Plan: | Buitengebied herziening 2005, partiële herziening 4e Blokweg 18 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0030-vas1 |
Het buitengebied van de gemeente Twenterand wordt gevormd door het gebied buiten de kernen Den Ham, Vroomshoop, Westerhaar-Vriezenveensewijk en Vriezenveen. De agrarische functie, bos en natuur nemen circa 85% van het grondgebruik voor hun rekening tegenover 9% bebouwing.
Het buitengebied kenmerkt zich door het open landschap, maar ook door natuurgebieden, zandgronden en ecologische verbindingszones. Een voorbeeld van een natuurgebied in Twenterand is de Engbertsdijksvenen. Het is een omvangrijk, nat gebied van ruim 850 hectare en is een Europees erkend 'wetland.'
De gemeente Twenterand kent een grote diversiteit aan fysisch geografische landschapseenheden. Zowel het Veenkoloniaal landschap, het essen- en kampenlandschap, het beekdallandschap, hoogveenontginningen en -restanten en jonge ontginningen zijn vertegenwoordigd.
Figuur 2.1. Landschappelijke eenheden met landschapstypen Twenterand
Hammerflier was van oorsprong een heel nat moerassig gebied. Dit landschap is langzaam maar zeker ontgonnen. Karakteristiek voor het gebied zijn de verschillen in landschapsopbouw. In het zuidwestelijk deel liggen zeer kleinschalige essen & kampen, welke als hoge kopjes tussen de lage, natte gebieden liggen. Het noordelijk deel (doorlopend in Munnikenmaten) en centrale deel is een waardevol weidevogelgebied.
Een groot deel van de landschappelijke eenheid Hammerflier wordt gebruikt voor grondgebonden landbouw. Door de matige gaafheid en grote schaal van het gebied ligt het accent op ontwikkeling van grondgebonden landbouw.
Het landschap
Het erf aan de 4e Blokweg ligt in een veldontginning in de nabijheid van een dekzandrug, waarop de Zandstuve is ontstaan. De heidevelden, vennen en stuifzanden die op deze helling van de dekzandrug zijn ontstaan, zijn te zien op de historische kaart van rond 1900 (zie figuur 2.2.).
Deze 'ruige' gronden zijn na 1900 ontgonnen en vervolgens agrarisch in gebruik genomen. Rechte wegen dienden als ontginningsassen van waaruit heide werd omgezet in grasland of naaldbos.
Het landschap kenmerkt zich tegenwoordig door rechte wegen, rechthoekige verkavelingen en de vele houtwallen langs de perceelsgrenzen. De gebouwen liggen aan en haaks op de ontginningswegen en de verbindingswegen hiertussen, zoals de 4e Blokweg.
Door de schaalvergroting in de landbouw zijn percelen vergroot en veel houtwallen op kavelgrenzen verdwenen.
Figuur 2.2. Historische kaart 1900
Bodem
De bodem bestaat uit veldpodzolgrond (Hn 21). Dit is de benaming voor gemeenschappelijk gebruikte heidevelden die buiten de essen lagen. De ondergrond van de locatie bestaat uit veldpodzol met leemarm en zwak lemig fijn zand. Deze heidevelden zijn ontgonnen tot een rationeel verkaveld landschap met ruimte voor de agrarische sector.
Water
Het grondwater (grondwatertrap II) bevindt zich tussen de 40 cm en 80 cm beneden maaiveld.
Karakteristieken erfopbouw
Door de opbouw van de bodem en het landschap hebben de erven in het ontginningslandschap per regio een bepaalde karakteristieke opbouw. Hieronder zijn de karakteristieken genoemd voor het gebied ten oosten van Vroomshoop:
Huidige situatie
Het toekomstige erf aan de 4e Blokweg is nu nog grasland. In de bestaande situatie is er sprake van een tweetal woningen die op zeer korte afstand van elkaar zijn gelegen.
Het plangebied is gelegen in open gebied met verspreid liggende bebouwing.
De luchtfoto in figuur 2.3. geeft een impressie van de huidige situatie.
Figuur 2.3. Huidige situatie plangebied.