Op 26 september 2018 is de actualisatie Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld, welke op 1 november 2018 in werking is getreden.
In de omgevingsvisie zijn de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijk domein geformuleerd. De omgevingsvisie vormt het strategisch kader voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van Drenthe in de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document en fungeert als provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening, als provinciaal milieubeleidsplan, als regionaal waterplan en als provinciaal verkeers- en vervoersplan.
Op de visiekaart 2020 is het plangebied deels aangeduid als ‘multifunctionele gebieden’ en deels niet met enige waarde aangeduid. Zie afbeelding 3.1.
De afgelopen decennia hebben veel gebieden in Drenthe een ontwikkeling doorgemaakt die gericht was op één bepaalde functie. Hierdoor zijn op veel plaatsen scherpe landschappelijke overgangen ontstaan, bijvoorbeeld tussen natuur en landbouw of tussen stad en land. De multifunctionele gebieden kenmerken zich door het naast elkaar voorkomen van meerdere functies. In één gebied kan bijvoorbeeld zowel landbouw, natuur, recreatie als wonen voorkomen, zonder dat een van deze functies als dominant is aan te wijzen.
Voor deze gebieden is geen sprake van een hoofdfunctie die leidend is in de ordening. In deze gebieden zijn meerdere functies van belang. Naast water, landbouw en natuur gaat het in de meeste gevallen om recreatie.
In de multifunctionele gebieden is geen duidelijke samenhang tussen de genoemde functies en de aanwezige kernkwaliteiten. Uitgangspunt is dat de van oudsher bestaande en/of dominante functie zo min mogelijk negatieve gevolgen mag ondervinden van de ontwikkeling van nieuwe of andere functies.
In de omgevingsvisie zijn de provinciale belangen benoemd, waarmee gemeenten rekening dienen te houden bij het beoordelen van bestemmingsplannen. De provinciale belangen zijn verdeeld in Drentse kwaliteiten en ontwikkelingen.
Binnen de Drentse kwaliteiten staat het behoud en de ontwikkeling van de kernkwaliteiten, de dynamiek van bedrijvigheid, de biodiversiteit en de milieu- en leefomgevingskwaliteit centraal. De kernkwaliteiten zijn opgenomen op een kernkwaliteitenkaart. Op het gebied van ontwikkelingen zijn onder meer het regionale economische vestigingsklimaat, de landbouw, het toerisme, de demografische ontwikkeling, de mobiliteit en de ontwikkeling van natuur en landschap (ecologische hoofd structuur, diversiteit in landschapstypen) als provinciaal belang benoemd.
De kernkwaliteiten vormen de belangrijkste basis voor het begrip 'ruimtelijke kwaliteit'. Daarnaast is zorgvuldig ruimtegebruik en milieu- en leefomgevingskwaliteit van belang.
Het plangebied is met de kernkwaliteit Landschap aangeduid als Esdorpenlandschap.
De kwaliteit en de diversiteit van het Drentse landschap dragen sterk bij aan een aantrekkelijk milieu om in te wonen, te werken en te recreëren. De identiteit van het Drentse landschap wordt bepaald door de ontstaansgeschiedenis en de diversiteit aan landschapstypen. De provincie richt zich op het in stand houden en versterken van het landschap als economisch-, ecologisch- en cultureel kapitaal. Daarbij heeft de provincie de ambitie voor een Drents landschap waarin de verscheidenheid in landschapstypen en –onderdelen zich blijvend manifesteert.
Landschapstypen met de bijbehorende landschapskenmerken wil de provincie in samenhang behouden en versterken. Daarmee wordt gestreefd naar een Drents landschap waarin het grondgebruik, het type natuur en het landschapsbeeld passen bij de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap.
De doelstellingen voor de kernkwaliteit landschap in dezen zijn:
- het behouden en versterken van de ruimtelijke afwisseling van landschapstypen;
- het behouden en versterken van de (eenmans)essen en beekdalen (het esdorpen-/ esgehuchtenlandschap);
- het behouden en versterken van de karakteristieke macrogradiënten van het Drents Plateau in relatie tot de aangrenzende en lager liggende veengebieden.
Het plangebied is voor de kernkwaliteit Aardkundige waarden en voor de kernkwaliteit archeologie aangeduid met het beschermingsniveau "generiek".
Het beschermingsniveau is het laagste sturingsniveau en is voorzien over het grootste deel van het grondgebied van de provincie Drenthe. Voor de gebieden aangewezen met het beschermingsniveau Respecteren richt men zich op het waarborgen van de cultuurhistorische samenhang voor de toekomst. Daarbij hebben initiatiefnemers de verantwoordelijkheid om de cultuurhistorische hoofdstructuur als inspiratiebron te benutten.
Verder is het plangebied voor de kernkwaliteit cultuurhistorie aangewezen met het beschermingsniveau Respecteren. Het plangebied in gelegen in het Deelgebied 6: de velden in centraal Drenthe - van nut maken van de stille heide. De structuur van dit gebied wordt gedomineerd door de twee grote bos- en heidegebieden van het Dwingelderveld en bij Hooghalen, door de beekdalen van de Elperstroom en de Westerborkerstroom met de daarbij gelegen esdorpen die al in de middeleeuwen zijn ontstaan. Richtinggevend voor dit deelgebied is het herkenbaar houden van de samenhang van twee bos- en heidegebieden met de nabijgelegen esdorpen. De bos- en heidegebieden van het Dwingelderveld en van Hooghalen zijn een resultante van de ontginning van de woeste gronden rond de esdorpen.
Het plangebied is betreffende de kernkwaliteiten natuur en rust niet voorzien van enige waarde aanduiding.
In dit plan wordt voorzien in de mogelijkheid voor vestiging van meerdere bedrijven, waarbij per bedrijfskavel een eigen bedrijfsbebouwing mogelijk is. In dezen is sprake van een wijziging binnen een bestaand bedrijfsperceel welke naar aard en omvang ruimtelijk zeer beperkte impact heeft. Met het geldende bestemmingsplan ‘Voor de Blanken 4, Ruinen’ vastgesteld 28 maart 2013 is een landschappelijk inrichtingsplan.
Op basis van dat inrichtingsplan is aan de noord, oost en west zijde van het plangebied voorzien in de bestemming groen. De bestaande landschappelijke elementen aan de noord, oost en westzijde blijven behouden met dit plan. De bestaande elementen zijn aangegeven in het bij de regels als bijlage gevoegde inrichtingsplan opgesteld door Project ID. Aan de inpassing is een waterloop om te voorzien in waterberging. Om deze landschappelijke inpassing en waterberging te borgen is in de regels voorzien in een voorwaardelijke verplichting.
De bestaande ruimtelijke afwisseling van landschapstypen blijft met dit plan behouden. Binnen het bestaande plangebied, mede gezien het landschappelijke inpassingsplan van 2013, is er naar redelijkheid onvoldoende ruimte dan wel mogelijkheden om landschappelijke elementen en kenmerken nog meer te versterken.
Provinciale omgevingsverordening Drenthe
De Provinciale omgevingsverordening Drenthe, met inbegrip van de navolgende wijzigingen, geeft de randvoorwaarden voor het opstellen van ruimtelijke plannen. De verordening heeft onder meer als doel om de kernkwaliteiten van Drenthe te behouden en te versterken.
Als bij een ruimtelijk plan kernkwaliteiten betrokken zijn, moet in het ruimtelijk plan uiteengezet worden dat met het desbetreffende plan wordt bijgedragen aan behoud en ontwikkeling van de bij het plan betrokken kernkwaliteiten conform de provinciale ontwikkelingsvisie. Een ruimtelijk plan mag geen nieuwe activiteiten dan wel wijziging van bestaande activiteiten mogelijk maken die de kernkwaliteiten significant aantasten.
Met het geldende bestemmingsplan ‘Voor de Blanken 4 Ruinen’ vastgesteld 28 maart 2013 is het plangebied reeds bestemd tot ‘bedrijf’ en ‘Groen’. Met dit plan wordt voorzien in de mogelijkheid voor vestiging van meerdere bedrijven, waarbij per bedrijfskavel een eigen bedrijfsbebouwing mogelijk is. In dezen is sprake van een wijziging binnen een bestaand bedrijfsperceel welke naar aard en omvang ruimtelijk zeer beperkte impact heeft. Hiervoor is reeds onderbouwd dat de kernkwaliteiten niet (significant) worden aangetast met dit plan. Daarbij is met dit plan geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Daarmee kan worden geconcludeerd dat dit plan niet in strijd is met de provinciale verordening.
Conclusie:
Dit plan is in overeenstemming met het provinciaal beleid.