direct naar inhoud van Regels
Plan: Vriezenveen Woongebied en Bedrijven PH Wilhelminastraat 4-6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.201711BPVZPH-vas1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

Het bestemmingsplan Vriezenveen Woongebied en Bedrijven PH Wilhelminastraat 4-6 met identificatienummer NL.IMRO.1700.201711BPVZPH-vas1 van de gemeente Twenterand.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep dat door één van de bewoners op kleine schaal in een woning en/of aangebouwd ondergeschikt gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de betreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde; :

1.7 bed & breakfast:

het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan niet meer dan vier personen die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.8 bestaand bebouwingspercentage:

het percentage van het bouwperceel dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd en dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, met uitzondering van (het deel van) de bouwwerken die niet legaal gebouwd zijn;

1.9 bestaand bouwwerk

een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning voor het bouwen, met uitzondering van (het deel van) de bouwwerken die niet legaal gebouwd zijn.

1.10 bestaand gebouw

een gebouw dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning voor het bouwen, met uitzondering van (het deel van) de gebouwen die niet legaal gebouwd zijn;

1.11 bestaand gebruik
  • a. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
  • b. het onder a bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische toestemming;
1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.14 bijzondere woonvormen
  • a. een woonvorm waar bewoners niet nagenoeg zelfstandig wonen, met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding);
  • b. een groep personen die geen (duurzame) gemeenschappelijk huishouden voert, er is geen sprake van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
  • c. woongroepen: een groep personen die er bewust voor kiezen om met elkaar in één woning samen te wonen, zonder dat er sprake is van een gezinsverband of samenlevingsvorm.
1.15 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.16 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.17 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;

1.18 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.19 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.20 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk:

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.22 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 groenvoorzieningen:

onbebouwd gebied, bestaande uit grasvelden, (opgaande) beplantingen, waterpartijen, speelvoorzieningen en voetpaden;

1.24 hoekperceel:

het perceel dat aan twee of meer zijden is gelegen aan openbaar gebied;

1.25 hoofdbouw:

een gebouw ten behoeve van bewoning dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.26 huishouden:

Een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:

  • a. voor onbepaalde tijd samenleven;
  • b. een ieder neemt deel aan het gezinsleven, bijvoorbeeld samen eten en verdeling huishoudelijke taken;
  • c. eigen kamer, maar gemeenschappelijk sanitair, keuken en woonkamer;
  • d. personen worden niet door instelling geplaatst, er vindt geen behandelingstraject plaats.

Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen vallen niet onder het begrip 'huishouden';

1.27 indelingslijn:

een als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of een bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;

1.28 inwoning:

het bewonen van een ruimte, die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen en waarbij maximaal aantal huishoudens per woning nooit meer bedraagt dan twee;

1.29 JOP (Jongeren Ontmoetings Plaats):

een voor jongeren aangewezen of ingerichte openbare locatie, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.30 kunstwerk:

een bouwwerk geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een voortbrengsel van de beeldende kunsten, danwel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.31 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;

1.32 ondergeschikt gebouw:

een gebouw of een onderdeel van een gebouw behorend bij een (bedrijfs)woning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht qua omvang en situering als ondergeschikt aan de hoofdbouw valt aan te merken. Hiervan is sprake indien het gebouw minimaal 1,5 m lager is dan de hoofdbouw;

1.33 opslag:

handelingen waarbij een stof of product voor een korte of langere tijd in een zekere ruimte min of meer statisch wordt gehouden;

1.34 overslag:

handelingen zoals (be)laden, lossen, overladen, hevelen en dergelijke voorzover niet op pneumatische of mechanische wijze, bijvoorbeeld kranen, transportbanden, leidingen;

1.35 peil:
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang plus 0,25 m;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.36 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

1.37 rooilijn:

de vanwege Burgemeester en Wethouders, zo nodig in het terrein, aangewezen lijn, welke op een zoveel mogelijk gelijkmatige afstand evenwijdig aan de as van de weg is gelegen en die:

  • bij bestaande bebouwing zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de naar de wegzijde gekeerde gevels van deze bebouwing;
  • bij het ontbreken van bestaande bebouwing is gelegen op een afstand van ten minste 10 m uit de as van de weg.

Indien op de verbeelding een rooilijn is aangegeven, geldt deze lijn als rooilijn;

1.38 seksshop:

detailhandel in overwegend erotische artikelen waaronder mede begrepen een videotheek waar overwegend erotische films worden verhuurd;

1.39 vrijstaand ondergeschikt gebouw:

een ondergeschikt gebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van de hoofdbouw of daarmee slechts is verbonden door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming;

1.40 wonen:

het gehuisvest zijn in een woning;

1.41 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor het niet recreatief huisvesten van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals dakkapellen en wolfseinden en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen, exclusief de inhoud van kelders voor zover deze zijn gelegen onder een gebouw en deze van buiten niet toegankelijk zijn;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:

vanaf enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Woongebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen waaronder aan huis verbonden beroepen tot 30% van de oppervlakte van het hoofgebouw begrepen;

Met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. kunstwerken;
  • d. verkeer en verblijf;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, watergangen en waterpartijen;
  • f. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 hoofdbouw

Voor het bouwen van de hoofdbouw gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdbouwen worden uitsluitend binnen een bouwvlak gebouwd;
  • b. als hoofdbouw mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd;
  • c. het aantal woningen binnen een bouwvlak bedraagt maximaal één;
  • d. de goothoogte bedraagt niet meer dan 6 m, dan wel niet meer dan de goothoogte van de bestaande hoofdbouw indien deze hoger is;
  • e. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9,5 m, dan wel niet meer dan de bouwhoogte van de bestaande hoofdbouw indien deze hoger is;
  • f. het maximale bebouwingspercentage van een bouwperceel bij woningen mag niet meer bedragen dan:
    • 1. bij een bouwperceelsgrootte tot 200 m²: maximaal 60%;
    • 2. bij een bouwperceelsgrootte van 200 m² tot 500 m²: 120 m², vermeerderd met 40% van de perceelsgrootte die de 200 m² te boven gaat;
    • 3. bij een bouwperceelsgrootte vanaf 500 m²: 240 m², vermeerderd met 20% van de perceelsgrootte die de 500 m² te boven gaat tot een maximum van 400 m²;
3.2.2 ondergeschikte gebouwen

Voor het bouwen van ondergeschikte gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m, dan wel niet meer dan de goothoogte van het bestaande ondergeschikte gebouw indien deze hoger is;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m, dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het bestaande ondergeschikte gebouw indien deze hoger is;
  • c. ondergeschikte gebouwen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van de hoofdbouw te worden gebouwd, met uitzondering van aangebouwde ondergeschikte gebouwen met een diepte van ten hoogste 1,5 m en een maximum oppervlakte van 7,5 m²;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de ondergeschikte gebouwen bij woningen mag niet meer bedragen dan:
    • 1. bij een bouwperceelsgrootte tot 200 m²: maximaal 75 m²
    • 2. bij een bouwperceelsgrootte van 200 m² tot 500 m²: maximaal 100 m²;
    • 3. bij een bouwperceelsgrootte van 500 m² tot 1.000 m²: maximaal 125 m²;
    • 4. bij een bouwperceelsgrootte vanaf 1.000 m²: maximaal 150 m²;
  • e. het maximale bebouwingspercentage van een bouwperceel bij woningen mag niet meer bedragen dan:
    • 1. bij een bouwperceelsgrootte tot 200 m²: maximaal 60%;
    • 2. bij een bouwperceelsgrootte van 200 m² tot 500 m²: 120 m², vermeerderd met 40% van de bouwperceelsgrootte die de 200 m² te boven gaat;
    • 3. bij een bouwperceelsgrootte vanaf 500 m²: 240 m², vermeerderd met 20% van de bouwperceelgrootte die de 500 m² te boven gaat tot een maximum van 400 m²;
  • f. de afstand tot de niet naar de weg gekeerde perceelgrens van het bouwperceel bedraagt ten minste 1 m, tenzij op de niet naar de weg gekeerde perceelgrens wordt gebouwd;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte aan niet-vrijstaande ondergeschikte gebouwen mag nooit meer bedragen dan de oppervlakte van de hoofdbouw; met uitzondering van percelen met een niet grotere huiskavelbreedte dan 7 m en/of percelen met aaneengesloten hoofdbouwen waarbij een hoofdbouw geen grotere oppervlakte heeft dan 50 m². Dan mag de gezamenlijke oppervlakte van het niet-vrijstaande ondergeschikte gebouw maximaal 125% van de hoofdbouw bedragen;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande ondergeschikte gebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen;
  • i. de afstand van vrijstaande ondergeschikte gebouwen tot andere gebouwen dient minimaal 1 m te bedragen, dan wel minimaal de bestaande afstand indien deze kleiner is.
3.2.3 overige gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf geldt dat de inhoud per gebouw niet meer dan 50 m³ mag bedragen.

3.2.4 voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
  • a. achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de hoofdbouw bedraagt de bouwhoogte op tuinen en erven niet meer dan 3 m;
  • b. voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de hoofdbouw bedraagt de bouwhoogte niet meer dan 1 m.
  • c. de hoogte van erfafscheidingen achter de niet naar de weg gekeerde gevel(s) mag niet meer bedragen dan 2 m
  • d. de hoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • e. de hoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 8 m bedragen;
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de woon- en werksituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verschijningsvorm van de gebouwen;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen in die zin dat:
    • 1. de hoofdbouw in de rooilijn moeten worden gebouwd;
    • 2. ondergeschikte gebouwen 1 m achter de rooilijn moeten worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte en dakvorm bij verbouw van gebouwen; deze dienen aan te sluiten bij het bestaande gebouw;
  • c. de bouwhoogte van de hoofdbouw in die zin dat het verschil met de goothoogte ten minste 2 m dient te bedragen;
  • d. de plaats van bouwwerken geen gebouw zijnde , met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de woon- en werksituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verschijningsvorm van de gebouwen;

Afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2.2, onder b:
    voor niet-vrijstaande ondergeschikte gebouwen tot en met een maximum bouwhoogte van 7,5 m;
  • b. lid 3.2.2, onder c:
    • 1. ingeval van hoekpercelen;
    • 2. ingeval van overige percelen onder de voorwaarden dat het ondergeschikte gebouw in architectonisch opzicht onderdeel uitmaakt van de bijbehorende hoofdbouw;
  • c. lid 3.2.2, onder g;
    onder de voorwaarden dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande ondergeschikte gebouwen niet meer bedraagt dan 50 m²;
    • 2. de vergroting noodzakelijk is;
  • d. lid 3.2.2, onder f, g en i:
    ingeval de oppervlakte van de bestaande, vrijstaande ondergeschikte gebouwen groter is dan 50 m², teneinde toe te staan dat de bestaande, vrijstaande ondergeschikte gebouwen worden vervangen door maximaal twee vrijstaande ondergeschikte gebouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van de vrijstaande ondergeschikte gebouwen na deze vervangende nieuwbouw c.q. verbouw is teruggebracht tot maximaal 50 m² vermeerderd met 50% van de oppervlakte boven de 50 m²;
    • 2. de hoogte en de goothoogte van de vrijstaande, ondergeschikte gebouwen respectievelijk maximaal 5 m en 3 m bedragen;
    • 3. door de vervangende nieuwbouw c.q. verbouw geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de eventueel ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en/of landschaps- en/of natuurwaarden;
    • 4. door de vervangende nieuwbouw c.q. verbouw ruimtelijk een betere situatie ontstaat.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, dan wel te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in lid 3.1 gegeven bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebuik van gronden en bouwwerken voor enige vorm van beroep, handel en/of bedrijf, met uitzondering van aan huis verbonden beroepen.
  • b. het gebruik van ondergeschikte gebouwen met een oppervlakte van meer dan 10m2 voor huisdieren.
  • c. het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen als woning;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor prostitutie en seksshops;
  • e. gronden mogen niet worden gebruikt behoeve van de functies zoals bedoeld in artikel 3 zonder dat er per woning 2 parkeerplaatsen zijn gerealiseerd en/of in stand worden gehouden;
  • f. de onder e bedoelde parkeerplaatsen dienen tenminste 2,50 meter bij 5,00 meter te zijn.
  • g.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de woon- en werksituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verschijningsvorm van de gebouwen;

afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.5 voor aan huis verbonden activiteiten die uit het oogpunt van hun relatie tot de omgeving op één lijn zijn te stellen met aan huis verbonden beroepen, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van de woning en aangebouwde ondergeschikte gebouwen.
  • b. lid 1.28 en 3.1 ten behoeve van inwoning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de inwoning binnen het hoofdgebouw wordt gerealiseerd danwel in niet vrijstaande ondergeschikte gebouwen, voorzover niet verder dan 4 m gelegen vanaf het hoofdgebouw;
    • 2. de woning de uiterlijke verschijningsvorm van één bouwmassa behoudt;
    • 3. slechts één aansluiting voor de verschillende nutsvoorzieningen (één meterkast) aanwezig is;
    • 4. de woning zowel op de begane grond als op de eventueel aanwezige verdieping door middel van een volwaardige, rechtstreekse doorgang onderling is verbonden;
    • 5. er gebruik gemaakt wordt van de bestaande oprit.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen als woning;
  • het gebruik van (een deel van) een bedrijfsgebouw als woning;
  • het gebruik van gronden ten behoeve van de opslag van goederen voor de naar de weg gekeerde gevel van bedrijfsgebouwen;
  • het gebruik van bouwwerken en gronden als stort en overslag van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
  • het gebruik van gronden en bouwwerken voor enige vorm van beroep, handel en/of bedrijf, met uitzondering van aan huis verbonden beroepen;
  • het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter;
  • het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutie en seksshops.

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:

  • a. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtkokers, liftschachten en lichtkappen met maximaal 10% van de oppervlakte van het betreffende gebouw wordt vergroot, mits:
    • 1. deze vergroting niet meer dan 20 m² bedraagt;
    • 2. de vergroting niet leidt tot een bouwhoogte welke meer dan één maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
  • b. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen voor het verhogen van de bouwhoogte voor installaties en dergelijke voor ten hoogste 20% van de oppervlakte van de gebouwen tot maximaal 15 m om te kunnen voldoen aan de milieuvoorwaarden;
  • c. het afwijken van bebouwingsgrenzen en overige aanduidingen op de verbeelding met maximaal 5 m ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven onder voorwaarde dat deze afwijkingen noodzakelijk zijn in verband met de uitmeting van het terrein, dan wel uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond gewenst zijn;
  • d. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • e. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 10 m mag bedragen en voor een centrale antenne tot een bouwhoogte van ten hoogste 25 m;
  • f. het bepaalde in het plan en toestaan dat een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde wordt gebruikt c.q. opgericht ten behoeve van een JOP, mits:
    • 1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m2 bedraagt;
    • 2. de goothoogte ten hoogste 3 meter bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt.
  • g. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken geen gebouw zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, ten hoogste 15 m bedraagt;
  • h. het verleggen van een oppad tot maximaal 15 m vanuit het op de verbeelding aangegeven oppad;
  • i. het bepaalde in het plan voor het bouwen van kunstwerken, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
6.2 Voorwaarden voor afwijken

De onder 6.1 bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verschijningsvorm van de gebouwen.

Artikel 7 Algemene wijzigingsregels

7.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de plaats en richting van bebouwingsgrenzen en bestemmingsgrenzen en overige aanduidingen op de verbeelding met maximaal 10 m kunnen worden gewijzigd ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven, onder de voorwaarde dat deze afwijkingen uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond zijn gewenst;
  • b. een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
7.2 Voorwaarden voor wijziging

De onder 7.1 bedoelde wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • de woon- en werksituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 8 Parkeren en laden/lossen

8.1 Parkeergelegenheid

Indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein. Voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de nota parkeernormen gemeente Twenterand. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

8.2 Afmetingen parkeerplaatsen

De in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

  • a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 meter bij 5,00 meter in geval van haaks en gestoken parkeren en 2,20 meter bij 6,50 meter bij langs parkeren bedragen;
  • b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst, ten minste 3,50 meter bij 6,00 meter bedragen.
8.3 Laden en lossen

Indien het gebruik van een terrein of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

8.4 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste, tweede en/of derde lid:

  • a. indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en/of bouwwerken, waarbij niet is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en/of voldoende laad- en losruimte.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
9.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
9.1.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 9.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1.1 met maximaal 10%.

9.1.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 9.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

9.2 Overgangsrecht gebruik
9.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

9.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

9.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

9.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 9.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Vriezenveen Woongebied en Bedrijven PH Wilhelminastraat 4-6.

Bijlagen bij de regels

Bijlage 1 Staat van bedrijven

SBI-
CODE  
    OMSCHRIJVING   AFSTANDEN IN METERS   
-   nummer     geur   stof   geluid   gevaar   grootste
afstand  
categorie  
01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW                          
014   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:                          
014   1   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²   30   10   50   10   50   3.1  
014   3   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m2   30   10   50   10   50   3.1  
02   -   BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW                          
020       Bosbouwbedrijven   10   10   50   0   50   3.1  
15   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN                          
151   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:                          
151   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   0   100   50   100   3.2  
151   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   0   100   50   100   3.2  
151   7   - loonslachterijen   50   0   50   10   50   3.1  
151   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   0   50   10   50   3.1  
152   0   Visverwerkingsbedrijven:                          
152   2   - conserveren   200   0   100   30   200   4.1  
152   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   10   50   30   100   3.2  
152   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   10   30   10   50   3.1  
1532, 1533   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:                          
1532, 1533   1   - jam   50   10   100   10   100   3.2  
1532, 1533   2   - groente algemeen   50   10   100   10   100   3.2  
1532, 1533   3   - met koolsoorten   100   10   100   10   100   3.2  
1541   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:                          
1541   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   30   100   30   200   4.1  
1542   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:                          
1542   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   10   100   100   200   4.1  
1543   0   Margarinefabrieken:                          
1543   1   - p.c. < 250.000 t/j   100   10   200   30   200   4.1  
1551   0   Zuivelprodukten fabrieken:                          
1551   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   50   0   100   50   100   3.2  
1552   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   50   0   100   50   100   3.2  
1552   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   10   0   30   0   30   2  
1561   0   Meelfabrieken:                          
1561   2   - p.c. < 500 t/u   100   50   200   50   200   4.1  
1561       Grutterswarenfabrieken   50   100   200   50   200   4.1  
1562   0   Zetmeelfabrieken:                          
1562   1   - p.c. < 10 t/u   200   50   200   30   200   4.1  
1571   0   Veevoerfabrieken:                          
1571   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   200   50   200   30   200   4.1  
1572       Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   100   200   30   200   4.1  
1581   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:                          
1581   1   - v.c. < 2500 kg meel/week   30   10   30   10   30   2  
1581   2   - v.c. >= 2500 kg meel/week   100   30   100   30   100   3.2  
1582       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   10   100   30   100   3.2  
1584   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:                          
1584   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   30   50   30   100   3.2  
1585     Deegwarenfabrieken   50   30   10   10   50   3.1  
1586   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:                          
1586   2   - theepakkerijen   100   10   30   10   100   3.2  
1587       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   30   50   10   200   4.1  
1589       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   30   50   30   200   4.1  
1589.1       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   50   50   50   200   4.1  
1589.2   0   Soep- en soeparomafabrieken:                          
1589.2   1   - zonder poederdrogen   100   10   50   10   100   3.2  
1589.2       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   50   50   30   200   4.1  
1592   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:                          
1592   1   - p.c. < 5.000 t/j   200   30   200   30   200   4.1  
1593 t/m 1595       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   10   0   30   0   30   2  
1598       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   10   0   100   50   100   3.2  
16   -   VERWERKING VAN TABAK                          
160       Tabakverwerkende industrie   200   30   50   30   200   4.1  
17   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL                          
171       Bewerken en spinnen van textielvezels   10   50   100   30   100   3.2  
172   0   Weven van textiel:                          
172   1   - aantal weefgetouwen < 50   10   10   100   0   100   3.2  
173       Textielveredelingsbedrijven   50   0   50   10   50   3.1  
174, 175       Vervaardiging van textielwaren   10   0   50   10   50   3.1  
1751       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   100   30   200   10   200   4.1  
176, 177       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   0   10   50   10   50   3.1  
18   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT                          
181       Vervaardiging kleding van leer   30   0   50   0   50   3.1  
182       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   10   10   30   10   30   2  
183       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   10   10   10   50   3.1  
                 
19   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)                          
192       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   10   30   10   50   3.1  
193       Schoenenfabrieken   50   10   50   10   50   3.1  
20   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.                          
2010.1       Houtzagerijen   0   50   100   50   100   3.2  
2010.2   0   Houtconserveringsbedrijven:                          
2010.2   1   - met creosootolie   200   30   50   10   200   4.1  
2010.2   2   - met zoutoplossingen   10   30   50   10   50   3.1  
202       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   30   100   10   100   3.2  
203, 204, 205   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   0   30   100   0   100   3.2  
205       Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   10   10   30   0   30   2  
21   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN                          
2111       Vervaardiging van pulp   200   100   200   50   200   4.1  
2112   0   Papier- en kartonfabrieken:                          
2112   1   - p.c. < 3 t/u   50   30   50   30   50   3.1  
2112   2   - p.c. 3 - 15 t/u   100   50   200   50   200   4.1  
212       Papier- en kartonwarenfabrieken   30   30   100   30   100   3.2  
2121.2   0   Golfkartonfabrieken:                          
2121.2   1   - p.c. < 3 t/u   30   30   100   30   100   3.2  
2121.2   2   - p.c. >= 3 t/u   50   30   200   30   200   4.1  
22   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA                          
221       Uitgeverijen (kantoren)   0   0   10   0   10   1  
2221       Drukkerijen van dagbladen   30   0   100   10   100   3.2  
2222       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   30   0   100   10   100   3.2  
2222.6       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   10   0   30   0   30   2  
2223   A   Grafische afwerking   0   0   10   0   10   1  
2223   B   Binderijen   30   0   30   0   30   2  
2224       Grafische reproduktie en zetten   30   0   10   10   30   2  
2225       Overige grafische aktiviteiten   30   0   30   10   30   2  
223       Reproduktiebedrijven opgenomen media   0   0   10   0   10   1  
23  
-  
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN                          
2320.2   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   50   0   100   30   100   3.2  
24   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN                          
2411   0   Vervaardiging van industriële gassen:                          
2412       Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   0   200   200   200   4.1  
2414.1   B0   Methanolfabrieken:                          
2414.1   B1   - p.c. < 100.000 t/j   100   0   200   100   200   4.1  
2442   0   Farmaceutische produktenfabrieken:                          
2442   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   10   50   50   50   3.1  
2442   2   - verbandmiddelenfabrieken   10   10   30   10   30   2  
2462   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:                          
2462   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   10   100   50   100   3.2  
2464       Fotochemische produktenfabrieken   50   10   100   50   100   3.2  
2466   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   10   50   50   50   3.1  
2466   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   200   30   100   200   200   4.1  
25   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF                          
2512   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:                          
2512   1   - vloeropp. < 100 m2   50   10   30   30   50   3.1  
2512   2   - vloeropp. >= 100 m2   200   50   100   50   200   4.1  
2513     Rubber-artikelenfabrieken   100   10   50   50   100   3.2  
252   0   Kunststofverwerkende bedrijven:                          
252   1   - zonder fenolharsen   200   50   100   100   200   4.1  
26   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN                          
261   0   Glasfabrieken:                          
261   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   30   30   100   30   100   3.2  
2615       Glasbewerkingsbedrijven   10   30   50   10   50   3.1  
262, 263   0   Aardewerkfabrieken:                          
262, 263   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   10   10   30   10   30   2  
262, 263   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   30   50   100   30   100   3.2  
264   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   30   200   200   30   200   4.1  
264   B   Dakpannenfabrieken   50   200   200   100   200   4.1  
2652   0   Kalkfabrieken:                          
2652   1   - p.c. < 100.000 t/j   30   200   200   30   200   4.1  
2653   0   Gipsfabrieken:                          
2653   1   - p.c. < 100.000 t/j   30   200   200   30   200   4.1  
2661.1   0   Betonwarenfabrieken:                          
2661.1   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   10   100   200   30   200   4.1  
2661.2   0   Kalkzandsteenfabrieken:                          
2661.2   1   - p.c. < 100.000 t/j   10   50   100   30   100   3.2  
2662       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   50   50   100   30   100   3.2  
2663, 2664   0   Betonmortelcentrales:                          
2663, 2664   1   - p.c. < 100 t/u   10   50   100   100   100   3.2  
2665, 2666   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:                          
2665, 2666   1   - p.c. < 100 t/d   10   50   100   50   100   3.2  
267   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:                          
267   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m2   10   30   100   0   100   3.2  
2681       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   10   30   50   10   50   3.1  
2682   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):                          
2682   B2   - overige isolatiematerialen   200   100   100   50   200   4.1  
2682   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   50   50   100   50   100   3.2  
2682   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   100   50   200   30   200   4.1  
28   -   VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)                          
281   0   Constructiewerkplaatsen:                          
281   1   - gesloten gebouw   30   30   100   30   100   3.2  
281   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   30   50   200   30   200   4.1  
2821   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:                          
2822, 2830       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   30   30   200   30   200   4.1  
284   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   10   30   200   30   200   4.1  
284   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   50   30   100   30   100   3.2  
2851   0   Metaaloppervlaktebehandelings-bedrijven:                          
2851   1   - algemeen   50   50   100   50   100   3.2  
2851   10   - stralen   30   200   200   30   200   4.1  
2851   11   - metaalharden   30   50   100   50   100   3.2  
2851   12   - lakspuiten en moffelen   100   30   100   50   100   3.2  
2851   2   - scoperen (opspuiten van zink)   50   50   100   30   100   3.2  
2851   3   - thermisch verzinken   100   50   100   50   100   3.2  
2851   4   - thermisch vertinnen   100   50   100   50   100   3.2  
2851   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   30   50   100   30   100   3.2  
2851   6   - anodiseren, eloxeren   50   10   100   30   100   3.2  
2851   7   - chemische oppervlaktebehandeling   50   10   100   30   100   3.2  
2851   8   - emailleren   100   50   100   50   100   3.2  
2851   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   30   30   100   50   100   3.2  
2852   1   Overige metaalbewerkende industrie   10   30   100   30   100   3.2  
287   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:                          
287   A1   - p.o. < 2.000 m2   30   50   200   30   200   4.1  
287   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   30   30   100   30   100   3.2  
29   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN                          
29   0   Machine- en apparatenfabrieken:                          
29   1   - p.o. < 2.000 m2   30   30   100   30   100   3.2  
29   2   - p.o. >= 2.000 m2   50   30   200   30   200   4.1  
30   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS                          
30   A   Kantoormachines- en computerfabrieken   30   10   30   10   30   2  
                 
                 
                 
31   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.                          
311       Elektromotoren- en generatorenfabrieken   200   30   30   50   200   4.1  
312       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   10   30   50   200   4.1  
313       Elektrische draad- en kabelfabrieken   100   10   200   100   200   4.1  
314       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   30   100   50   100   3.2  
315     Elektrotechnische industrie n.e.g.   30   10   30   10   30   2  
32   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.                          
321 t/m 323       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   30   0   50   30   50   3.1  
3210       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   10   50   30   50   3.1  
33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN                          
33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.   30   0   30   0   30   2  
34       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS                          
341   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven                          
341   1   - p.o. < 10.000 m2   100   10   200   30   200   4.1  
3420.1       Carrosseriefabrieken   100   10   200   30   200   4.1  
3420.2       Aanhangwagen- en oplegg
abrieken  
30   10   200   30   200   4.1  
343       Auto-onderdelenfabrieken   30   10   100   30   100   3.2  
35   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)                          
351   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:                          
351   1   - houten schepen   30   30   50   10   50   3.1  
351   2   - kunststof schepen   100   50   100   50   100   3.2  
351   3   - metalen schepen < 25 m   50   100   200   30   200   4.1  
352   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:                          
352   1   - algemeen   50   30   100   30   100   3.2  
353   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:                          
353   1   - zonder proefdraaien motoren   50   30   200   30   200   4.1  
354       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   30   10   100   30   100   3.2  
355       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   30   30   100   30   100   3.2  
36   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.                          
361   1   Meubelfabrieken   50   50   100   30   100   3.2  
361   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   0   10   10   0   10   1  
362       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   10   10   10   30   2  
363       Muziekinstrumentenfabrieken   30   10   30   10   30   2  
364       Sportartikelenfabrieken   30   10   50   30   50   3.1  
365       Speelgoedartikelenfabrieken   30   10   50   30   50   3.1  
3661.2       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   30   10   50   30   50   3.1  
                 
45   -   BOUWNIJVERHEID                          
45   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m2   10   30   100   10   100   3.2  
45   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m2   10   30   50   10   50   3.1  

5  
2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m2   10   30   50   10   50   3.1  
45   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m2   0   10   30   10   30   2  
50   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS                          
501, 502, 504       Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   10   0   30   10   30   2  
502       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   10   10   100   10   100   3.2  
5020.4   A   Autoplaatwerkerijen   10   30   100   10   100   3.2  
5020.4   B   Autobeklederijen   0   0   10   10   10   1  
5020.4   C   Autospuitinrichtingen   50   30   30   30   50   3.1  
5020.5       Autowasserijen   10   0   30   0   30   2  
503, 504       Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   0   0   30   10   30   2  
505   0   Benzineservisestations:                          
505   1   - met LPG > 1000 m3/jr   30   0   30   200   200   4.1  
505   2   - met LPG < 1000 m3/jr   30   0   30   50   50   3.1  
505   3   - zonder LPG   30   0   30   10   30   2  
51   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING                          
511       Handelsbemiddeling (kantoren)   0   0   10   0   10   1  
5121   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   30   30   50   30   50   3.1  
5122       Grth in bloemen en planten   10   10   30   0   30   2  
5123       Grth in levende dieren   50   10   100   0   100   3.2  
5124       Grth in huiden, vellen en leder   50   0   30   0   50   3.1  
5125, 5131       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   30   10   30   50   50   3.1  
5132, 5133       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   10   0   30   50   50   3.1  
5134       Grth in dranken   0   0   30   0   30   2  
5135       Grth in tabaksprodukten   10   0   30   0   30   2  
5136       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   10   10   30   0   30   2  
5137       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   10   30   0   30   2  
5138, 5139       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   10   10   30   10   30   2  
514       Grth in overige consumentenartikelen   10   10   30   10   30   2  
5151.1   0   Grth in vaste brandstoffen:                          
5151.1   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   10   50   50   30   50   3.1  
5151.2   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:                          
5151.2   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   50   0   50   200   200   4.1  
5151.3       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   0   30   50   100   3.2  
5152.1   0   Grth in metaalertsen:                          
5152.2 /.3       Grth in metalen en -halffabrikaten   0   10   100   10   100   3.2  
5153   0   Grth in hout en bouwmaterialen:                          
5153   1   - algemeen: b.o. > 2000 m2   0   10   50   10   50   3.1  
5153.4   4   zand en grind:                          
5153.4   5   - algemeen: b.o. > 200 m2   0   30   100   0   100   3.2  
5154   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:                          
5154   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m2   0   0   50   10   50   3.1  
5155.1       Grth in chemische produkten   50   10   30   100   100   3.2  
5156       Grth in overige intermediaire goederen   10   10   30   10   30   2  
5157   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m2   10   30   100   30   100   3.2  
5157.2/3   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m2   10   30   100   10   100   3.2  
5162   0   Grth in machines en apparaten:                          
5162   1   - machines voor de bouwnijverheid   0   10   100   10   100   3.2  
5162   2   - overige   0   10   50   0   50   3.1  
517       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   0   0   30   0   30   2  
52   -   REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN                          
527       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   0   0   10   10   10   1  
60   -   VERVOER OVER LAND                          
6022       Taxibedrijven   0   0   30   0   30   2  
6023       Touringcarbedrijven   10   0   100   0   100   3.2  
6024   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m2   0   0   100   30   100   3.2  
6024   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m2   0   0   50   30   50   3.1  
63   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER                          
6311.2   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:                          
6311.2   2   - stukgoederen   0   10   100   50   100   3.2  
6312       Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen   30   10   50   50   50   3.1  
64   -   POST EN TELECOMMUNICATIE                          
641       Post- en koeriersdiensten   0   0   30   0   30   2  
642   A   Telecommunicatiebedrijven   0   0   10   0   10   1  
71   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN                          
711       Personenautoverhuurbedrijven   10   0   30   10   30   2  
712     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   10   0   50   10   50   3.1  
713       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   10   0   50   10   50   3.1  
714       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   10   10   30   10   30   2  
72   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE                          
72   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   0   0   10   0   10   1  
73   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK                          
731       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   30   10   30   30   30   2  
732       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   0   0   10   0   10   1  
74   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING                          
74   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   0   0   10   0   10   1  
747       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   10   30   30   50   3.1  
7481.3       Foto- en filmontwikkelcentrales   10   0   30   10   30   2  
7484.3       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   50   30   200   50   200   4.1  
7484.4       Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   0   0   10   0   10   1  
75   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN                          
7525       Brandweerkazernes   0   0   50   0   50   3.1  
90   -   MILIEUDIENSTVERLENING                          

9001  

A0  
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:                          
9002.1   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   30   50   10   50   3.1  
9002.1   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   30   30   50   30   50   3.1  
9002.2   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:                          
9002.2   A2   - kabelbranderijen   100   50   30   10   100   3.2  
9002.2   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   10   30   10   50   3.1  
9002.2   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   0   10   30   100   3.2  
9002.2   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   10   10   30   30   30   2  
9002.2   C0   Composteerbedrijven:                          
9002.2   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   100   100   10   100   3.2  
9002.2   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   200   200   100   30   200   4.1  
9002.2   C5   - GFT in gesloten gebouw   200   50   100   100   200   4.1  
93   -   OVERIGE DIENSTVERLENING                          
9301.1   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   30   0   50   30   50   3.1  
9301.1   B   Tapijtreinigingsbedrijven   30   0   50   30   50   3.1  
9301.2       Chemische wasserijen en ververijen   30   0   30   30   30   2  
9301.3   A   Wasverzendinrichtingen   0   0   30   0   30   2