direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Burgemeester Tonckensstraat 46a Zuidwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00277-0401

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbijbehorende:

  • c. gebouwen en bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • f. tuinen;
  • g. erven.
4.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de breedte van een woonhuis mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • c. de afstand van een vrijstaand woonhuis en van de vrijstaande zijde van een aaneengebouwd woonhuis tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 4 m en 9 m;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet meer dan 60º bedragen.
4.2.2 bijbehorende bouwwerken

Voor een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels:

  • a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen en - in geval van bebouwing zonder kap – niet minder dan 1 m;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van al dan niet met vergunning gebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het bij het hoofdgebouw behorend achtererfgebied, met een maximum van 100 m² dan wel de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van een aanbouw, een uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
4.2.3 Bouwwerk, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • c. voor overkappingen geldt dat:
  • 1. de bouwhoogte niet meer dan 3,25 m mag bedragen;
  • 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 m mag bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • 3. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet minder dan 1 m mag bedragen.
  • 4. de oppervlakte niet meer dan 25 m2 mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 4.2.1. en toestaan dat:
  • 1. het bouwvlak voor een oppervlakte van niet meer dan 25 m2 wordt overschreden;
  • 2. gebouwd wordt met een lessenaarsdak en dat de goothoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 9 m;
  • 3. de dakhelling voor niet meer dan 50% van het dakoppervlak wordt verminderd tot 0°;
  • 4. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens wordt verminderd tot 0 m;
  • b. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde niet minder dan 1 m bedraagt.
4.3.2 Afwegingskader

Een in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, uitgezonderd bewoning ten dienste van de mantelzorgfunctie;
  • b. het uitoefenen van de functie bedrijf.
4.4.2 Geen strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt niet gerekend de uitoefening en/of vestiging van aan huis verbonden beroepen of een anderszins toegestane kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien naast de kwantitatieve bepalingen, tevens wordt voldaan aan de criteria zoals genoemd in de gemeentelijke reclamenota en aan de volgende kwalitatieve criteria:

  • er mag alleen gebruik van worden gemaakt door de hoofdbewoner;
  • er mag geen aantasting plaatsvinden van de uitstraling van het gebruik van het perceel voor het wonen, dat wil onder meer zeggen dat uitsluitend zeer beperkte reclameaanduidingen (niet meer dan 0,5 m2) en dergelijk zijn toegestaan;
  • er mag geen onevenredige belemmering plaatsvinden voor de ontwikkeling en bedrijfsvoering van omliggende agrarische bedrijven;
  • er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woonkarakter van het perceel dan wel de directe (woon)omgeving daarvan;
  • er dient voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf aanwezig te zijn;
  • er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende functie;
  • er mag een buitenopslag van goederen en/of materialen plaatsvinden.