direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Westerstraat 46 te Ruinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00305-0401

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep, dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit als genoemd in de Lijst bedrijvigheid bij wonen tot een oppervlakte van ten hoogste 60 m2;
  • b. de waterhuishouding;

met daarbij behorende:

  • c. gebouwen en bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • f. tuinen;
  • g. erven;

met dien verstande dat voor de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte op eigen terrein.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan één;
  • c. een woning wordt vrijstaand gebouwd;
  • d. de breedte mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • f. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • g. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet meer dan 60º bedragen.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels:

  • a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen en - in geval van bebouwing zonder kap – niet minder dan 1 m;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van het bij het hoofdgebouw behorend achtererfgebied, met een maximum van 100 m2, met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • d. bij de berekening van de onder c bedoelde oppervlakte telt de binnen het bouwvlak gebouwde oppervlakte niet mee;
  • e. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een aanbouw, een uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
4.2.3 Bouwwerk, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. in aanvulling op en in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt voor een overkapping dat:
  • 1. de bouwhoogte niet meer dan 3,25 m mag bedragen;
  • 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 m mag bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • 3. overkappingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan dienen te worden gebouwd;
  • 4. de oppervlakte niet meer dan 30 m2 mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.1 sub a en toestaan dat het bouwvlak voor een oppervlakte van niet meer dan 25 m2 wordt overschreden.

4.3.2 Afwegingskader

Een in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. de bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 en de bestemmingsomschrijving en toestaan dat de oppervlakte voor een aan huis verbonden beroep, dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit ten hoogste 100 m2 bedraagt, met dien verstande dat deze oppervlakte de oppervlakte van het hoofdgebouw niet te boven mag gaan.

4.5.2 Afwegingskader

Een in 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.