Linderweg 26, Linde

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

De heer D.Croese en mevr. C.A. Croese-Borrius te Espel (hierna te noemen de “initiatiefnemers”) zijn voornemens de voormalige school, Linderweg 26 in Linde te kopen met de bedoeling om deze als woning te gaan gebruiken.

Bestemmingsplan

Het perceel Linderweg 26 is gelegen in het bestemmingsplan Kleine Kernen Zuid vastgesteld door de gemeenteraad op 29 maart 2012. Op grond van dit bestemmingsplan heeft het perceel Linderweg 26 de bestemming “maatschappelijk”. Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming maatschappelijk wijzigen in de bestemmingen “wonen” en/of “tuin”. Deze wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van het straat-/bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende panden.

Hoofdstuk 2 Omgevingsaspecten

Archeologie

Het perceel Linderweg 26 ligt in een gebied met een “hoge of middelhoge” verwachting (Archeologische beleidskaart gemeente De Wolden 2012). Dit betekent dat onderzoek verplicht is bij ingrepen groter dan 1.000 m² en dieper dan 30 cm. Aangezien het hier gaat om vestiging en verbouwing binnen het bestaande pand is onderzoek niet nodig.

Externe veiligheid

Ten aanzien van de mogelijke risico's die kunnen ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, LPG en munitie over weg, water, spoor en door buisleidingen kan gesteld worden dat dit niet op onderhavig plan van toepassing is.

Flora en fauna

Gelet op het feit dat er alleen een wijziging van de bestemming plaatsvindt (van maatschappelijk naar wonen) en er alleen een interne verbouwing gerealiseerd wordt kan onderzoek achterwege blijven.

Bodem

Voor bodemonderzoek geldt hetzelfde als hiervoor vermeld bij flora- en fauna. Onderzoek kan achterwege blijven.

Luchtkwaliteit

Gelet op de ligging van het perceel, de toekomstige functie wonen en het feit dat er geen processen en bewerkingen (verbrandingen e.d.) plaatsvinden die de luchtkwaliteit op een zodanige manier kunnen beïnvloeden dat er wettelijk ontoelaatbare waarden worden veroorzaakt, zijn er geen nadelige gevolgen te verwachten t.a.v. de luchtkwaliteit.

Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van de woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Deze afstemming beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie geluid, geur, gevaar en stof.

In de VNG uitgave worden voor bedrijfsactiviteiten in gebieden met functiemenging activiteiten vermeld die geschikt zijn voor functiemenging en in beginsel uitgaan van de afstand van 0 m. Deze activiteiten zijn onderverdeeld in categorieën. Buurt- en clubhuizen vallen hierbij onder categorie B. Dit zijn activiteiten die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen dienen plaats te vinden.

De afscheiding van het dorpshuis en de toekomstige woning wordt gerealiseerd.

Mits de bouwkundige afscheiding op juiste wijze wordt uitgevoerd staat het aspect bedrijven- en milieuzonering de uitvoering van het plan niet in de weg.

Waterstaatkundige situatie

Er vindt geen toename van verharding op het perceel plaats. De kans bestaat dat er minder verharding komt als het bestaande schoolplein wordt veranderd in een tuin.

Watertoets kan achterwege blijven.