direct naar inhoud van 7.3 Verantwoording van de regels
Plan: Buitengebied herziening 2005, partiële herziening 4e Blokweg 18
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0030-vas1

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen en gebiedsaanduiding in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Agrarisch

De bestemming 'Agrarisch' (Artikel 3) is toegekend aan een deel van het perceel 4e Blokweg 18. Het gaat om het deel waar de woning gaat verdwijnen. Binnen deze bestemming zijn er geen mogelijkheden voor het oprichten van gebouwen. Er mogen louter bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.

Wonen

Functie

De nieuw te realiseren woning is bestemd als 'Wonen' (Artikel 4) . Binnen deze bestemming past de bouw van één woning, welke binnen het bouwvlak dient te worden gerealiseerd. Binnen de bestemming 'Wonen' zijn aan-huis-gebonden-beroepen toegestaan.

Bouwregels.

In de regels is een onderscheid gemaakt in bouwregels voor hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Bij de benadering van de woonfunctie is uitgegaan van maximale inhoud, namelijk 750 m3. Er is bepaald dat als de bestaande inhoud groter is deze rechtens als uitgangspunt mag worden genomen. Dit betekent, dat een kleinere woning mag worden vergroot tot maximaal 750 m3. Grotere gebouwen daarentegen zijn gefixeerd naar de inhoudsmaat die zij op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan bezitten.

Ten aanzien van het toegestane aantal woningen is in de regels het één en ander geregeld. Per bestemmingsvlak is 1 woning toegestaan.

Bij recht mag 75 m2 aan bijgebouwen worden opgericht.