Plan: | Fietspad Roekebosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.BGBFietsproekBP-VA01 |
De planregels zijn ondergebracht in vier hoofdstukken. Daarbij dient een vaste volgorde te worden aangehouden:
Artikel 1: Begrippen
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de regels. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van de regels.
Artikel 2: Wijze van meten
In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. De regels inzake de wijze van meten voorkomen interpretatieverschillen bij de toepassing van de regels over maatvoeringen.
Bestemmingsregels
De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn hierin de bouwregels en gebruiksregels opgenomen. In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan onder andere de hoogte, aard, nadere situering en diepte. De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels). Daarnaast komen nadere eisen voor. Met de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen kunnen burgemeester en wethouders bewerkstelligen dat een aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen het bouwwerk op een bepaalde wijze situeert, bijvoorbeeld met het oog op een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid.
Artikel 3: Verkeer
Het fietspad wordt bestemd als 'Verkeer'. Binnen deze bestemming is tevens de naastliggende berm geregeld. Ook een voetpad is toegestaan binnen de bestemming. Op de gronden bestemd als 'Verkeer' mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel zijn hier bouwwerken toegestaan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en bruggen. Deze overige bouwwerken mogen maximaal drie meter hoog zijn. Overkappingen zijn niet toegestaan.
Op grond van het bestemmingsplan kan de 'bouw' (het plaatsen) van lantarenpalen niet verboden worden, omdat deze vergunningsvrij zijn. Bij de uitvoering zal daarom worden overeengekomen dat er geen verlichting geplaatst zal worden langs het fietspad. Daarnaast is in de gebruiksbepaling van de regels een verbod waarin is opgenomen dat straatverlichting niet is toegestaan.
In het bestemmingsplan kan geen verbod voor brommers worden opgenomen. Hiervoor zal een verkeersbesluit worden genomen op grond waarvan het fietspad verboden is voor brommers.
Artikel 4: Leiding
Aan de noordkant kruist het aan te leggen fietspad de ondergrondse gasleiding. De leiding is als dubbelbestemming opgenomen. Door de dubbelbestemming wordt gewaarborgd dat werkzaamheden die nodig zijn voor de aanleg van het fietspad gebeuren in overleg met de leidingbeheerder. Ter bescherming van de leiding is er voor het uitvoeren van werkzaamheden ter plaatse van de leiding een omgevingsvergunning nodig.
Artikel 5: Waarde - archeologie
Een deel van het plangebied ligt in een gebied met hoge archeologische waarde. Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet er veelal een onderzoek worden gedaan. Dit is afhankelijk van de omvang van het gebied waar grondwerkzaamheden worden uitgevoerd en hoe diep in de grond wordt gegraven. Als het gebied kleiner is dan 2.500 m² of de werken en werkzaamheden minder diep uitgevoerd worden dan 50 cm en zonder heiwerkzaamheden geplaatst kunnen worden, is er geen onderzoek nodig. Dit geldt ook als de werkzaamheden onder begeleiding van een archeoloog worden uitgevoerd. Als de uitzonderingen niet van toepassing zijn, dan is een onderzoek. Op grond daarvan wordt beoordeeld of een omgevingsvergunning kan worden verleend voor bouwwerken en/of werken en werkzaamheden.
Artikel 6: Anti-dubbeltelbepaling
De anti-dubbeltelbepaling voorkomt dat dezelfde gronden meerdere keren in aanmerking mogen worden genomen bij het verlenen van (verschillende) bouwvergunningen, waardoor bebouwingsmogelijkheden onbedoeld kunnen worden verruimd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
Artikel 7: Algemene gebruiksregels
In de algemene gebruiksregels wordt aangegeven welk gebruik strijdig is met de bestemming.
Artikel 8: Algemene afwijkingsregels
In de algemene afwijkingsregels is opgenomen dat met een omgevingsvergunning in geringe mate afgeweken kan worden van de maten en bestemmingsgrenzen zoals deze in het plan zijn opgenomen.
Artikel 9 Overgangsrecht
Het overgangsrecht is van toepassing op bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening, conform de daarin opgenomen tekst.
Artikel 10: Slotregel
De slotregel geeft aan hoe de regels van het plan moeten worden aangehaald.