Plan: | Buitengebied - Landinrichting Wetering-West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.BGBWeteringWest-VA01 |
Het gebied Wetering West maakt deel uit van een jong veenontginningsgebied (grootschalig open landbouwgebied), grenzend aan de kernen Steenwijk en Giethoorn in het oosten en de natuurgebieden Wieden en Weerribben in het westen. Het gebied bestaat uit verschillende diepe polders, waaronder de polders Giethoorn, Halfweg, Gelderingen en Wetering Oost en West, die door veenontginningen zijn ontstaan. In deze polders, die pas in de jaren 1928-1962 zijn ontgonnen, wordt melkveehouderij afgewisseld met akkerbouw.
Openheid, grote boerderijen, strokenverkaveling, vaarten en weteringen zijn kenmerkend. Door en langs de polders lopen vier grotere waterwegen: Steenwijkerdiep, Kanaal Steenwijk-Ossenzijl, Kanaal Beukers-Steenwijk en Wetering. Deze waterwegen worden vooral gebruikt voor de recreatiescheepvaart
De ligging van de watergangen en de overige infrastructuur binnen de polders is op de tekentafel bepaald. De meeste wegen zijn recht en lang en de kavels staan hier loodrecht op. Ook staan de boerderijen veelal op dezelfde afstand van elkaar. Het gebied is zeer weids en open. Deze weidsheid wordt onderbroken door de erfbeplanting rond de boerderijen.
Afbeelding 3. Cultuurhistorische landschapstypen Steenwijkerland (bron: Landschapsontwikkelingsplan Steenwijkerland).
De veenontginningsgebieden in het noordwesten van het deelgebied Scheerwolde kennen een lage archeologische verwachtingswaarde. In het gebied Wetering West is een archeologische bureaustudie en een inventariserend veldonderzoek (IVO) uitgevoerd.
Uit het bureauonderzoek blijkt, dat de bodem in het gebied Wetering West overwegend bestaat uit veengronden, met in het centrale deel een strook poldzolgronden. Uit het aanvullende verkennend booronderzoek blijkt dat een deel van de aanwezige poldzolbodem nog intact is. Voor deze gebieden met een (deels) intacte poldzolbodem wordt vervolgonderzoek in de vorm van een karterend/waarderend booronderzoek aanbevolen.
Het deelgebied Scheerwolde, waar het gebied Wetering West deel van uitmaakt, bestaat vrijwel geheel uit een veenlaag op een fijnzandige ondergrond. In het noordwestelijk deel van het deelgebied Scheerwolde is de veenlaag dikker (1 tot 2 meter). In het oosten en zuiden is deze dunner (< 0,5 m) en komt lokaal het fijne zand zelfs tot aan maaiveld. Op de overgang van veen naar zand komt op veel plaatsen een sterk siltige, humeuze, versmeerde zand- of veenlaag of een sterk humeuze kleilaag voor met een dikte van enkele decimeters. Deze slecht waterdoorlatende laag wordt ook wel Meerbodem of Gyttjalaag genoemd. Waar deze laag ondiep ligt (<1,0 m -mv) ontstaan schijngrondwaterspiegels, door stagnatie van regenwater. De dikte van de holocene veenlaag is weergegeven in afbeelding 4.
Afbeelding 4. Dikte van de holocene veenlaag volgens MIPWA (REGIS II).