Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: wijzigingsplan Buitengebied, wijziging Berg 3 Budel
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1706.WPBG3023-VAST

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen en lichte bedrijvigheid;
  2. een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven.

3.2 Nadere detaillering van de bestemming

 
3.2.1 Aan huis verbonden beroep en lichte bedrijvigheid
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en van lichte bedrijvigheid is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% voor aan huis verbonden beroepen en 50% voor lichte bedrijvigheid van de vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m².
  2. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  3. Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep of de lichte bedrijvigheid.
  4. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past in categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1).
  5. De woonfunctie dient de hoofdfunctie te blijven.
  6. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
3.2.2 Aantal woningen
Per aangeduid bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan. In afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" maximaal het aangegeven aantal woningen toegestaan.
 
3.2.3 Paardenbakken
Binnen de bestemming zijn paardenbakken toegestaan. De oppervlakte van een nieuw op te richten paardenbak mag maximaal 1200 m2 bedragen.
 

3.3 Bouwregels

  
3.3.1 Toegestane bebouwing
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
3.3.2 Maatvoering
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan.
Hierbij geldt dat, indien de bestaande (legale) afstand of goot- of bouwhoogte, voorzover opgericht in overeenstemming met de Woningwet, afwijkt van onderstaande maten, de bestaande afstand respectievelijk goot- of bouwhoogte als minimum/ maximum geldt.
 
BOUWWERKEN ALGEMEEN
MIN.
MAX.
AFSTAND TOT DE ZIJDELINGSE PERCEELSGRENS
3 m; voor bijgebouwen en aan- en bijgebouwen geldt dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens aan maximaal één zijde minder dan 3m mag bedragen.
n.v.t.
 
HOOFDGEBOUW VAN DE WONING
MIN.
MAX.
GOOTHOOGTE
n.v.t.
7 m
BOUWHOOGTE
n.v.t.
10 m
INHOUD
n.v.t.
600 m3 voorzover de bestaande inhoud meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum
DAKHELLING
12º
45º
BIJGEBOUWEN EN AANBOUWEN BIJ WONING
MIN.
MAX.
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING
n.v.t.
90 m2 *)
GOOTHOOGTE
n.v.t.
3 m
BOUWHOOGTE
n.v.t.
5,5 m
AFSTAND BIJGEBOUWEN TOT VOORGEVEL WONING OF VERLENGDE DAARVAN
Min. 3m achter voorgevel woning of verlengde daarvan
n.v.t.
AFSTAND VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN TOT ACHTERGEVEL WONING OF VERLENGDE DAARVAN
n.v.t.
15 m
DAKHELLING
12°
45°
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
MAX.
HOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN
vóór voorgevel woning: 1 m;
overige: 2 m
HOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
2,5 m
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING
30 m2 *)
*) de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tezamen, mag hierbij maximaal 90 m2 bedragen.
 
3.3.3 Herbouw
Herbouw van bestaande woningen is, voorzover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voorzover:
  1. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;
  2. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
  3. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
  4. het aantal woningen mag door de herbouw niet toenemen;
  5. het bepaalde in 3.3.2 wordt in acht genomen.

3.4 Afwijken van de bouwregels

 
3.4.1 Afwijking m.b.t. herbouw
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3.3 onder a. en/of b. en/of c. teneinde herbouw van bestaande woningen op hetzelfde perceel als de te slopen woning te kunnen toestaan buiten de bestaande fundamenten en de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn. Een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  2. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning;
  3. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  4. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
  5. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen en van het perceel zelf niet onevenredig mogen worden beperkt;
  6. er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  7. voldaan wordt aan de (overige) maatvoeringseisen als opgenomen in 3.3.2.

3.5 Specifieke gebruiksregels

 
3.5.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van:
  1. gronden en/of opstallen voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten;
  2. gronden en/of opstallen voor detailhandel;
  3. gronden en/of opstallen voor verblijfsrecreatie;
  4. gronden en/of opstallen ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
  5. aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
3.5.2 Dove gevel
Voor wat betreft de door woningsplitsing ontstane nieuwe woning (rechterzijde) is het gebruik wonen enkel toegestaan als de voorgevel als dove gevel volgens de Wet geluidhinder wordt uitgevoerd.
 

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

 
3.6.1 Afwijking kleinschalig kampeerterrein
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken verlenen van het bepaalde in 3.2.3 teneinde een kleinschalig kampeerterrein en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. de nevenactiviteit is niet toegestaan binnen de aanduiding "reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied";
  2. het bouwperceel, waarvoor de ontheffing wordt verleend, mag niet minder dan 3000 m2 bedragen;
  3. kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan op gronden gelegen binnen het bestemmingsvlak;
  4. slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, toercaravans e.d.); chalets, trekkershutten en stacaravans zijn niet toegestaan; groepsaccommodatie is uitsluitend toegestaan in bestaande bedrijfsgebouwen, die zijn gelegen in een bebouwingsconcentratie;
  5. maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan, met een maximaal oppervlak van 750 m²;
  6. gebouwde voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bestemmingsvlak;
  7. ten behoeve van kleinschalig kamperen is een oppervlakte aan bijgebouwen toegestaan van maximaal 50 m2, die niet wordt meegerekend voor de overigens toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van maximaal 90 m2;
  8. de voorzieningen worden, voorzover dat redelijkerwijs mogelijk is, gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing, of anders aansluitend aan de bestaande bebouwing;
  9. gebruik voor een kleinschalig kampeerterrein is uitsluitend toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  10. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; dit dient te worden aangetoond middels een beplantingsplan;
  11. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  12. de belangen van omwonenden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  13. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  14. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  15. er mogen geen risico's bestaan vanuit het oogpunt van externe veiligheid, en er mag geen sprake zijn van situering binnen zakelijke rechtstroken.
3.6.2 Afwijking afhankelijke woonruimte
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1. onder e., en toestaan dat een aan- of uitbouw of bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
  1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of meer aaneengebouwde aan- of uitbouwen en/of bijgebouwen;
  4. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 90 m2;
  5. het bijgebouw is gelegen op een maximale afstand van 30 m van het hoofdgebouw;

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

 
3.7.1 Wijzigingsbevoegdheid t.b.v. trekkershutten
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat op een perceel maximaal 3 trekkershutten kunnen worden toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. Het plaatsen van trekkershutten is uitsluitend toegestaan op een perceel met een oppervlakte van minimaal 3000 m²;
  2. De oppervlakte van de trekkershutten wordt niet meegerekend bij de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen als bedoeld in 7.3.2;
  3. de wijziging is niet toegestaan binnen de aanduiding "reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied";
  4. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  5. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  6. de belangen van omwonenden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  7. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  8. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  9. er mogen geen risico's bestaan vanuit het oogpunt van externe veiligheid, en er mag geen sprake zijn van situering binnen zakelijke rechtstroken.