direct naar inhoud van 9.3 Zienswijzen
Plan: Buitengebied herziening 2005, partiële herziening Buitenlandweg K1092
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2010PH0033-vas1

9.3 Zienswijzen

Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft met ingang van vrijdag 23 september 2011 gedurende de wettelijke termijn van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van de terinzagelegging is 1 zienswijze ontvangen.

Wet bescherming persoonsgegevens

Gedurende de termijn van de terinzagelegging is tegen het bestemmingsplan 1 zienswijze ingediend. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegeven (Wbp) mogen de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) niet elektronisch beschikbaar zijn.


Weergave zienswijze
De planologisch relevante inhoud van de zienswijze is in samengevatte vorm weergegeven. Dit betekent niet dat onderdelen van de zienswijze, die niet nader worden genoemd, buiten beschouwing zijn gelaten. De zienswijze is in totaliteit beoordeeld.

Ontvankelijkheidstoets
De zienswijze is binnen de periode van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan ingediend en daarmee is voldaan aan het criterium betreffende de ontvankelijkheid.

Inhoud

  • De bouw van de woning heeft tot gevolg dat het vrije uitzicht verloren gaat.
  • De geprojecteerde woningbouw is in strijd met de Structuurvisie Vriezenveen Zuidoost. De locatie is aangemerkt als 'zoeklocatie manege' terwijl er het een burgerwoning betreft.
  • Gesteld wordt dat er geen sprake kan zijn van afrondende bebouwing in samenhang met het onderliggend landschap, omdat het landschap in de huidige staat bewaard dient te blijven.
  • De afstand van 300 m ten opzichte het bestemmingsplan Bedrijventerrein moet aantoonbaar op kaart inzichtelijk gemaakt worden tezamen met de wettelijke onderbouwing voor geluid, milieu en veiligheid. Gevraagd wordt naar de reden waarom eventueel afgeweken wordt van deze wettelijke normen.
  • Uit ingewonnen informatie blijkt dat de beoogde bouwlocatie de enige plek zou zijn in het gehele gebied tussen N36 en Horstweg, waarbij wettelijke grenzen niet worden overschreden.
  • Gesteld wordt dat er voldoende alternatieve locaties voor handen zijn die uitstekend geschikt zijn om een wijker een bouwmogelijkheid te bieden. Reclamant stelt dat hij ook belanghebbende is doch niet gekend wordt.
  • Reclamant is van mening dat zijn ingediende inspraakreactie beter beoordeeld en niet in de vakantieperiode afgehandeld had moeten worden. De ondertekening door loco's wordt niet correct bevonden en geeft de indruk dat het niet serieus genomen is.

Beoordeling

  • De afstand tussen de geprojecteerde woning en de woning van reclamant bedraagt circa 140 m. De te bouwen woning en schuur staan niet recht achter het perceel van reclamant. Het weidse uitzicht zal derhalve in enige mate aangetast worden, maar niet volledig teniet gaan. Hoewel op iets grotere afstand zal reclamant op termijn geconfronteerd worden met het gegeven dat dat weidse uitzicht in meer of mindere mate ook aangetast worden als gevolg van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Oosterweilanden.
  • Het beoogde bouwperceel voor de vervangende woning is gelegen in het gebied dat in de Structuurvisie Vriezenveen Zuidoost als 'agrarisch gebied' is aangeduid. In het planjaar van de structuurvisie (2006) is aangegeven dat het gebied ten westen van de Horstweg onderzocht moet worden op de potenties van ontwikkelingen voor de langere termijn. In de recentelijk vastgestelde Structuurvisie is in het gebied de aanduiding 'zoeklocatie manege' aangegeven en de aanduiding 'afronding bebouwing'; deze 'afronding bebouwing' in samenhang met het onderliggend landschap. De verlangde ruimtelijke kwaliteit van de op te richten bebouwing tezamen met de erfinrichting staan borg voor een ontwikkeling, die als passend in het gebied worden gezien. In de toelichting van het bestemmingsplan heeft dit aspect nadrukkelijk aandacht gehad (verwezen wordt naar paragraaf 3.3 Inpassing in het landschap).
  • De opvatting dat het landschap gespaard dient te blijven wordt niet gedeeld. Uit de Structuurvisie Twenterand blijkt overduidelijk dat in het gebied bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen toelaatbaar geacht worden, onder andere zoekgebied voor en manege en afronding van bebouwing. Het behoud van het landschap in de huidige vorm is gezien de geschetste ontwikkelingsmogelijkheden niet aan de orde.
  • Bepalend voor de afstand tot milieugevoelige bestemmingen is de toegepaste milieuzonering in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oosterweilanden en rondweg'. In artikel 10 van de planregels (Bedrijventerrein - uit te werken) is bepaald dat de toelaatbaarheid van bedrijven met het oog op het woon- en leefklimaat wordt bepaald aan de hand van de bij de planregels behorende Staat van bedrijven, waarbij bedrijven zijn toegestaan tot en met categorie 4.2, waarvoor een grootste richtafstand geldt van 300 m. Deze afstand wordt gemeten uit de grens van de bestemming en niet uit de grens van het bestemmingsplan. De milieubelastende bestemming is bepalend voor de in acht te nemen afstand. De langs de noordzijde van het plangebied geprojecteerde groenzone is geen milieubelastende bestemming en is dus niet bepalend voor de afstand. De afstand is nauwkeurig op de GBKN (topografische ondergrond) ingetekend en op de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding ingetekend. De woning is buiten deze milieuzone gesitueerd. Er wordt niet afgeweken van de zonering zoals die in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oosterweilanden en rondweg' is verankerd.
  • De stelling dat de gewraakte locatie de enige in het gebied zou zijn, waarbij wettelijke grenzen niet worden overschreden, wordt niet gedeeld. De beoogde bouwlocatie is op alle in het geding zijnde planologisch relevante aspecten beoordeeld en uitvoerbaar bevonden. Er was dus geen noodzaak om onderzoek te verrichten naar meer locaties, die ook voor de bouw van een vrijstaande woning in aanmerking zouden kunnen komen.
  • Zoals onder 'e' al is aangegeven was er geen directe noodzaak om alternatieve locaties te onderzoeken. De wijker kan een passende locatie geboden worden direct grenzend aan het gebied waar hij woonachtig is. De van reclamant ontvangen inspraakreactie is op de gebruikelijke wijze gewogen en beoordeeld. De motivering van het besluit op de ontvangen inspraakreactie is schriftelijk medegedeeld.
  • De beoordeling van de ingediende inspraakreactie heeft op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden waarbij alle in het geding zijnde belangen zijn gewogen. De opvatting dat de behandeling van de inspraakreactie niet in de vakantie plaats had mogen vinden en dat de ondertekening van de verzonden brief door de loco's niet serieus te nemen is wordt niet gedeeld. Besluitvorming door het college van burgemeester en wethouder vindt plaats overeenkomstig de daarvoor geldende regels. Het besluit is op 9 augustus 2011 genomen en het quorum was toereikend voor rechtskrachtige besluitvorming. Blijkens de besluitenlijst waren de burgemeester en de secretaris niet aanwezig. Het is te doen gebruikelijk dat de als eerste locoburgemeester aangewezen bestuurder als voorzitter optreedt. De locosecretaris is bij de collegevergadering aanwezig op grond van de vastgetelde vervangingsregeling voor de secretaris.


Conclusie

De planologisch relevante opmerkingen van de zienswijze geven geen aanleiding om een aanpassing van het bestemmingsplan te overwegen.