direct naar inhoud van 6.2 De indeling van het plangebied.
Plan: Buitengebied, partiële herziening Nieuwe Daarlerveenseweg 2a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0009-vas1

6.2 De indeling van het plangebied.

Door Ontwerpburo Herbertoldehinkel uit Radewijk is een erfinrichtingsplan opgesteld voor een adequate landschappelijke inpassing van het dierenpension.

Gebiedskenmerken

Het plangebied ligt in een Hoogveenontginningslandschap. Deze is ontstaan door vervening (het afgraven van veen) en ontginning (het in cultuur brengen ten behoeve van de landbouw). De vervening heeft plaatsgevonden in de 19e eeuw. Het veenontginningslandschap wordt gekarakteriseerd als vlak, grootschalig en “rechtlijnig” gebied met halftransparante linten van bebouwing en boombeplantingen.

De bebouwing en beplanting is geconcentreerd aan de ontginningsbases.

Ten behoeve van de turfwinning zijn vaarten en kanalen gegraven, die nu deels nog herkenbaar zijn. Het plangebied ligt visueel gezien op de overgang van bebouwing naar het meer openlijke landschap.

Langs de Nieuwe Daarlerveenseweg staan zomereiken. Deels zijn deze verdwenen en deel staan ze er nog. De Nieuwe Daarlerveenseweg is een belangrijk ontsluitingweg van Vriezenveen. Met name vanaf deze weg en de nabijgelegen bebouwde komt zal het hondenpension beleeft worden. Langs deze zijde wordt ook het meest geïnvesteerd in de inpasbaarheid van het landschap.

Omdat het structuur van het landschap met name wordt bepaald door de rechtlijnige sloten die haaks op de wegen liggen, is gekozen om het erf deels af te schermen met een Elzensingel. Deze accentueren ook de oude lijnen in het landschap. Daarnaast liggen de meeste erven deels open en deels besloten in het landschap door de toepassing van solitaire bomen en bossingels. Wel kan men vanuit het landschap de gebouwen goed ervaren.

Het beleid van de provincie hekelt ‘schaam’ groen. Belangrijke zichtlijnen worden aangemerkt als een kwaliteit voor de beleving van het landschap. Ook de schoonheid van de hedendaagse landbouw moet herkenbaar blijven in het gebied. Door in dit geval het erf deels te laten verschuilen achter een transparante elzensingel wordt aan deze wens voldaan.

Het erf is op te delen in een voor- en achtererf. Het voorerf dient als woonomgeving (westzijde). Het achtererf dient als werkomgeving. Ook het nieuw te realiseren hondenpension dient als werken (dus functioneel) ingericht te worden. De ruimte tussen wonen en werken noemen we 'bewegen'. Van hieruit wordt het landschap beleeft door de zichtlijnen op het open landschap. Binnen deze functie is ruimte voor parkeren en bewegen.

Het hondenpension wordt aan de zuidzijde afgescheiden door een grondwal met daarop inheems bosplantsoen. Dit breekt het geluid van de honden. Door in de randen van het erf open stukken te maken, wordt het erf opgedeeld in twee gedeelten. Dit verkleind de totale massaliteit van het erf.

De impact van het nieuw te bouwen hondenpension in de omgeving is niet erg groot. Mede gezien de enorme stal die al op het erf staat, valt het nieuw te bouwen pand haast niet op. Door extra aandacht te geven aan het totale erf wordt hiermee voldaan aan de eis het erf landschappelijk in te passen.

Een en ander is ruimtelijk vertaald in het ruimtelijk onderwerp zoals is opgenomen in figuur 6.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0009-vas1_0014.jpg"

Figuur 6.1. Indeling van het plangebied.

Verkeersaspecten-parkeren

Het dierenpension wordt ontsloten via de Nieuwe Daarlerveenseweg. Dit levert dat vanuit verkeerskundig oogpunt geen bezwaren op. Parkeren ten behoeve van het dierenpension vindt plaats op eigen grond. Er wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen.

Vanuit ruimtelijk en planologisch oogpunt bestaan er geen overwegende bezwaren tegen de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling.