direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: NAM-Locatie De Wijk-200
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00254-0401

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Toekomstvisie De Wolden 2020

Het gebied waar het project plaatsvindt, ligt geheel in de gemeente De Wolden. In de Toekomstvisie De Wolden 2020 heeft de gemeente aangegeven wat voor soort gemeente De Wolden in 2020 wil zijn:

Een sterke plattelandsgemeente met aandacht voor het waardevol landschap, variatie in bedrijvigheid met een accent op toerisme en uitstekende mogelijkheden om recreatie en zorg te combineren. Met een ruim aanbod van goede voorzieningen. Het realiseren van woningbouw voor starters/jongeren, jonge gezinnen en senioren is eveneens van belang.

De aandachtsvelden die in de toekomstvisie aan bod komen zijn de ruimtelijke structuur, het economische beleid en de sociale en maatschappelijke samenhang.

2.3.2 Structuurvisie (ontwerp)

De gemeente wil haar visie op de toekomst tot 2030 formuleren in de vorm van een nieuwe structuurvisie. In de structuurvisie wordt de Toekomstvisie De Wolden 2020 uitgewerkt. De ontwerp structuurvisie heeft vooralsnog geen status.

De gemeente De Wolden kiest in de structuurvisie ervoor om haar grootste kwaliteit, het zijn van een plattelandsgemeente, te behouden en te versterken. Het zijn van een plattelandsgemeente betekent in De Wolden dat het aanwezige landschap drager is voor nieuwe ontwikkelingen. Het landschap, dat is gevormd doordat er gewoond en gewerkt is in en bij de esdorpen, veenontginningen en beekdalen.

In de structuurvisie staat hoe de gemeente in de toekomst (tot 2030) met thema's als wonen, leefbaarheid, bedrijvigheid, landbouw, natuur, recreatie, water en milieu om gaat. Het gaat hier om welke ontwikkelingen gewenst zijn en waar deze plaats moeten kunnen vinden. De visie richt zich op het versterken van de kenmerken en kwaliteiten die de gemeente heeft.

De structuurvisie heeft niet als doelstelling de ontwikkelingslocaties op perceelsniveau op de kaart weer te geven, maar geeft de ontwikkelingsmogelijkheden per landschapstype weer. Doelstelling is een creatieve en inspirerende visie, die inwoners, organisaties en bedrijven ertoe bewegen om samen met de gemeente vorm te geven aan de toekomst. De ontwikkeling die wordt mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan staat de ontwikkelingsmogelijkheden per landschaptype niet in de weg.

2.3.3 Waterplan 2008-2012

De gemeente heeft in 2008 het Waterplan 2008-2012 vastgesteld. Dit gemeentelijke waterplan heeft als doel om het waterbeleid binnen de gemeente en tussen de gemeente en het waterschap op elkaar af te stemmen. Het waterplan bevat de gezamenlijke visie van gemeente De Wolden en waterschap Reest en Wieden op het gewenste waterbeheer binnen de kernen van de gemeente en het landelijk gebied. Daarnaast is in het waterplan een pakket aan maatregelen opgenomen die het waterbeheer in De Wolden moet verbeteren of perfectioneren. Tevens is het van belang dat niet alleen de waterbeheerders maar ook de mensen die dagelijks met het water te maken hebben, omdat ze bijvoorbeeld wonen aan het water of recreƫren in of langs het water, zich bewust zijn van water.

2.3.4 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan

Het GVVP (Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan) beschrijft het verkeers- en vervoersbeleid van een gemeente. Het GVVP van De Wolden geldt voor een periode van 2010-2019. Het verkeersbeleid is in hoofdzaak gericht op het zoveel mogelijk beperken en waar mogelijk oplossen van (toekomstige) verkeersproblemen. In het GVVP wordt beschreven wat de gemeente wil op het gebied van verkeer en vervoer, bijvoorbeeld: bevordering verkeersveiligheid, parkeermogelijkheden afgestemd op de parkeerbehoefte, goede bereikbaarheid, stimulering fietsverkeer, goede leefbaarheid en een veilige schoolomgeving.

Het hoofddoel van het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid van De Wolden is het realiseren van een duurzaam verkeers- en vervoerssysteem. Afgeleide doelstellingen zijn:

  • vergroten van de verkeersveiligheid;
  • bevorderen van fietsverkeer en gebruik van openbaar vervoer;
  • zo veel mogelijk faciliteren van autogebruik;
  • leveren van een bijdrage aan economische en ruimtelijke ontwikkelingen;
  • verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving (beperken schade aan natuur, landschap, milieu).