| Plan: | Buitengebied Lingewaard, 2e herziening |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1705.214-VG01 |
Op het plan zijn de begrippen behorende bij het moederplan en de 1e herziening, zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant, van toepassing.
het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.60-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 31 oktober 2013.
het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, 1e herziening" met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.168-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 18 mei 2017;
het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 2e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.1705.214-VG01 van de gemeente Lingewaard;
een aan de ter plaatse aanwezige hoofdfunctie ondergeschikt horecabedrijf dat zich richt op het verstrekken van etenswaren en maaltijden en daartoe overdag en 's avonds geopend is. Tot deze categorie horen onder meer broodjes zaken, cafetaria's, lunchrooms, koffie bars en tearooms, ijs salons en traiteurs.
een afgebakend (agrarische) perceel waarop in maximaal één laag zonnepanelen op een zo compact mogelijke wijze worden geplaatst. De plaatsing leidt niet tot een aantasting van de biodiversiteit van het gebied.
tuin waarin activiteiten worden georganiseerd waarbij de tuin en het buitenleven een wezenlijk onderdeel vormen van de behandeling en therapiesessies met cliënten en de dagbesteding van cliënten.
Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
ter plaatse van de aanduidingen 'wetgevingszone - wijzigingsgebied intensiveringsgebied kassen' en 'wetgevingszone - omgevingsvergunning extensiveringsgebied' zijn kassen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
dit niet plaatsvindt ter plaatse van de aanduidingen 'wetgevingszone - omgevingsvergunning onbebouwd' of 'wetgevingszone - omgevingsvergunning extensiveringsgebied';
Omschakeling van agrarisch bedrijf naar Wonen
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden binnen de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen naar Wonen, mits:
Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
a. aan artikel 4.3 'Afwijken van de bouwregels' wordt toegevoegd:
4.3.6 Zonneakkers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 teneinde zonnepanelen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Hiervoor gelden de regels in artikel 5 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
| (saw-d3) | specifieke vorm van agrarisch met waarden - dijkzone - 3 | zorgtuin | Rijnstraat 43 | Doornenburg |
gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', met uitzondering van het bepaalde onder 5.2.6 ;
Gebouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' zijn uitsluitend toegestaan:
- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' en uitsluitend met de bestaande maatvoering met een uitbreiding van 10% als maximum;
- ter plaatse van de aanduiding 'saw - d3' met een maximale omvang van 100 m2 en bouwhoogte van 4,5 meter, ten dienste van de ter plaatse aanwezige zorgtuin.
5.3.7 Zonneakkers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1.1 teneinde zonnepanelen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. De zonneakker grenst aan een bestemmingsvlak 'Wonen', tenzij er landschappelijk of ruimtelijke aanleiding is hiervan af te wijken;
b. Aangetoond is dat het ondoelmatig is om de zonnepanelen binnen het aanwezige bestemmingsvlak 'Wonen' te realiseren (hetzij op het dakvlak, hetzij via een grondopstelling);
c. Aangetoond is dat de zonnepanelen alleen zijn bestemd om te voorzien in de energiebehoefte van het eigen gebruik;
d. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, waarbij rekening wordt gehouden met de biodiversiteit van het gebied en dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan. In dit plan wordt tevens de feitelijke aanleg, het beheer en de instandhouding van de landschappelijke inpassing verankerd;
e. De zonneakker heeft een totaal oppervlakte van maximaal 250 m²;
f. De bebouwing op de zonneakker, zonnepanelen en constructie, heeft een maximale hoogte van 210 cm, tenzij er landschappelijk of ruimtelijke aanleiding is om slechts een lagere hoogte toe te staan;
g. Zonnepanelen worden op constructies geplaatst, die eenvoudig verwijderd kunnen worden;
h. De toename van het verhard oppervlak door de constructies van de zonnepanelen is gering;
i. De afstand van de zonneakker tot het aangrenzende perceel bedraagt minimaal 2 meter, tenzij het landschappelijk aanvaardbaar is hiervan af te wijken, en met uitzondering van het bepaalde onder 5.3.6 sub a;
k. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
l. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
6.3.7 Zonneakkers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1.1 teneinde zonnepanelen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. De zonneakker grenst aan een bestemmingsvlak 'Wonen', tenzij er landschappelijk of ruimtelijke aanleiding is hiervan af te wijken;
b. Aangetoond is dat het ondoelmatig is om de zonnepanelen binnen het aanwezige bestemmingsvlak 'Wonen' te realiseren (hetzij op het dakvlak, hetzij via een grondopstelling);
c. Aangetoond is dat de zonnepanelen alleen zijn bestemd om te voorzien in de energiebehoefte van het eigen gebruik;
d. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, waarbij rekening wordt gehouden met de biodiversiteit van het gebied en dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan. In dit plan wordt tevens de feitelijke aanleg, het beheer en de instandhouding van de landschappelijke inpassing verankerd;
e. De zonneakker heeft een totaal oppervlakte van maximaal 250 m²;
f. De bebouwing op de zonneakker, zonnepanelen en constructie, heeft een maximale hoogte van 210 cm;
g. Zonnepanelen worden op constructies geplaatst, die eenvoudig verwijderd kunnen worden;
h. De toename van het verhard oppervlak door de constructies van de zonnepanelen is gering;
i. De afstand van de zonneakker tot het aangrenzende perceel bedraagt minimaal 2 meter, tenzij het landschappelijk aanvaardbaar is hiervan af te wijken, en met uitzondering van het bepaalde onder 6.3.6 sub a;
k. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
l. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 .
Hiervoor gelden de regels in artikel 8 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijzigingen:
10.2.1 Gebouwen en overkappingen algemeen
Voor gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
10.2.2 Gebouwen
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte en bebouwde oppervlakte (indien genoemd) van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 13 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 14 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 18 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
De voor Recreatie - visvijver aangewezen gronden zijn bestemd voor extensieve recreatie in de vorm van het uitoefenen van de hengelsportvisserij in de aangrenzende visvijver met de daarbij behorende:
met daaraan ondergeschikt;
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m¹ bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m¹ mag bedragen.
Uitsluitend binnen het bouwvlak is een kantine-facilteit toegestaan met lichte horeca.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met inachtneming van de volgende wijziging:
Hiervoor gelden de regels in artikel 20 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
De voor Water - visvijver aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bijbehorende
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Hiervoor gelden de regels in artikel 23 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2. met inachtneming van de volgende wijzigingen:
| (ph) | paardenhouderij | hobbymatige paardenhouderij met maximaal 7 paarden | Kampsestraat 61 | Doornenburg |
d. Indien binnen het bestemmingsvlak een bouwvlak is opgenomen, dient het hoofdgebouw binnen dit bouwvlak gebouwd te worden.
a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m hoog;
b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m hoog;
c. een overkappingen is uitsluitend ten behoeve van een woning toegestaan. De bouwhoogte bedraagt maximaal 3,5 m en de bebouwde oppervlakte maximaal 30 m2;
d. zonnepanelen 2,10 meter hoog;
e. de aaneengesloten oppervlakte zonnepanelen mag maximaal 250 m2 bedragen;
f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m hoog.
...
Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 32 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 35 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 36 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 37 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 38 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2 met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Ter plaatse van de aanduidingen:
aangeduide gronden gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
Voor de toepassing van deze regels dient daar waar gesproken wordt van:
Hiervoor gelden de regels in artikel 39 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Hiervoor gelden de regels in artikel 40 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 en hoofdstuk 3 van de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Daar waar gronden zowel zijn aangewezen als 'wetgevingszone - wijzigingsgebied intensiveringsgebied' als 'wetgevingszone - omgevingsvergunning extensiveringsgebied', of zowel 'wetgevingszone - wijzigingsgebied reserveconcentratiegebied' als 'wetgevingszone - omgevingsvergunning extensiveringsgebied' prevaleren de bepalingen van de aanduiding 'wetgevingszone - omgevingsvergunning extensiveringsgebied' boven de bepalingen van de 'wetgevingszone - wijzigingsgebied intensiveringsgebied', respectievelijk 'wetgevingszone - wijzigingsgebied reserveconcentratiegebied'.
Hiervoor gelden de overgangsregels in artikel 41 uit het moederplan zoals genoemd in 1.1 en de overgangsregels in artikel 35 uit de 1e herziening zoals genoemd in 1.2.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 2e herziening'.