direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Buitengebied herziening 2005, partiele herziening Vroomshoopseweg (nabij nr. 28)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0020-VAS1

4.2 Geluid

4.2.1 Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies. De functie ‘wonen’ is aan te merken als een geluidsgevoelige functie.

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek bepaalt de geluidsbelasting aan de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg of spoorweg wordt ondervonden.

Wegverkeerslawaai

Het onderzoek is alleen noodzakelijk als de geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg gelegen is. In artikel 74.1 van de Wgh is aangegeven dat een weg een zone heeft die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg:

 
a.   in stedelijk gebied:  
  1°.   voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken: 350 meter;  
  2°.   voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken genoemde geval: 200 meter;  
b.   in buitenstedelijk gebied:  
  1°.   voor een weg, bestaande uit vijf of meer rijstroken: 600 meter;  
  2°.   voor een weg, bestaande uit drie of vier rijstroken: 400 meter;  
  3°.   voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken: 250 meter.  

2.   Het eerste lid geldt niet met betrekking tot:  
  a.   wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;  
  b.   wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt.  

4.2.2 Akoestisch onderzoek

Buijvoets bouw- en geluidsadvisering uit Oldenzaal heeft de akoestische aspecten nader beoordeeld. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Uit het onderzoek blijkt het volgende.

De geplande woning ligt in “buitenstedelijk” gebied binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone, als bedoeld in art. 74 van de Wet geluidhinder, van de Vroomshoopseweg.

De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting Lden op de gevels van een woning t.g.v. een weg bedraagt 48 dB. Onder bepaalde voorwaarden kan, indien voor de geplande bouw een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is, door het gemeentebestuur een ontheffing worden verleend tot een hogere grenswaarde van maximaal 53 dB voor iedere weg afzonderlijk in buitenstedelijk gebied.

De op de nieuwbouw invallende geluidbelasting Lden kan worden bepaald met een rekenmodel, volgens het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006, standaard-methode I of II. In deze situatie is binnen de randvoorwaarden gebruik gemaakt van de rekenmethode II. Deze methode is gebaseerd op het berekenen van de geluidemissie (afhankelijk van het aantal en type voertuigen, het soort wegdek, de rijsnelheid en enkele correctiefactoren) en de geluidoverdracht tussen de weg en de immissiepunten (geplande woninggevel).

Berekend is de invallende geluidbelasting Lden bij de geplande woning. Lden betreft de gemiddelde geluidbelasting van de dag, avond en nachtperiode.

Uit vooroverleg met de gemeente is al gebleken dat de woning op minimaal ca 50 m uit de wegas moet worden gebouwd om geen overschrijding van de maximale ontheffingswaarde, in dit geval 53 dB, te krijgen. Omdat de exacte positie van de woning nog niet bekend is wordt voor de maatgevende waarneemhoogte van 4.5 m (1e verdieping) de 53 dB geluidscontour berekend waarachter met een ontheffing de woning kan worden gebouwd.

Alvorens de geluidbelasting te toetsen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag de berekende waarde op grond van art. 110g van de Wgh. worden verminderd met 5 dB voor wegen met een snelheid tot 70 km/uur.

De 53 dB geluidscontour op een hoogte van 4.5 m ligt op 52 m uit de wegas van de Vroomshoopseweg. Om woningbouw op deze afstand van de weg mogelijk te maken, is de vaststelling van een hogere grenswaarde noodzakelijk.

4.2.3 Geluidsbeleid gemeente Twenterand
4.2.3.1 Algemeen.

Het geluidsbeleid van de gemeente Twenterand is verwoord in een tweetal beleidsnotities, te weten de Nota geluidsbeleid en de Nota hogere grenswaarden.

Nota geluidsbeleid
De Nota geluidsbeleid is een instrument waarmee inzicht wordt verkregen in de kansen voor ruimtelijke ontwikkelingen passend binnen het wettelijk kader. Geluid is bij ruimtelijke plannen vaak een beperkende factor. Het gevolg is dat plannen niet uitgevoerd kunnen worden en dat veel tijd en geld verspild wordt. Met de nota geluidsbeleid wordt voorkomen dat de verschillende partijen ad-hoc met elkaar het beoordelingskader voor geluid scherp moeten krijgen en weet men vooraf waar ruimte zit voor toekomstige ontwikkelingen. Een belangrijke aanleiding voor het geluidsbeleid is de gewijzigde Wet geluidhinder, die op 1 januari 2007 van kracht is geworden.

Nota hogere grenswaarden
Met de wijziging van de Wet geluidhinder is sinds 1 januari 2007 de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd. De gemeente Twenterand moet in dat kader het vaststellen van hogere grenswaarden zelf motiveren. Daartoe is de Nota hogere grenswaarden vastgesteld. Deze nota bevat het hogere grenswaardenbeleid van de gemeente Twenterand. Dit beleid is gebaseerd op de nieuwe Wet geluidhinder en de beleidsuitgangspunten van het algemene geluidsbeleid (Nota geluidsbeleid).

4.2.4 Vaststellen hogere grenswaarde

Algemeen

In de Nota Hogere grenswaarden wordt uitvoering gegeven aan het gemeentelijke geluidsbeleid. Dit heeft als doel de goede geluidskwaliteiten in de gemeente te behouden en de kansen te benutten om waar gewenst en noodzakelijk de geluidskwaliteit te verbeteren. Bij de uitvoering van een hogere grenswaarde procedure worden in ieder geval de volgende uitgangspunten betrokken:

  • de basiskwaliteit in het desbetreffende gebied wordt beoordeeld en vastgelegd;
  • de mogelijkheden om de basiskwaliteit (zoveel mogelijk) te realiseren volgens de volgorde bron: – overdracht – ontvanger worden onderzocht;
  • wanneer, ondanks de maatregelen, de basiskwaliteit niet gerealiseerd kan worden, worden compenserende maatregelen genomen; hoe hoger het geluidsniveau, des te meer compensatie wordt toegepast.

De Wet geluidhinder (Wgh) geeft een bandbreedte voor geluid, deze varieert van de voorkeurswaarde tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Twenterand past voor nieuwe situaties een aanpak toe volgens de gebiedsgerichte benadering. De gemeente is daarvoor opgedeeld in 6 gebiedstypen. Deze gebiedstypen met bijbehorende ambities zijn opgenomen in de tabel in figuur 4.2.

Bij ontwikkelingen binnen een bepaald gebiedstype vormt het ambitieniveau naast de wettelijke voorkeurswaarde het toetsingskader. Afwijkingen tot de maximale ontheffingswaarde zijn, onder nader beschreven voorwaarden, mogelijk. De geluidsklassen zijn opgenomen in figuur 4.1.

Gebiedsgerichte ambities, ontheffingscriteria en aanpak

De gemeente is in het kader van het gebiedsgericht geluidsbeleid, aan de hand van zijn ruimtelijk functionele kenmerken, onderverdeeld in de gebieden Natuur, Landbouw/buitengebied, Woongebied, Centrum, Gemengd gebied en Bedrijventerrein. Per gebied is voor geluid een ambitie vastgesteld die dus in de plaats komt van de voorkeurswaarde.

De geluidsambities van de verschillende gebiedstyperingen zijn niet in dB’s weergegeven. Om de communicatie rondom ambities makkelijker te maken, is ervoor gekozen om de ambities van de gebiedstypen aan te geven in een geluidsklasse. Deze geluidsklassen zijn wel gekoppeld aan normen die we kennen uit de Wet geluidhinder.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0020-VAS1_0012.png"

Figuur 4.1. De geluidsklassen

In de volgende tabel staan de gebiedsgerichte ambities weergegeven in verschillende geluidsklassen. Hierbij is het karakter van het gebiedstype bepalend voor de ambitie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0020-VAS1_0013.png"

Figuur 4.2. De gebiedstypen met bijbehorende geluidsklassen

De aangegeven geluidsklassen hebben door de gehanteerde bandbreedte een indicatieve status. In de gehanteerde systematiek wordt onderscheid gemaakt tussen ambities en bovengrenzen. De maximale afwijking is als een bovengrens per gebiedstype aangegeven. Bij het toekennen van een hogere grenswaarde zal op basis van de ontheffingscriteria een afweging gemaakt moeten worden.

Ontheffingscriteria hogere grenswaarden

Slechts wanneer voldoende gemotiveerd wordt aangetoond dat toepassing van een maatregel niet doeltreffend is of niet aan de hoofd- en of locatie specifieke criteria kan worden voldaan, kan een hogere grenswaarde worden toegekend. In de Nota hogere grenswaarden worden de criteria beschreven, waaraan een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde wordt getoetst en wat de overwegingen zijn om een verzoek al dan niet toe te kennen.

Deze zijn:

Hoofdcriteria

In artikel 110a lid 5 van de Wet geluidhinder is bepaald dat een hogere grenswaarde alleen kan worden verleend indien:

toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein, de weg of spoorweg, van de gevel van de betrokken woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen onderscheidenlijk aan de grens van de betrokken geluidsgevoelige terreinen tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

In hoofdstuk 4 van de Nota is vastgelegd wat de gemeente Twenterand hieronder verstaat.

Daarnaast heeft de gemeente Twenterand een ontheffingenbeleid opgesteld waarin deze criteria nader worden ingevuld. Het ontheffingenbeleid is tevens gebaseerd op de uitgangspunten uit de Nota geluidsbeleid van de gemeente Twenterand.

Locatie specifieke criteria

Ieder verzoek om hogere grenswaarde wordt in ieder geval aan de voornoemde criteria getoetst. Daarnaast worden bij de afweging over het toekennen van een verzoek om een hogere grenswaarde ook de locatiespecifieke kenmerken betrokken. De onderstaande locatiespecifieke kenmerken worden in de overwegingen als positief aspect meegenomen dan wel als zwaarwegend argument meegenomen.

  • de nieuwbouw ter plaatse dient ter vervanging van bestaande bebouwing;
  • de locatie is opgenomen in herstructureringsplannen;
  • de nieuwbouw vult een open plek op tussen aanwezige bebouwing;
  • de huidige functie komt niet meer overeen met de gewenste functie;
  • met de ontwikkeling van de betreffende locatie worden één of meerdere andere milieuknelpunten (bijv. luchtkwaliteit, bodemsanering, overige hindersituatie) elders opgelost.

Voorwaarden voor het verlenen van een hogere grenswaarde

Wanneer het verzoek tot een hogere grenswaarde getoetst is op de hiervoor genoemde hoofdcriteria en locatiespecifieke criteria wordt beoordeeld aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Deze kleinste schaal, de woning, richt zich voornamelijk op akoestische maatregelen aan het huis.

Daarnaast worden bij het toekennen van een verzoek om een hogere grenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen afhankelijk van de van toepassing zijnde geluidsklasse aanvullend criteria gehanteerd.

Toetsing voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling aan het ontheffingenbeleid

Indien de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het ontheffingenbeleid, ontstaat het volgende beeld.

De locatie aan de Vroomshoopseweg wordt in het kader van het geluidsbeleid niet gerekend tot het stedelijk gebied. De locatie ligt in het gebiedstype “landbouw/buitengebied” met een ambitie en bovengrens voor de geluidsklasse van respectievelijk “redelijk rustig” en “onrustig”. De bovengrens van deze geluidsklasse als gevolg van verkeerslawaai is 53 dB.

De 53 dB geluidscontour op een hoogte van 4.5 m ligt op 52 uit de wegas van de Vroomshoopseweg. In het voorliggende bestemmingsplan is met deze afstand rekening gehouden. Dit betekent dat de geluidsbelasting binnen de maximaal toegestane afwijking blijft.

toetsing aan Locatie specifieke criteria

Uit de toetsing aan de locatie specifieke criteria kan het volgende worden geconcludeerd. Bebouwing op de bewuste locatie volgt uit de vaststelling van de beleidsregels 'Rood voor Rood met gesloten beurs'. De locatie komt in dat kader voor bebouwing in aanmerking. Gesteld kan worden dat de huidige functie niet meer overeenstemt met de gewenste functie. Door de functiewijziging ontstaat er een aanmerkelijke visuele, stedenbouwkundige en ruimtelijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie.

Bij het toekennen van een verzoek om een hogere grenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen tot en met de geluidsklasse ‘onrustig’ worden aanvullend ook de volgende criteria bij de afweging betrokken:

  • indien mogelijk bronmaatregelen (bijvoorbeeld stillere asfalttypen) treffen;
  • indien mogelijk de afstand tussen de geluidsbron en de nieuwe woning(en) vergroten;
  • in ieder geval dient bij woningen/appartementen de buitenruimte (tuin/balkon) te voldoen aan de ambitiewaarde van het betreffende gebied;
  • het stedenbouwkundig ontwerp waarbij zoveel mogelijk afscherming voor het achterliggende gebied ontstaat;
  • vanaf de geluidsklasse ‘onrustig’ dient bij een aanvraag om bouwvergunning voor een woning en scholen een bouwakoestisch onderzoek te worden gevoegd en wordt getoetst of wordt voldaan aan de binnenwaarde van het Bouwbesluit.

Ten aanzien van deze criteria wordt het volgende opgemerkt:

Bronmaatregelen zijn redelijkerwijs niet mogelijk. Het aanbrengen van zeer stil asfalt “dunne deklagen 2” levert een reductie op van afgerond 3 dB waarmee nog een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde plaats vindt met 2 dB.

De kosten van het toepassen van stille wegdekken bedragen bij een prijs van € 125,-/m2 excl. BTW en een oppervlakte van ca 150 x 7 = 1050 m2 € 131.000,- excl. BTW. Dit bedrag staat in geen verhouding tot het beperkte aantal woningen dat hiervan direct nut heeft. Deze kosten zijn hoog omdat het om relatief klein wegvak gaat. De wegbeheerder zal niet altijd instemmen voor de aanpak van een klein wegdeel omdat dit onderhoudstechnisch en bij de gladheidsbestrijding tot problemen leidt.

Overdrachtsmaatregelen in de vorm van geluidschermen en/of wallen langs de Vroomshoopseweg zijn niet reëel. Er is, met het oog op de aantrekkelijke landschap ter plaatse, veel aandacht besteed aan een adequate ruimtelijke inpassing van de nieuwe woning. Overdrachtsmaatregelen in de vorm van wallen en/of schermen betekenen een grove inbreuk op de gewenste ruimtelijke kwaliteit.

Het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de nieuwe woning is fysiek niet mogelijk. De woning is al geprojecteerd op een afstand van ruim 50 meter uit de wegas. Een vergroting van de afstand tot de weg betekent een verkleining van de afstand van de woning tot het achterliggende bos. Dat is vanuit ruimtelijk en ecologisch oogpunt niet wenselijk.

De buitenruimte achter de toekomstige woningen voldoet aan de ambitiewaarde (in dit geval 48 dB) van het betreffende gebied.

Bij de aanvraag om bouwvergunning zal een bouwakoestisch onderzoek worden gevoegd op grond waarvan kan worden getoetst of wordt voldaan aan de binnenwaarde van het Bouwbesluit.

Conclusie toetsing voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling aan het ontheffingenbeleid

Geconcludeerd wordt de vaststelling van een hogere grenswaarde in overeenstemming is met het door de gemeente Twenterand gehanteerde beleid.