Plan: | Den Ham, partiële herziening Dorpsstraat 19 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPDH2011PH0019-vas1 |
De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies. De functie ‘wonen’ is aan te merken als een geluidsgevoelige functie.
Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek bepaalt de geluidsbelasting op de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg wordt ondervonden.
Het onderzoek is alleen noodzakelijk als de geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg gelegen is. In artikel 74.1 van de Wgh is aangegeven dat een weg een zone heeft die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg:
a. | in stedelijk gebied: | |
1°. | voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken: 350 meter; | |
2°. | voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken genoemde geval: 200 meter; | |
b. | in buitenstedelijk gebied: | |
1°. | voor een weg, bestaande uit vijf of meer rijstroken: 600 meter; | |
2°. | voor een weg, bestaande uit drie of vier rijstroken: 400 meter; | |
3°. | voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken: 250 meter. |
2. | Het eerste lid geldt niet met betrekking tot: | |
a. | wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; | |
b. | wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. |
De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting LDEN op de gevels van een woning ten gevolge van een weg bedraagt 48 dB.
Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering heeft de akoestische aspecten nader beoordeeld. Uit het advies, opgenomen in Bijlage 1 , blijkt het volgende.
De geplande woning ligt in “stedelijk” gebied binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone, als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder, van de Dorpsstraat. De Slingerweg (30 km/uur) met alleen bestemmingsverkeer heeft geen geluidszone, is voor de belasting niet relevant (<<48 dB) en is buiten beschouwing gelaten.
De op de uitbreiding invallende geluidbelasting LDEN kan worden bepaald met een rekenmodel, volgens het Reken- en Meetvoorschrift Wegverkeerslawaai 2002, standaardmethode I of II. In deze situatie is binnen de randvoorwaarden gebruik gemaakt van de rekenmethode II. Deze methoden zijn gebaseerd op het berekenen van de geluidemissie (afhankelijk van het aantal en type voertuigen, het soort wegdek, de rijsnelheid en enkele correctiefactoren) en de geluidoverdracht tussen de weg en de immissiepunten (geplande woninggevel).
Rekenmodel en resultaten
De geluidbelasting is berekend conform het gestelde in het “Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006” ex art 110d van de Wet geluidhinder. De berekening van de geluidbelasting is gemaakt volgens de standaard rekenmethode II.
In het rekenmodel (DGMR-Geonoise V1.81) zijn schematisch opgenomen:
In de onderstaande tabel I is de geluidbelasting LDEN opgenomen. Voor de rekeninvoergegevens wordt verwezen naar de berekening in bijlage I van het onderzoek.
Op grond van de rekenresultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt niet overschreden. Voor het aspect geluid is sprake van een goede ruimtelijke ordening.