direct naar inhoud van Artikel 6 Cultuur en ontspanning
Plan: Kom Bemmel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.21-VG01

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning waaronder:
    • 1. podiumkunsten en bioscopen; en/of
    • 2. musea en toeristische attracties; en/of
    • 3. muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra; en/of
    • 4. feestzalenverhuur;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1', een cultureelcentrum;
  • b. ondergeschikte horecavoorzieningen die ten dienste staan van de in sub a bedoelde activiteiten;

met de daarbij behorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. duikers.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub f;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag het vlak volledig worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid;
  • e. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangeduid;
  • f. gebouwen zijn buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden ter plaatse van de aanduiding ‘erf’;
    • 2. de maximale oppervlakte van gebouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' bedraagt 20% van de oppervlakte van de aanduiding 'bouwvlak' per bouwperceel;
    • 3. de minimale afstand tot de bouwperceelgrens bedraagt 3 m¹;
    • 4. de maximale bouwhoogte bedraagt 4 m¹, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in sub d minder bedraagt dan 4 m¹, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m¹ bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m¹ mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m¹ bedragen.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen;
  • b. horeca, met uitzondering van ondergeschikte horecavoorzieningen als bedoeld in 6.1, sub b.