Waterinlaat voor het dynamisch moeras kan plaatsvinden vanuit het kanaal Wetering (bij de inlaat voor waterberging. Uitlaat vindt plaats via een stuw (tevens uitlaat voor de waterberging) aan noordzijde naar de aanwezige bestaande hoofdwatergang die afwatert op het gemaal Wetering. Voor de in- en uitlaat van water tijdens waterberging zijn enkele kunstwerken noodzakelijk.
  • Een inlaatwerk wordt gerealiseerd ten noorden van de Rietweg. Het inlaatwerk zal bestaan uit een inlaatstuw. Om de Wetering te verbinden met het inlaatpunt wordt een nieuwe watergang aangelegd.
  • Een uitlaat voor de waterberging wordt aangelegd in de nieuw te realiseren kade tussen het moeras en de hoofdwatergang in het noorden van het gebied. Hier wordt een stuw gerealiseerd.
  • Om de waterberging ten noorden en ten zuiden van de Rietweg met elkaar te verbinden, wordt de Rietweg opgehoogd tot NAP +0.10 m en een duiker onder de Rietweg aangelegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1708.BGBWeteringWest-VA01_0005.jpg"

Afbeelding 5. Inrichting natuurgebied Wetering West.