Plan: | Dorpsstraat 26, Koekange |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BP00335-0401 |
In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen binnen het plangebied is het van belang om inzicht te hebben in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater). Met het oog hierop moet er voor de locatie een bodemonderzoek plaatsvinden. Voor de locatie Dorpsstraat is in februari 2013 door Milieu adviesbureau Eco Reest een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Bijlage 2 Bodemonderzoek). Hieronder is een samenvatting van de conclusies en aanbevelingen opgenomen.
Uit de veldwerkzaamheden kan worden geconcludeerd dat de bodem van de onderzochte locatie opgebouwd is uit matig fijn zand, plaatselijke humushoudend en puinsporen bevattende. Het grondwaterniveau is tijdens het onderzoek vastgesteld op 1,3 m-mv.
Tijdens het veldwerk zijn voor het onderzoek van belang zijnde waarnemingen naar voren gekomen. In de bodemlaag van 0,1 tot 1,0 m-mv ter plaatse van meetpunt 2 zijn puinsporen waargenomen in het opgeboorde materiaal, alsmede in de bovengrond ter plaatse van meetpunt 4. Verder zijn er geen voor het onderzoek van belang zijnde waarnemingen naar voren gekomen.
Bij de beoordeling van het terrein en het opgeboorde materiaal is ook speciaal gelet op asbest(houdende) materialen. Deze zijn zintuiglijk niet op de bodem en in het opgeboorde materiaal ter plaatse van het onderzoeksterrein waargenomen. Opgemerkt dient te worden dat van de grond geen asbestanalyses hebben plaatsgevonden en dat de trefkans van asbest bij monsterneming met een edelmanboor klein is.
Uit de chemische analyses is het volgende naar voren gekomen:
Grond
In het puinhoudende monster (0,5 – 1,0 m-mv) ter plaatse van meetpunt 2 zijn verhoogde gehalten aan koper, zink en PAK gemeten boven de achtergrondwaarden, maar beneden de toetsingswaarden voor nader onderzoek.
De verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK kunnen deels relateert worden aan de zintuiglijke waarneming van puinsporen en geven gelet op het gemeten gehalte geen aanleiding tot nader onderzoek.
De gemeten gehalten geven geen aanleiding tot nader onderzoek.
Grondwater
In het grondwatermonster afkomstig van peilbuis 1 zijn geen gehalten aan de onderzochte parameters gemeten boven de streefwaarden en/of detectiegrenzen.
Conclusies en aanbevelingen
Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat in de ondergrond overschrijdingen van de achtergrondwaarden uit het Besluit bodemkwaliteit zijn aangetoond voor koper, zink en PAK. De tussenwaarden nader onderzoek zijn niet overschreden. In de bovengrond en in het grondwater zijn geen verhoogde gehalten gemeten.
De onderzoekshypothese, zijnde een onverdachte locatie, wordt derhalve verworpen.
Gezien de aard en de concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de bedrijfsbestemming (supermarkt) van het terrein, kan worden gesteld dat verhoogde risico's voor de volksgezondheid en/of het milieu ten gevolge van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit, niet te verwachten zijn.
De resultaten van het onderzoek vormen dan ook geen aanleiding tot nader onderzoek en zijn geen milieuhygiënische belemmering in relatie tot de bedrijfsbestemming van het terrein.