Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a 'Molenweg Colijnsplaat' |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1695.TAMMolenweg-ON01 |
Preambule
Dit TAM-IMRO omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie 'Molenweg' in Colijnsplaat. Dit TAM-IMRO omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) van het omgevingsplan van de gemeente Noord-Beveland. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Noord-Beveland. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a.' gelezen worden.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij artikel 2.2 een afwijkende of aanvullende begripsomschrijving bevat.
In aanvulling op en in afwijking van de begripsbepalingen zoals bedoeld in artikel 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit hoofdstuk de volgende begrippen gehanteerd:
achtererf
gedeelte van het erf tussen de achtergevelrooilijn en de aan de achterzijde van het gebouw gelegen erfgrens;
archeologisch deskundige
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige inzake archeologie;
archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over het certificaat als bedoeld in paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met artikel 5.6, van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten;
aquacultuur
bebouwing
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bed & breakfast
het bieden van de ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
beroeps- of bedrijfsactiviteit waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn en dat op kleine schaal in een woning en of in het bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend.
bestaand
ten tijde van de inwerkingtreding van dit hoofdstuk;
bestaand bouwen
op het tijdstip van het ter visie leggen van het ontwerp van dit hoofdstuk legaal aanwezige of vergunde bouwwerken;
bestaand gebruik
het op het tijdstip van het in werking treden van dit hoofdstuk aanwezige of vergunde gebruik van grond en opstallen;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dwarskap
een kapvorm waarbij de nok loodrecht op de openbare weg staat;
erf
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het perceel waarop dat gebouw is geplaatst;
escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend;
grondgebonden agrarisch bedrijf
huishouden
de bewoning van een woning door één persoon dan wel door meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid, niet zijnde kamerverhuur;
kamerverhuur
woonvorm waarin sprake is van woonruimte zonder eigen toegang en waarbij de bewoner(s) van de woonruimte afhankelijk is/zijn van één of meer gedeelde voorzieningen zoals keuken, badkamer, toilet, buiten de woonruimte;
kweektunnel
een halfronde of min of meer halfronde constructie overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor het voortrekken van gewassen of het opkweken van plantmateriaal en/of voorkomen van vogelvraat;
molendeskundige
een door het college aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens;
opgraving
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het bepalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een certificaat als bedoeld in paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met artikel 5.6, van de Erfgoedwet en worden uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
peil
de kruin van de weg indien afstand tussen het bouwwerk en de kant van de weg minder dan 5 meter bedraagt, en in de andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein;
raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
regenkap
niet door wanden omsloten bouwwerk overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor de bescherming van gewassen tegen neerslag;
seksautomatenhal
een gelegenheid waarin bedrijfsmatig door middel van automaten filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
seksbioscoop/-theater
een gelegenheid waarin bedrijfsmatig erotische en/of pornografische aard kunnen worden vertoond;
seksinrichting
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
straatprostitutie
zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
tijdelijke kweektunnels
kweektunnels die slechts gedurende één seizoen op de landbouwgronden aanwezig zijn;
uitvoeren van grondwerkzaamheden
onder het uitvoeren van grondwerkzaamheden wordt verstaan:
voorgevellijn
de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
vrijstaand
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw;
waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel) infiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins;
wonen
het gehuisvest zijn in een (zelfstandige) woning/wooneenheid of ander daartoe bedoeld object;
woning
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden:
zijgevel
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende meet- en rekenbepalingen:
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de breedte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/ of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
het bebouwde oppervlak
optellen van de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar, tenzij in deze regels anders is bepaald;
ondergeschikte bouwdelen
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overtekende daken worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en de grens van de functie maximaal 1,00 m bedraagt.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties aangewezen als 'Agrarisch'.
Een als Agrarisch aangewezen locatie heeft de volgende functies:
alsmede
Ter plaatse van de locatie 'Agrarisch' is het verboden nieuwe bebouwing in de vorm van een gebouw te bouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik ter plaatse van de aanduiding ‘aquacultuur’ gelden de volgende regels:
Het plaatsen en gebruiken van tijdelijke kweektunnels is toegestaan met een hoogte van minder dan 1,5 meter.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties aangewezen als 'Groen'.
Een als Groen aangewezen locatie heeft de volgende functies:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties aangewezen als 'Natuur'.
Een als Natuur aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op locaties aangewezen als 'Verkeer'.
Een als Verkeer aangewezen locatie heeft de volgende functies:
alsmede voor:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties aangewezen als 'Woongebied'.
Een als 'Woongebied' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gestapelde hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
In afwijking van artikel 10.3.6 onder a wordt de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ook verleend bij een hogere bouwhoogte, indien:
Het is verboden om:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bed & breakfast uit te oefenen in- of bij een woning.
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, als bedoeld in 10.4.2, worden in ieder geval de volgende documenten en gegevens verstrekt:
De omgevingsvergunning, als bedoeld in 10.4.2, wordt verleend indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een woning te gebruiken voor kamerverhuur.
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, als bedoeld in 10.4.5, worden in ieder geval de volgende documenten en gegevens verstrekt:
De omgevingsvergunning, als bedoeld in 10.4.5, wordt verleend indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten uit te oefenen bij wonen.
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 10.4.8, worden in ieder geval de volgende documenten en gegevens verstrekt:
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 10.4.8, wordt verleend indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op locaties aangewezen als 'Waarde - Archeologie - 4'.
Een als Waarde - Archeologie - 4 aangewezen locatie heeft, naast de andere daar voorkomende functies, als functie de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken ten dienste van de functie, zoals bedoeld in 11.2, geldt dat de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt.
In aanvulling op hetgeen elders in dit hoofdstuk is bepaald ten aanzien van het bouwen van bouwwerken, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
Voordat het bevoegde gezag een omgevingsvergunning verleent, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij een archeologische deskundige.
Het bepaalde in artikel 11.3.1, 11.3.2, 11.3.3 en 11.3.4 geldt niet voor:
Het is ter plaatse van 'Waarde - Archeologie 4' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 11.4.1, wordt verleend indien:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
b. het voorschrift tot het doen van opgravingen; of
c. het voorschrift om de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Voordat het bevoegde gezag een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 11.4.1 verleent, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen archeologisch deskundige.
Het bepaalde in artikel 11.4.1, 11.4.2, 11.4.3 en 11.4.4 geldt niet voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels in 13.1 zijn van toepassing op:
De benodigde hoeveelheid parkeergelegenheid, zoals bedoeld in 13.1.2, wordt bepaald overeenkomstig de minimale norm volgens de CROW/ASVV, publicatie 317 2012, of daaropvolgende uitgaven, met dien verstande dat deze norm inclusief bezoekersparkeren is en bij de parkeerbalans een onderscheid moet worden gemaakt tussen het theoretische en berekeningsaantal.
De benodigde hoeveelheid parkeergelegenheid, zoals bedoeld in 13.1.2, wordt bepaald over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte van een gebouw.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 13.1.2 en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 13.1.5, wordt verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de:
De regels in 14.1 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'vrijwaringszone - molenbiotoop'.
In aanvulling op de beoordelingsregels elders in dit hoofdstuk gelden de volgende regels:
De regels, zoals bedoeld in 14.1.2, gelden niet voor:
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor een bouwwerk met een hogere bouwhoogte, zoals bedoeld in 14.1.2 onder c, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een molendeskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning de windvang voor de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.
De regels in 14.2 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - beperkingengebied gewasbescherming'.
Het is binnen de 'overige zone - beperkingengebied gewasbescherming' verboden zonder omgevingsvergunning gebruiksactiviteiten te verrichten die zien op het gebruiken van bestrijdingsmiddelen in de vorm van gewasbeschermingsmiddelen dan wel biociden en/of andere verspuitbare middelen.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 14.2.2, wordt verleend indien aangetoond is dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen geen negatieve effecten voor de menselijke gezondheid heeft.
Het bepaalde in artikel 14.2.2 geldt niet indien:
De regels in 14.3 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'milieuzone - aanvullende regels geluid wegverkeer'.
De regels in 14.4 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'milieuzone - aanvullende regels geluid milieubelastende activiteit'.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op bouwactiviteiten aangewezen in artikel 10.3.
Colijnsplaat is door de jaren heen ontstaan en heeft een aantal karakteristieke bebouwingskenmerken die gerelateerd zijn aan het gebied en de periode waarin het gebouwd is. Zowel de historie als de meer recente bebouwing kan een inspiratiebron zijn voor deze ontwikkeling.
De beoogde sfeer en identiteit van het woningbouwplan dient aan te sluiten bij de eigenheid en het dorpse karakter van Colijnsplaat. Kenmerken daarvan zijn gevels van baksteen gecombineerd met (donkere) houten gevelbekleding en een kap met rode dakpan. Waarbij er in de kap aandacht is voor detaillering. De gevelkleur varieert binnen een natuurlijk palet van warme aardetinten, van zandkleurig tot donkerbruin. Wit gekeimde of gestucte gevels komen ook voor in het dorp.
Bij de recentere woningbouw van Colijnsplaat zijn het overwegend grondgebonden woningen van één tot maximaal twee bouwlagen en een grijze dakpankap, met een eenduidige kaprichting. Afgewisseld met een kleinschalig appartementenblok tot maximaal drie bouwlagen met platte daken en met een kap. De gevels zijn van baksteen gecombineerd met hout. In het kleurenpalet van de gevel zijn aardetinten gebruikt. Bij deze woningen komen ook veel zonnepanelen voor.
De beleving en het straatbeeld binnen de woonwijk wordt sterk bepaald door de positionering en hoofdvorm van de woningen. Het is van belang dat richtlijnen met betrekking tot positionering, bouw- en goothoogte zorgen voor een bepaalde mate aan stedenbouwkundige samenhang binnen de woonwijk.
Voor de uitbreidingswijk aan de Molenweg zal er een hedendaagse maar bovenal dorpse architectuur voorgesteld worden waarbij er in de detaillering aangesloten wordt bij het traditionele dorpse karakter.
In aanvulling op de beoordelingsregels van 10.3 gelden voor het uiterlijk van bouwwerken de bepalingen uit artikel 15.6.1 tot en met artikel.
De aanvraag omgevingsvergunning wordt getoetst door de welstandcommissie. Het is mogelijk om het schetsontwerp te laten toetsten door de welstandscommissie (evt. aangevuld met deskundigen inzake stedenbouw). Dit team begeleidt de verdere planontwikkeling, bewaakt de kwaliteit van de openbare ruimte en private initiatieven en draagt voorts zorg voor de ruimtelijke samenhang tussen de diverse bouwplannen, waarbij het bestemmingsplan als toetsingskader en leidraad wordt gebruikt.