direct naar inhoud van Artikel 5 Kantoor
Plan: Woldmeenthe, 2e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.00003625-VA01

Artikel 5 Kantoor

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Kantoor ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;

met daarbijbehorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. andere-werken;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. parkeer- en groenvoorzieningen;
  • g. erven en terreinen.
5.2 Bouwregels

Op de voor ' Kantoor ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven bouwhoogte.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedragen.
5.3 Ontheffing
5.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 5.2.1 en ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied' toestaan dat gebouwen buiten een bouwvlak worden gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 12 m.
5.3.2 Afwegingskader

De in 5.3.1 genoemde ontheffing wordt slechts verleend indien:

  • a. een verantwoording wordt gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van nabije inrichtingen;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.
5.3.3 Procedure

Voor een besluit tot verlening van ontheffing geldt de in 17.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

5.4 Nadere eisen
5.4.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. de sociale veiligheid.
5.4.2 Procedure

Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de in artikel 17.1 vermelde voorbereidingsprocedure.