Plan: | Buitengebied herziening 2005, partiele herziening Vroomshoopseweg (nabij nr. 28) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0020-VAS1 |
Op grond van de Inspraakverordening heeft met ingang van 6 november 2009 gedurende vier weken het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied herziening 2005, partiële herziening Vroomshoopseweg nabij nr 28 ter inzage gelegen. Dit plan beoogt in het kader van de regeling Rood voor Rood de bestemming van de bedrijfsbebouwing ( meubelmakerij in voormalige agrarische bebouwing) terug te brengen naar Agrarisch gebied zonder bebouwing, en het bestemmen van een compensatiekavel voor woningbouw naast het de woning Vroomshoopseweg 38. ( direct aansluitend aan de lintbebouwing).
Tijdens de termijn van terinzagelegging is een vijftal inspraakreacties ingekomen.
De ingediende reacties worden hierna samengevat weergegeven. Dit betekent niet, dat onderdelen van de reacties, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De inspraakreacties zijn in haar geheel beoordeeld.
1.Achmea Rechtsbijstand, namens de heer J.H. Vos, Vroomshoopseweg 40 te Den Ham.
De inspraakreactie bevat de volgende elementen:
Reactie gemeente:
Ad. a.
Het betreft hier woningbouw als compensatie voor de sloop van landschapsontsierende (voormalig agrarische) bedrijfsbebouwing. Dit is de enige mogelijkheid in het Buitengebied om medewerking te verlenen aan woningbouw. Er is sprake van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en een vermindering van verstening. Bij de verzoeken uit het verleden zal alleen sprake zijn geweest van het toevoegen van een woning in het Buitengebied, wat niet is toegestaan.
Ad b.
Zoals onder a. al is aangegeven, kan alleen medewerking worden verleend aan extra woningbouw in het Buitengebied onder de strikte voorwaarden van Rood voor Rood: sloop van voldoende landschapontsierende bebouwing, verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en zoveel mogelijk aansluitend bij bestaande (lint) bebouwing. Het is dus zeker niet zo, dat nu op elke willekeurige kavel woningbouw zal worden toegestaan.
Ad. c.
Het perceel waarop de woning zal worden gebouwd is omheind en wordt ca. 3 tot 6 maanden per jaar begraasd door paarden en/of schapen. Voor zover er daarnaast nog sprake is van begrazing door reeën, dan wordt het verkleinen van dit perceel gecompenseerd door het slopen en als weiland inrichten van de slooplocatie achter huisnummer 28. Overigens is in het Flora- en Fauna onderzoek dat heeft plaatsgevonden geen specifieke melding gemaakt van het gebruik van het betreffende perceel als graasgebied voor reeën. Het Zandstuvegebied en omgeving biedt ook op zich al voldoende alternatieven om als graasgebied te dienen.
Ad d.
Het beperken van de recreatieve mogelijkheden van het Zandstuvegebied door de bouwlocatie is naar onze mening niet aan de orde. De weg langs het bos blijft in tact en beschikbaar voor o.a. recreatief verkeer. Bovendien zijn ook nu geen wandel of fietsroutes aanwezig die over het betreffende perceel lopen. Zoals onder c. al is aangegeven is ook nu het perceel omheind en niet vrij toegankelijk voor recreatief gebruik.
Ad e.
De regeling Rood voor Rood voorziet in de mogelijkheid tot compenserende woningbouw voor de sloop van minimaal 850 m2 landschapontsierende bedrijfsgebouwen. Het is daarbij niet specifiek noodzakelijk dat de bebouwing in gebruik is geweest als agrarische bebouwing. In dit geval is voorheen de bebouwing wel in gebruik geweest als agrarische bebouwing ( kippenschuren), maar zijn de gebouwen daarna in gebruik geweest als bedrijfsbebouwing voor de meubelmakerij. Het doel van de regeling Rood voor Rood is door sloop van landschapontsierende bedrijfsgebouwen. Hieraan wordt voldaan. Aangegeven wordt dat de Rood voor Rood regeling geen saneringsregeling mag zijn. Hiervan is ook geen sprake. De eigenaar, de heer Bosch, heeft schriftelijk verklaard dat de bedrijfsactiviteiten al grotendeels zijn gestaakt en binnenkort volledig zullen zijn gestopt.
Ad f.
Kwaliteitsverbetering is uiteraard een subjectief begrip, maar de verbetering van de kwaliteit is vastgelegd in de bij de, met de eigenaar gesloten, overeenkomst behorende en door de gemeente goedgekeurde inrichtingsplan. Hierin is naast de verplichte sloop van de landschapontsierende bebouwing ook een inrichtingsplan voor de nieuwe bouwkavel opgenomen. Hierin is onder andere opgenomen hoe een en ander zo goed mogelijk landschappelijk ingepast dient te worden.
Ad g.
Appellant geeft aan het vrije uitzicht vanuit zijn woning te verliezen. De afstand tot de nieuwe woning en het bijbehorende bijgebouw is minimaal 125 meter. Wij zijn van mening dat hiermee voldoende vrij uitzicht vanuit de woning nr. 40 is gewaarborgd.
Ad h.
Wanneer appellant van mening is dat zijn woning in waarde verminderd door de voorgestane ontwikkeling kan na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschadevergoeding worden ingediend bij de gemeente.
2. M. Timmerman, Vroomshoopseweg 36 te Den Ham
De inspraakreactie bevat de volgende elementen:
Reactie gemeente:
Ad 1.
Het is gebruikelijk om bij toepassing van Rood voor Rood een en ander vast te leggen in een overeenkomst tussen gemeente en eigenaar. Dit om te voorkomen, dat uiteindelijk wel een woning wordt bestemd, maar dat de landschappelijke inpassing en de sloop van de gebouwen achterwege blijft. Ook wordt hierin de financiële afwikkeling van de Rood voor Rood regeling vastgelegd. Dit is de gebruikelijke gang van zaken en vastgelegd in het beleid Rood voor Rood zoals door de gemeente vastgesteld.
Ad 2. zie ad f. bij appellant 1.
Ad 3.
De woningbouwlocaties zoals genoemd zijn reguliere bouwkavels. De regeling Rood voor Rood biedt specifiek de mogelijkheid om in het Buitengebied op de Rood voor Rood kavel zelf of aansluitend aan bestaande bebouwing een extra woningbouwkavel te realiseren. Dit om de sloop van de landschapontsierende bebouwing te stimuleren. Het aankopen van een reguliere woningbouwkavel biedt hiervoor onvoldoende stimulans.
3, 4 en 5. Mevrouw H.W. Davenschot- Jongeneel, Vroomshoopseweg 38 te Den Ham, de heer H. Davenschot, 1e Blokweg 90 te Vroomshoop en de heer A.D.R. Davenschot, Prinsenkamp 135 te Vroomshoop ( de laatste twee als mede-eigenaren van perceel Vroomshoopseweg 38)
De identieke inspraakreacties bevatten de volgende elementen:
Reactie gemeente:
Ad a.
Ter plaatse is al lintbebouwing aanwezig, waarbij wordt aangesloten. Eén van de randvoorwaarden van Rood voor Rood is juist dat indien terugbouwen op de eigen locatie niet mogelijk is, er in principe moet worden aangesloten bij bestaande (lint) bebouwing. Dit wordt hier in de praktijk gebracht.
Ad b.
De nieuw te bouwen woning en bijgebouw worden op ten minste 40 meter uit het hart van de weg gesitueerd, daardoor wordt het zicht in oostelijke richting niet belemmerd. Het zicht in zuidoostelijke en zuidelijke richting is al belemmerd door de schuur en begroeiing op het perceel van appellanten zelf.
Ad c.
Door de bij b. al aangegeven situering van de woning, aan de zuid-oostzijde van het perceel van appellant is dusdanig, dat hierdoor geen vermindering van zonlicht in de woning Vroomshoopseweg 38 is te verwachten.
Ad d.
Kortheidshalve wordt verwezen naar hetgeen hierover bij appellant 1 onder e. is vermeld.
Ad e.
Het feit dat op naastgelegen gronden schuren niet worden gesloopt, is geen reden niet mee te werken aan de regeling Rood voor Rood: immers de regeling wordt per locatie uitgevoerd. Het is evenwel heel goed mogelijk dat te zijner tijd bij het beëindigen van de activiteiten in de schuren op het naastgelegen perceel ook deze in het kader van de regeling Rood voor Rood zullen worden benut.
Ad f.
De bebouwingsmogelijkheden van het nieuwe bouwblok voor woningbouw zijn opgenomen in het de bestemmingsplanregels. De woning mag maximaal 750m3 inhouden, daarnaast is maximaal 75 m2 aan bijgebouwen toegestaan. Hiermee zijn de totale bebouwingsmogelijkheden op dit perceel weergegeven.
Ad g. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar hetgeen hierover is opgemerkt bij appellant 1. ad.c.
Ad h. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar hetgeen hierover is opgemerkt bij appellant 2. ad c.