Plan: | Bestemmingsplan Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied, partiële herziening Verzetstraat L2588 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPBG2011PH0001-vas1 |
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen dient een bodemonderzoek te worden verricht.
Door Kruse Milieu B.V. uit Geesteren is een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 verricht. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 1 bij de toelichting.
De boven- en ondergrond zijn niet verontreinigd. In het grondwater is een matige verontreiniging aangetoond. Het verhoogde bariumgehalte in het grondwater is toe te schrijven aan een (natuurlijk) verhoogde achtergrondwaarde. In de ondergrond zijn uiterst oerhoudende en zwak roesthoudende lagen waargenomen, wat duidt op de natuurlijke aanwezigheid van metalen in de bodem. Uit diverse bodemonderzoeken die zijn uitgevoerd in Vriezenveen blijkt barium vaak in verhoogde gehalten aangetoond te worden in het grondwater in Vriezenveen. Hierbij is zowel sprake van overschrijding van de streefwaarden als de interventiewaarden. Op basis van genoemde overwegingen wordt gesteld dat het aangetoonde matig verhoogde bariumgehalte in het grondwater is toe te schrijven aan een (natuurlijk) verhoogde achtergrondwaarde. Verder aanvullend onderzoek wordt niet nodig danwel zinvol geacht, mede omdat het matig verhoogde bariumgehalte niet leidt tot humane, ecologische of verspreidingsrisico’s.
Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dient te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente). Op basis van de huidige onderzoeksresultaten kan een indicatieve toetsing in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit worden uitgevoerd. Alle onderzochte grond, die bij de nieuwbouwwerkzaamheden mogelijk vrij komt, is vrij toepasbaar, aangezien geen verontreinigingen zijn aangetroffen in de boven- of ondergrond. Met andere woorden: op basis van de indicatieve toetsing in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit gelden er geen beperkingen ten aanzien van het hergebruik van de grond.
Uit milieukundig oogpunt is er naar onze mening geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde matige verontreiniging geen risico's voor de volksgezondheid oplevert. Er zijn mogelijk wel (humane) risico’s aanwezig, wanneer het freatische grondwater gebruikt wordt als drinkwater voor vee of voor de besproeiing van gewassen in een moestuin. Deze risico’s worden gering geacht bij de vastgestelde gehalten. Gebruik van het freatisch grondwater wordt echter afgeraden om enig risico uit te sluiten. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).