direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Nevelveld 8 Bemmel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.74-OH01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal het aantal woningen, waarbij inwoning is toegestaan, dat is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', tot maximaal drie woningen;
  • b. aan huis verbonden beroepsactiviteiten, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, tot maximaal 50 m2, dan wel het groter bestaand vloeroppervlak, mag worden gebruikt voor de activiteit;
    • 2. degene die de activiteit in de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, uitoefent tevens de bewoner van de woning is;
    • 3. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 4. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden met dien verstande dat horeca niet is toegestaan;
  • c. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. opgericht binnen een bouwperceel;
  • b. goothoogte is maximaal 6 m;
  • c. bouwhoogte is maximaal 10 m;
  • d. inhoud maximaal:
    • 1. woningen in voormalige boerderijen de bestaande inhoud van het totale woongebouw;
    • 2. overige woningen maximaal 750 m3.

Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte per woning maximaal 75 m2;
  • b. de afstand van bijgebouwen tot de woning bedraagt maximaal 20 m;
  • c. bijgebouwen worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m achter de voorgevelrooilijn van de woning;
  • d. goothoogte maximaal 3 m, behoudens ter plaatse van de aanduiding "zone bijgebouwen" waar een bijgebouw is toegestaan met een maximale goothoogte is toegestaan van 5 meter en een maximale bouwhoogte van 6 meter
  • e. ter plaatse van de aanduiding "zone bijgebouwen" is een bijgebouw toegestaan in de vorm van een paardenstal met een oppervlakte van maximaal 250 m2.

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

Lichtmasten zijn niet toegestaan bij paardenbakken.

Herbouw van een woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 verplaatsing van de woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits:

  • a. De woning op maximaal 10 m van de bestaande (voormalige) woning wordt gebouwd, met dien verstande dat een grotere afstand is toegestaan:
    • 1. wanneer in verband met het bepaalde onder b een grotere afstand vereist is;
    • 2. Indien dit gewenst is in verband met het herstel van landschappelijke of cultuurhistorische waarden;
  • b. met betrekking tot wegverkeergeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  • c. er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • f. uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt, dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • g. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 6.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit artikel voor het toestaan dat de woning of een bijgebouw bij de woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. duidelijk is wie de zorgbehoevende is of zorgbehoevenden zijn;
  • c. de bereikbaarheid voor (aanleg van) algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten gewaarborgd blijft;
  • d. de oppervlakte maximaal 75 m2 bedraagt;
  • e. er geen zelfstandige woning ontstaat;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.4.2 Publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit artikel voor het toestaan van een publieksgerichte bedrijfsactiviteit aan huis, mits:

  • a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, tot maximaal 50 m2 wordt gebruikt voor de activiteit;
  • b. degene die de activiteit in de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, uitoefent tevens de bewoner van de woning is;
  • c. er geen activiteiten plaatsvinden die vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • d. geen horeca-activiteiten of detailhandel ontstaan;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • f. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • g. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • h. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.4.3 Paardenbak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit artikel voor het toestaan van één paardenbak, mits:

  • a. de volgende maten in acht worden genomen:
    • 1. minimaal 30 m uit de as van de weg;
    • 2. minimaal 30 m vanaf woningen van derden;
  • b. de oppervlakte maximaal 800 m2 bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van terreinafscheidingen maximaal 2 m bedraagt;

6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in twee woningen, mits:

  • a. de te splitsen woning, met eventueel bestaande voormalige inpandige bedrijfsruimten, een inhoud heeft van minimaal 800 m3;
  • b. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m3;
  • c. de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen en de bijgebouwen niet wordt vergroot;
  • d. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • e. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.