Plan: | Duurzaam Industriepark Cranendonck |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPDIC7501-VAST |
het bestemmingsplan Duurzaam Industriepark Cranendonck met identificatienummer NL.IMRO.1706.BPDIC7501-VAST van de gemeente Cranendonck;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een commissie van minimaal 3 ter zake kundige personen die bestuurlijk en functioneel onafhankelijk zijn van de gemeente Cranendonck, de Provincie Noord-Brabant en de zinkfabrieken en die tot doel heeft een adviserende rol te hebben bij het toelaten van nieuwe bedrijven waarbij het advies specifiek betrekking heeft op de vraag of het nieuwe bedrijf ten aanzien van de symbiose en synergie en het thema van vernieuwing en innovatie/duurzaamheid passend is binnen het concept van het Bedrijventerrein DIC;
afwijken als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de grenslijnen, waarbinnen de gebouwen overeenkomstig de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
een opgenomen getal dat het percentage van een bouw- of bestemmingsvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een bedrijventerrein dat wordt ontwikkeld als duurzaam industriepark in de kennis-, innovatie- en maakindustrie en kennisinstellingen, onderzoekscentra of onderwijsvoorziening gelieerd aan de kennis- en maakindustrie, waar de circulaire economie vorm krijgt door uiteenlopende vormen van onderlinge synergie en symbiose tussen de gevestigde bedrijven en/of de zinkfabrieken;
gebouw met een kantoor-, cel-, industrie-, sport- of logiesfunctie als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
een groep van onroerende zaken en landschappelijke en/of stedenbouwkundige elementen die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel zijn wetenschappelijke en/of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten dan wel beeldbepalende zaken bevinden, die geregistreerd zijn op de rijks- of gemeentelijke monumentenlijst dan wel op de lijst van beeldbepalende zaken.
Deze status is een erkenning van het bijzondere cultuurhistorische karakter van een gebied.
Doorgaans bestaat dit karakter uit een samenspel van de stedenbouwkundige structuur, het aanzien van de bebouwing en de wijze waarop grond en gebouwen worden benut;
de grens van een bestemmingsvlak;
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, veranderen of vernieuwen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebied met dezelfde oppervlakte gecorrigeerde equivalente bronvermogen;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige waterhuishoudkundige situatie in chemisch en fysisch opzicht;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
gebouw met een onderwijs- of gezondheidszorgfunctie als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
hoogte van het omliggende terrein;
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
een gebouw of onderdeel van een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, werkzaamheden en ten dienste staat van een bedrijf dat op hetzelfde bouwperceel aanwezig is;
niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
het aantal parkeergelegenheden dat per eenheid van een functie moet worden aangelegd;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsvoering waarbij in overwegende mate specifiek goederen en diensten gericht op directe fysieke koppeling worden geleverd aan en/of worden ontvangen van de zinkfabrieken. In verband waarmee in ieder geval wordt verstaan onder:
a. goederen:
b. diensten, niet zijnde algemene facilitaire diensten, ten behoeve van het productieproces:
een bedrijfsvoering waarbij in enige mate specifiek goederen en diensten gericht op directe fysieke koppeling worden geleverd aan en/of worden ontvangen van de zinkfabrieken. In verband waarmee in ieder geval wordt verstaan onder:
a. goederen:
b. diensten, niet zijnde algemene facilitaire diensten, ten behoeve van het productieproces:
een bedrijfsvoering waarbij in overwegende mate specifiek goederen en diensten worden geleverd aan en/of worden ontvangen van andere binnen de bestemming Bedrijventerrein-1 aanwezige bedrijven. In verband waarmee in ieder geval wordt verstaan onder:
a. goederen:
b. diensten, niet zijnde algemene facilitaire diensten, ten behoeve van het productieproces:
een bedrijfsvoering die vernieuwend is en gericht op duurzaamheid, omdat gebruik wordt gemaakt van geavanceerde kennis, innovaties, best beschikbare technieken en schone productie ten behoeve van het volledig circulair maken en verduurzamen van materialen, producten, productieprocessen, procestechnologieën en energie. Hierbij kan bijvoorbeeld sprake zijn van:
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels (infiltratie-)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen;
nabijgelegen bestaande bedrijven die onderdeel uitmaken van het bij Koninklijk Besluit van 19 juli 1990 aangewezen geluidgezoneerd industrieterrein 'Dorplein/Kempenweg' en buiten de plangrens van dit bestemmingsplan vallen;
een bouwwerk ten behoeve van de opvang van zonne-energie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel;
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
peil:
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein DIC, waarbij de navolgende doeleinden zijn toegestaan:
met daarbij behorende:
Daarnaast gelden de volgende bepalingen:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na afweging van de in het geding zijnde belangen waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, nadere eisen te stellen met betrekking tot:
De bevoegdheid als bedoel in artikel 3.3.1 wordt toegepast met het oog op:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken:
Bedrijven als bedoeld in artikel 3.1.1 zijn uitsluitend toegestaan mits wordt aangetoond dat wordt voldaan aan het ter plaatse van toepassing zijnde oppervlakte gecorrigeerde equivalente bronvermogen per geluidkavel zoals dat is weergegeven in figuur 10 te lezen in combinatie met tabel 3 van het akoestisch onderzoek (Herberekening invulling DIC, Adecs infra, 31 mei 2017, kenmerk gc170509.rap/mB/kd), dat als bijlage is toegevoegd aan de toelichting bij het plan.
De oppervlakte gecorrigeerde equivalente bronvermogen wordt bepaald conform de Handreiking meten en rekenen industrielawaai 1999.
Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan het in gebruik nemen van gronden als bouwperceel voor bedrijven als bedoeld in artikel 3.1.1, sub a en b als daarmee het aantal hectaren aan bouwpercelen de 30 hectare gaat overstijgen terwijl ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' in de bestemming 'Verkeer' nog geen nieuwe weg met twee rijstroken is aangelegd en in gebruik is gesteld als openbare weg.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet zijn vermeld in bijlage 1 van deze regels, maar naar aard en omvang van de milieuhinder gelijk kunnen worden gesteld met bedrijven in de reeds genoemde hoofdgroepen SBI-codes, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet voldoen aan het vereiste van artikel 3.1.1 sub a, onder 3, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet voldoen aan het vereiste van artikel 3.1.1 sub a, onder 3, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet voldoen aan het vereiste van artikel 3.1.1 sub a, onder 3, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub a voor de vestiging van bedrijven die niet zijn vermeld in categorie 4.1 tot en met categorie 5.2 van bijlage 1 en niet voldoen aan het vereiste van artikel 3.1.1 sub a, onder 3, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.5.3 sub f ten behoeve van het toelaten van een risicovolle inrichting, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 sub b onder 2 voor bedrijven en instellingen die zijn gericht op onderzoek en ontwikkeling buiten de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - research and development', mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.5.2 voor het in gebruik nemen van gronden als bouwperceel, waarbij het aantal hectaren aan bouwpercelen de 30 hectare gaat overstijgen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen die hoger is of zal worden dan de ter plaatse geldende maximum bouwhoogte voor gebouwen .
Het in artikel 3.7.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de luchtvaart ontstaan of kunnen ontstaan in verband waarmee bij de Inspectie Leefomgeving en Transport of de opvolger van deze instantie schriftelijk advies wordt ingewonnen.
Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 3.6 Wro bevoegd het plan te wijzigen voor het toestaan van een hogere oppervlakte gecorrigeerde equivalente bronvermogen op een geluidkavel dan het bepaalde in artikel 3.5.1 en gelijktijdig de oppervlakte gecorrigeerde equivalente bronvermogen van een andere geluidkavel verlagen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na afweging van de in het geding zijnde belangen waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, nadere eisen te stellen met betrekking tot:
De bevoegdheid als bedoel in artikel 4.3.1 wordt toegepast met het oog op:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - vuilstort' verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.5.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het verblijfsklimaat in verband met de aanwezigheid van een voormalige vuilstort.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 5.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke-, hydrologische en natuurwaarden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder b ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van zendmasten, voor zover dit noodzakelijk is voor een goede werking van de zendmast en vanuit het oogpunt van veiligheid van het vliegverkeer verantwoord is.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen, prevaleert de bestemming 'Leiding - Gas'.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de ondergrondse hogedrukgasleiding tot een maximale bouwhoogte van 5 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 en worden toegestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 8.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen veiligheidsrisico's en geen aantasting van de belangen van de gasleiding ontstaan of kunnen ontstaan in verband waarmee bij de beheerder van de betreffende leiding schriftelijk advies wordt ingewonnen.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een 150 kV hoogspanningsleiding.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de hoogspanningsleiding met een bouwhoogte van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2 en worden toegestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 9.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen veiligheidsrisico's en geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding ontstaan of kunnen ontstaan in verband waarmee bij de beheerder van de betreffende leiding schriftelijk advies wordt ingewonnen.
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het dorpsgezicht in cultuurhistorische, beeldkwalitatieve, bouwkundige of anderszins ruimtelijke zin.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen in afwijking van de andere bestemmingen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd passend binnen het beschermde dorpsgezicht.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na afweging van de in het geding zijnde belangen, nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaatsing, kapvorm, verschijningsvorm, dakhellingen, lineaire afmetingen, oppervlaktematen en inhoudsmaten van de bouwwerken.
De bevoegdheid als bedoel in artikel 10.3.1 wordt toegepast met het oog op het behoud en het herstel van het beschermde dorpsgezicht.
Alvorens nadere eisen te stellen als bedoeld in artikel 10.3.1 wordt bij de welstands- en monumentencommissie advies ingewonnen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2 om bouwwerken, met inachtneming van de voor de andere daar voorkomende bestemmingen en de daarvoor geldende (bouw)regels, toe te staan, mits het beschermde dorpsgezicht en het cultuurhistorische evenwicht niet onevenredig worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wordt bij de welstands- en monumentencommissie advies ingewonnen.
De voor 'Waterstaat - Attentiegebied NNB' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishouding van het daarbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 11.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt het betrokken waterschap gehoord.
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien die werken of werkzaamheden dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen negatief effect hebben op de waterhuishoudkundige situatie van het daarbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de regels aangegeven lijn dan wel tot een ander bouwwerk, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
De voor 'Geluidzone - industrie' aangewezen gronden zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege een industrieterrein op woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1.2 en worden toegestaan dat op grond van de daar voorkomende bestemmingen nieuwe woningen en geluidgevoelige objecten worden gebouwd, mits de geluidbelasting vanwege het industrielawaai niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
Tot een gebruik, strijdig met deze aanduiding, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige terreinen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterberging' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het realiseren en in stand houden van voldoende waterberging.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor de daar voorkomende bestemmingen indien niet minimaal 0,06 m3 waterberging per m2 verharding wordt aangelegd en in stand wordt gehouden.
Inrichtingen zoals genoemd in het Besluit omgevingsrecht, bijlage 1, onderdeel D zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in verband met een risicovolle inrichting (ammoniakopslag).
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen mogen geen gebouwen worden gebouwd die kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid luchthaven Budel' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat tussen de 10-6 risicocontour en de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, als gevolg van de luchtvaartactiviteiten van Luchthaven Budel.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen mogen geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.5.2 voor het bouwen van een woning of een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar gebouw, met dien verstande dat het gebouw:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.5.3 kan slecht worden verleend indien:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in artikel 15.1 genoemde afwijkingen van de bestemmingsregels kunnen worden verleend indien hierdoor:
Er zal sprake zijn van een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige samenhang indien:
Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 3.6 Wro bevoegd de van deze planregels deel uitmakende Staat van Bedrijven (bijlage 1 en 3) te wijzigen door het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en daardoor geen aanwezige bedrijven in een hogere milieucategorie worden gebracht. Voorwaarde is dat het bedrijven zijn zoals bedoeld in artikel 3.1.1, sub a onder 3, advies wordt ingewonnen bij de adviescommissie Bedrijfsvestiging DIC en dat de behoefte wordt aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid luchthaven Budel' te wijzigen, voor zover veranderingen, voor zover een aanpassing van het vliegveld hiertoe aanleiding geeft en daardoor voldaan wordt aan de normen van plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van artikel 19.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 19.1.1 met maximaal 10 %.
Artikel 19.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Duurzaam Industriepark Cranendonck'.