direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
Plan: Molenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.2BPmolenveld-VA01

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Karakteristiek

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat de desbetreffende bebouwing karakteristiek is.

10.1.1 Verbod

Het is verboden is om ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de desbetreffende bebouwing te slopen of te laten slopen, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van burgemeester en wethouders, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.

10.1.2 Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 10.1.1 wordt verleend, indien is gebleken dat de belangen van de karakteristieke waarde van de betrokken bebouwing niet afweegt tegen het belang van de sloop en / of het behoud van de karakteristieke waarde een dermate grote (financiële) inzet vraagt dat dat niet redelijk is in verhouding tot de karakteristieke waarde.

10.1.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

Een vergunning als bedoeld in artikel 10.1.1 wordt pas verleend nadat:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad in relatie tot de karakteristieke waarden;
  • b. de vergunning voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
10.1.4 Afwijking

In afwijking van het hiervoor bepaalde is geen vergunning nodig voor sloopwerkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
10.2 Milieuzone - geurzone
10.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een geurzone.

10.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd.

10.2.3 Ontheffing bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.2 voor het toestaan van nieuwe geurgevoelige objecten, voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

10.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van het aanduidingsvlak “milieuzone - geurzone” in verband met veranderingen in de bedrijfsvoering van de geurhinder veroorzakende bedrijven, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van het aanduidingsvlak “milieuzone - geurzone”, indien de geurhinderveroorzakende activiteiten zijn beëindigd.