Plan: | ABS Oeveraseweg Havelte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.0000BP000000000548-0003 |
Sinds 2002 moeten alle ruimtelijk ontwikkelingen worden getoetst aan bepalingen uit het natuurbeschermingsrecht: de Flora- en faunawet (soortbescherming) en de Natuurbeschermingswet (gebiedsbescherming). De natuurwetgeving in Nederland heeft als belangrijkste component het zorgplichtbeginsel, dat van elke initiatiefnemer verlangt dat hij zich vooraf op de hoogte stelt van eventuele schadelijke effecten op voorkomende beschermde soorten planten en dieren en hun leefomgeving.
Uit deze wet- en regelgeving vloeit voort dat bij de planontwikkeling dient te worden na gegaan of ruimtelijke ingrepen een negatieve invloed hebben op beschermde planten- en diersoorten. Is dat aan de orde, dan is een ontheffing van de Flora- en faunawet en/of een Natuurbeschermingswetvergunning vereist. In hoeverre die afgegeven kunnen worden hangt af van de beschermingsstatus van de betreffende soort, de aard van de effecten, de mogelijkheden voor compensatie en mitigatie, en het belang van de ruimtelijke ontwikkeling.Op basis van een natuurtoets zijn de werkzaamheden ten behoeve van het afvalbrengstation getoetst aan de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. In de volgende paragrafen wordt per soortcategorie aangegeven of er schadelijke effecten worden verwacht als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling.
Gebiedsbescherming
De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van Natura 2000-gebieden, die ten uitvoering van de bovengenoemde Europese richtlijnen zijn of worden aangewezen. Natura 2000 is een samenhangend Europees netwerk van beschermde gebieden, met als doel de waardevolle en gevarieerde Europese natuur te behouden. Nederland telt nu 166 Natura 2000-gebieden (waaronder vier gebieden in de Noordzee), die momenteel formeel worden aangewezen. Daarnaast regelt de Natuurbeschermingswet de bescherming van de Beschermde Natuurmonumenten, die in het verleden zijn aangewezen in het kader van Nederlandse regelgeving. De status van Beschermde Natuurmonumenten die binnen de begrenzing van Natura 2000-gebieden liggen, zal komen te vervallen bij de formele aanwijzing als Natura 2000-gebied. In de wijde omgeving van Havelte liggen geen Beschermde Natuurmonumenten.
In de huidige situatie ligt het ABS op enkele honderden meters van het Natura 2000-gebied Havelte-Oost. Het is niet uitgesloten dat het gebruik van het ABS leidt tot effecten in het Natura 2000-gebied (externe werking). Hierbij kan gedacht worden aan verstoring door geluid als gevolg van op- en overslag van afval en gebruik van machines en voertuigen. Daarnaast kunnen de verkeersbewegingen van en naar het ABS over de Van Helomaweg leiden tot depositie van verzurende en vermestende stoffen (NOx en NH3) op het Natura 2000-gebied. In het gebied komen enkele voor verzuring en/of vermesting gevoelige tot zeer gevoelige habitattypen voor.
In de toekomstige situatie ligt het ABS op ruim twee kilometer van het Natura 2000-gebied. Vanwege de grote afstand tot het Natura 2000-gebied kan verstoring door geluid als gevolg van gebruik van het ABS worden uitgesloten. Het ABS ligt in de nieuwe situatie dichter bij en ten zuiden van het dorp Havelte, waardoor er minder verkeersbewegingen van en naar het ABS over de Van Helomaweg plaatsvinden. Hierdoor kan worden uitgesloten dat er als gevolg van de verkeersbewegingen van en naar het ABS sprake is van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied. De verplaatsing van het ABS is een gunstige ontwikkeling te noemen voor Natura 2000-gebied Havelte-Oost. De verplaatsing van het afvalbrengstation Havelte van de Van Helomaweg naar de Oeveraseweg leidt met zekerheid niet tot significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebied Havelte-Oost en brengt realisatie van de instandhoudingsdoelen dus niet in gevaar. Integendeel, de verplaatsing van het ABS is een gunstige ontwikkeling voor Natura 2000-gebied Havelte-Oost. Dit betekent dat er geen nadere toetsing (passende beoordeling) noodzakelijk is en er geen sprake is van een vergunningplicht vanuit de Natuurbeschermingswet 1998 (Natuurtoets voor de realisatie van een afvalbrengstation
aan de Oeveraseweg te Havelte, Buro Bakker, augustus 2011).
Soortbescherming
Op 27 april 2011 is een ecologische verkenning in het plangebied uitgevoerd door Buro Bakker (Natuurtoets voor de realisatie van een afvalbrengstation aan de Oeveraseweg te Havelte, augustus 2011). Daarbij is gelet op de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Daarnaast zijn inschattingen gemaakt van het voorkomen van beschermde soorten op basis van terreinkenmerken.
Op basis van deze verkenning is geconcludeerd dat het plangebied niet geschikt is voor zwaar beschermde soorten met uitzondering van de poelkikker. Om deze reden is er nader onderzoek verricht naar de aanwezigheid van de poelkikker in het plangebied. Het gebied is tijdens een drietal veldbezoeken onderzocht op de aanwezigheid van strikt beschermde soorten. Er werden tijdens deze veldbezoeken geen Poelkikkers aangetroffen. Groene kikkers komen in beperkte mate wel voor in het gebied. In alle gevallen betrof het de licht beschermde bastaardkikker.
Verder worden er in het plangebied een aantal licht beschermde soorten verwacht. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.
![]() |
overzicht van licht beschermde soorten die (waarschijnlijk) in het plangebied voorkomen. |
Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet hoeft voor deze soorten niet te worden aangevraagd. De algemene zorgplicht is wel van kracht.
Wanneer de grond in 2012 of later bouwrijp zal worden gemaakt, dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Werkzaamheden kunnen plaatsvinden in het broedseizoen, wanneer deze voor het broedseizoen zijn opgestart en continu doorlopen. Indien dit niet mogelijk is, zal een vogeldeskundige voorafgaand aan de werkzaamheden het terrein moeten inspecteren op broedgevallen.