direct naar inhoud van Artikel 8 Water
Plan: Industrieterrein Haven Cuijk, Plas 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPplas1-VA01

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeer te water;
  • b. waterrecreatie;
  • c. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. kruisingen met het wegverkeer;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens voor de aanleg van schepen en scheepsbakken;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2': tevens voor een ligplaats voor twee scoutingboten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': tevens voor een ligplaats ten behoeve van ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woonschepen;
  • h. bij deze gronden behorende voorzieningen, zoals aanlegsteigers, los- en laadplaatsen, los- en laadinstallaties en eenvoudige waterbouwkundige bouwwerken, oeverbescherming en nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van niet meer dan 20 meter. Deze bouwwerken mogen het functioneren van de vaarroute niet belemmeren.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend landschappelijk beeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de archeologische waarden.

8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan de uitoefening van enige tak van detailhandel of bedrijf, behoudens bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1'.

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het beplanten van de gronden met bomen, heesters en struiken, welke ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan niet als zodanig beplant waren;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het verlagen of afgraven van de bodem.
8.5.2 Uitzonderingen

Het in 8.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. behoren tot het maken van oevers, het plaatsen van damwanden, het voor schepen verdiepen van het water, alsmede het plaatsen van aanmeerpalen;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.5.3 Toelaatbaarheid

De in 8.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige functies niet in gevaar worden of kunnen worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerders van de waterpartij.