direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Buitengebied, herziening 2005, partiële herziening De Posthoeve Daarleseweg 34
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2010PH0026-vas1

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanBuitengebied, herziening 2005, partiële herziening De Posthoeve Daarleseweg 34 van de gemeente Twenterand;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1700.BPBG2010PH0026-vas1met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 ander-werk
  • a. een werk, geen gebouw zijnde;
  • b. een werkzaamheid;
1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slecht bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.10 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.11 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.12 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.13 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.14 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.15 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.16 chalet:

een kleinschalig vakantieverblijf van ten hoogste 130 m2, dat naar zijn aard en inrichting bestemd is om ter plaatse duurzaam te blijven bestaan;

1.17 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.18 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht als belangrijkste gebouw is aan te merken;

1.19 kampeermiddel:
  • a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;

een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel kunnen of worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.20 ondergeschikt gebouw

een gebouw of een onderdeel van een gebouw, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht qua omvang en situering als ondergeschikt aan het hoofdgebouw valt aan te merken. Hiervan is sprake indien het gebouw minimaal 1,50 m lager is dan het hoofdgebouw en voor zover het niet als onderdeel van de woning in gebruik is;

1.21 ondergeschikte horeca

horeca die gerelateerd is aan een ander nader in de regels omschreven (hoofd-)functie, welke tevens ruimtelijk gezien in ondergeschikte vorm zelfstandig functioneert, en tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en niet- of zwakalcoholische dranken;

1.22 permanente bewoning

het (al dan niet tijdelijk) gebruiken van een voor wisselende bewoning bedoelde wooneenheid als hoofdverblijf;

1.23 prostitutiebedrijf

een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd voor het daar uitoefenen van prostitutie. Prostitutie is het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;

1.24 seks- en/of pornobedrijf

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelenn, zoals een seksbioscoop, seksautomaat of sekswinkel;

1.25 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden en in geval van inwoning voor de huisvesting van maximaal twee huishoudens.