Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerreinen De Rondven en Den Engelsman
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1706.BPMHZ5003-VAS1

Artikel 12 Waarde - Archeologie 2

 
12.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Waarde – Archeologie-2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
 
12.2 Bouwregels
  1. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, indien ten behoeve van het bouwen: de bodem over meer dan 5.000 m2 wordt verstoord met een diepte van meer dan 0,5 m, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
  2. Indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties;
  3. het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing ter plaatse van het bouwvlak en de bestemmingsvlakken van de bestemmingen ‘Bedrijventerrein- 1’ of 'Bedrijventerrein - 2;
  4. een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
12.3.1 Werken en werkzaamheden
  1. Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking met een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    1. grondbewerking, ontgraven, egaliseren, frezen, aanleg of rooien van bos of diepwortelende beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    2. het slopen van bouwwerken;
  2. indien bij de onder a genoemde werkzaamheden de bodem over meer dan 5.000 m2 wordt verstoord met een diepte van meer dan 0,5 m, dient bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
  3. Indien uit het in sub b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties;
  4. Het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing ter plaatse van het bouwvlak en de bestemmingsvlakken van de bestemmingen ‘Bedrijventerrein- 1’ of 'Bedrijventerrein - 2;
  5. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder sub a kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
12.3.2 Uitzonderingen
Het in lid artikel 12.3.1 sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  3. binnen het bouwvlak of de bestemmingsvlakken van de bestemmingen ‘Bedrijventerrein- 1’ of 'Bedrijventerrein - 2’ plaatsvinden.