Plan: | Speel- en IJsboerderij De Drentse Koe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BP00275-0401 |
Nota Ruimte
De Nota Ruimte, die 27 februari 2006 in werking is getreden, bevat de rijksvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. In de Nota Ruimte gaat het daarbij om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij het accent ligt op de ruimtelijke ontwikkeling en de dynamiek en minder op de beperkingen.
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor de diverse ruimtevragende functies. De nota heeft vier algemene doelen:
Het is de bedoeling dat de vitaliteit op het platteland wordt gestimuleerd, tegelijkertijd moet het behoud en het versterken van de aanwezige waarden worden gewaarborgd.
De uitbreiding van Speel- en IJsboerderij De Drentse Koe vergroot de vitaliteit in het buitengebied van De Wolden. In de planvorming is extra aandacht besteed aan de ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing. De beoogde uitbreiding van de recreatie sluit aan bij de Nota Ruimte.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011)
Medio maart 2012 is de "Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig" (SVIR) vastgesteld in de Tweede Kamer. Vervolgens is het ter behandeling aan de Eerste Kamer verzonden. De SVIR vervangt de Nota Ruimte . De rijksoverheid investeert in nieuwe en bestaande infrastructuur en laat voor wat betreft de ruimtelijke ordening meer ruimte aan provincies en gemeenten en de eindgebruiker. Het Rijk richt zich voor wat betreft de ruimtelijke ordening op mainports. Voor zorgvuldig ruimtegebruik blijft het hanteren van de 'SER-ladder' uitgangspunt. Voorts vertrouwt het Rijk erop te worden betrokken bij projecten die een nationaal belang raken.
De doelen zijn gericht op het versterken van de ruimtelijk-economische structuur, het instandhouden, verbeteren en versterken van de bereikbaarheid en het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin natuurwaarden en cultuurhistorische waarden behouden zijn.
De beoogde uitbreiding van de dagrecreatie van de Drentse Koe raakt niet aan de nationale belangen. Qua omgevingsbeleid is voor dit plan het beleid van provincie en gemeente bepalend.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (Barro) bevestigt in juridische zin de kaderstellende uitspraken uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het kabinet zal in de SVIR vaststellen dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Het rijk beëindigt de rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones en het verstedelijkingsbeleid. In de structuurvisie worden de rijksdoelen en nationale belangen limitatief beschreven.
Voor de beoogde plannen in het plangebied heeft het Barro geen concrete gevolgen.
Agenda Vitaal Platteland
De Agenda Vitaal Platteland (hierna: AVP) is een integrale rijksvisie op het platteland. De nota is destijds tegelijkertijd met de Nota Ruimte aan de Tweede Kamer aangeboden. Daar waar de Nota Ruimte het ruimtelijk beleid beschrijft, gaat de AVP uit van een integraal perspectief en gaat het in op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Aan de hand van de thema's verbreding van de landbouw, leefbaarheid, natuur en landschap en milieukwaliteit is de rijksvisie geformuleerd. In het algemeen wil het kabinet het beleid voor het landelijk gebied sturen op hoofdlijnen en niet meer regelen dan noodzakelijk is. Het Rijk voert alleen specifiek beleid op bepaalde terreinen zoals de Ecologische Hoofdstructuur en de twintig Nationale Landschappen.
Het plangebied ligt niet binnen een Nationaal Landschap. Integratie en uitvoering van het beleid dienen op gebiedsniveau plaats te vinden. De overheid wil ruimte scheppen voor investeringen in groen en groene diensten door vermindering van regelgeving.
Ten aanzien van natuur en landschap wil het kabinet de mogelijkheden verruimen om het platteland te beleven. Hiertoe dient de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor recreatie en toerisme in het agrarisch cultuurlandschap te worden verbeterd. Ontwikkelingen in het landelijk gebied dienen zodanig te worden begeleid dat kwaliteit ontstaat, gebaseerd op een goed evenwicht tussen ecologische, economische en esthetische aspecten van het landschap.
De voorgenomen ontwikkeling is ingepast in het landschap en draagt bij aan een vitaal platteland. Het plan past derhalve binnen de Agenda Vitaal Platteland.