direct naar inhoud van Artikel 14 Overige regels
Plan: Molenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.2BPmolenveld-VA01

Artikel 14 Overige regels

14.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
14.1.1 Wonen

Voor wat betreft de functie wonen moet per woning ten behoeve van parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw behoort. Per woning is hiervoor minimaal 1,8 parkeerplaats te realiseren, waarvan 1 parkeerplaats op eigen terrein bij vrijstaande en twee-aaneen woningen.

14.1.2 Niet-wonen

Voor wat betreft functies anders dan wonen moet, indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein overeenkomstig de in de publicatie 182 'Parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering (CROW, 2008)' opgenomen normen.

14.1.3 Parkeren

De in artikel 14.1.1 en artikel 14.1.2 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

  • a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,5 x 5 m in geval van kops parkeren en 2 x 6 m bij langsparkeren bedragen;
  • b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – ten minste 3, 5 x 6 m bedragen.
14.1.4 Laden en lossen

Indien het gebruik of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, overeenkomstig de publicatie 720 "ASVV - Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom" (CROW, 2004) opgenomen normen.

14.1.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in artikel 14.1.1, artikel 14.1.2, artikel 14.1.3 en artikel 14.1.4 indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel , straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijk-functionele structuur te waarborgen.

14.1.6 Afwijken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1.1, artikel 14.1.2, artikel 14.1.3 en artikel 14.1.4:

  • a. Indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
14.2 a - 24

Ter plaatse van de aanduiding 'a - 24' geldt dat de gronden mede zijn bestemd voor een productiebedrijf van glasvezelversterkte kunststof onderdelen voor het vervaardigen van reddingsvoertuigen.

14.3 a - 25

Ter plaatse van de aanduiding 'a - 25' geldt dat de gronden mede zijn bestemd voor een bedrijf voor het recyclen van organische producten.

14.4 a - 26

Ter plaatse van de aanduiding 'a - 26' geldt dat de gronden mede zijn bestemd voor detailhandel in volumineuze goederen.