direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Kraaijenbergse Plassen, Hardweg 15
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.17BPHardweg-OH01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan “Kraaijenbergse Plassen, Hardweg 15” van de gemeente

Cuijk.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand

NL.IMRO.1684.17BPHardweg-OH01 met de bijbehorende regels (en eventuele

bijlagen).

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar

ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het

bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.6 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld

voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar,

gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein,

noodzakelijk is.

1.7 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een

aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende

omgevingsvergunning.

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.10 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en

bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen

hoofdgebouw.

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het

vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,

vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.13 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij

elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.14 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.15 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge

de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn

toegelaten.

1.16 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die

hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun

vindt in of op de grond.

1.17 chalet:

een onderkomen met een lichte constructie welke niet vast op/in de grond

gefundeerd is, in zijn geheel of enkele delen kan worden verplaatst en niet als

stacaravan aangemerkt kan worden;

1.18 extensief recreatief medegebruik:

bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan die een kortstondig

karakter hebben, in de openlucht plaatsvinden en routegebonden zijn, zoals

wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën.

1.19 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of

gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.20 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de

geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen

op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming in functioneel en

architectonisch opzicht het belangrijkste is.

1.21 horeca:

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse

worden verstrekt, zoals (eet)cafés, restaurants, brasseriën, cafetaria's etc., met

uitzondering van een discotheek / bar-dancing, een en ander al dan niet in

combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte

vermaaksfunctie.

1.22 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,

gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,

gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

1.23 peil:

  • a. indien het bouwwerk in of op de grond wordt gebouwd wordt het peil gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld ter plaatse van het bouwwerk, zulks gezien in relatie met de hoogte van de omliggende terreinen;
  • b. indien het bouwwerk in of op het water wordt gebouwd wordt het peil gemeten vanaf het waterpeil ter plaatse van het bouwwerk.

1.24 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een

omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of

vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een

seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal,

sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen

een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.25 water:

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en

andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.26 waterhuishoudkundige voorzieningen:

wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie-en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen en gemalen.

1.27 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één

afzonderlijk huishouden.