Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. (ontsluitings)wegen;
-
b. paden;
-
c. bruggen, dammen, faunapassages en/of duikers;
-
d. sloten, bermen en beplanting;
-
e. parkeervoorzieningen;
-
f. dagrecreatief medegebruik;
-
g. de winning van organisch materiaal ten behoeve van biobrandstof en/of compostering;
met daaraan ondergeschikt:
-
h. kleinschalige duurzame energiewinning;
met de daar bijbehorende;
-
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in lid 6.2 in die zin dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 12,00 m, mits:
-
1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het aanleggen van wegen en paden of het anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het bestaande profiel van wegen en paden.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in lid 6.4 in die zin dat wordt afgeweken van het bestaande profiel, mits:
-
1. hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt;
-
2. de verkeersveiligheid hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
-
3. tevens getoetst wordt aan de gevolgen voor de afwikkelingen van het openbaar vervoer.