1e herziening Burgh-Haamstede

Toelichting

1 Planologisch relevante aspecten herstel verbeelding J.J. Boeijesweg 19

1.1 Aanleiding

Op 28 april 2016 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Burgh-Haamstede (hierna: moederplan) vastgesteld. In dat bestemmingsplan zijn abusievelijk onjuiste aantallen voor standplaatsen opgenomen voor een bestaand kampeerterrein op het perceel aan de J.J. Boeijesweg 19. In deze herziening wordt deze omissie hersteld.

1.2 Regeling in voorafgaande bestemmingsplan en in geldend bestemmingsplan

Op 27 april 2006 is het bestemmingsplan Bebouwde kom Burgh-Haamstede vastgesteld. In dit bestemmingsplan was het perceel bestemd voor Verblijfsrecreatie-Kampeerterrein. Op grond van deze bestemming mochten er permanente standplaatsen en twee recreatiewoningen gerealiseerd worden.

Figuur 1: uitsnede plankaart bestemmingsplan Bebouwde kom Burgh-Haamstede (2006), perceel J.J. Boeijesweg 19

Het kampeerterrein bestaat in de actualisatie in 2016 uit twee delen met ieder een eigen maatvoering voor standplaatsen. Bij de actualisatie in 2016 zijn in het moederplan verkeerde aantallen standplaatsen opgenomen. De aantallen standplaatsen van de twee delen zijn als het ware omgewisseld. Daarnaast is het voor het noordelijke deel een standplaats te weinig opgenomen.

Figuur 2: uitsnede verbeelding bestemmingsplan Burgh-Haamstede (2016), perceel J.J. Boeijesweg 19

Op het noordelijk deel zijn op dit moment drie standplaatsen aanwezig die allemaal permanent gebruikt mogen worden. Tevens is er één recreatiewoning aanwezig.

Figuur 3: uitsnede verbeelding bestemmingsplan Burgh-Haamstede (2016), perceel J.J. Boeijesweg 19

Op het zuidelijk deel zijn op dit moment zeven standplaatsen aanwezig die allemaal permanent gebruikt mogen worden. Ook op dit deel is één recreatiewoning aanwezig. De standplaatsen zijn aanwezig vóór de vaststelling van het bestemmingsplan uit 2006. In de toelichting van het bestemmingsplan uit 2016 is beschreven dat het een consoliderend plan betreft. Nergens wordt vermeld dat beoogd is standplaatsen op het noordelijk deel weg te bestemmen en op het zuidelijk deel toe te voegen. De regels voor de bestemming Recreatie-Kampeerterrein sluiten aan op de regeling in het daaraan voorafgaande bestemmingsplan. De bestemming Recreatie-Kampeerterrein is derhalve correct en kan in deze 1e herziening gehandhaafd blijven. Door enkel het aanpassen van de maatvoeringen wordt de regeling opgenomen zoals beoogd was bij de vaststelling van het moederplan in 2016.

1.3 Ruimtelijke onderbouwing

In de toelichting van het bestemmingsplan uit 2016 is voor het hele gebied - en dus ook voor het perceel J.J. Boeijesweg 19 - onderbouwd dat met het plan sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing. In de periode tussen de vaststelling van het plan in 2016 en nu hebben zich geen planologisch relevante wijzigingen voorgedaan (bijvoorbeeld binnen een beleidsveld of binnen milieu-aspecten), die maken dat voor dit bestemmingsplan een andere of aanvullende onderbouwing nodig is. Voor de verdere onderbouwing van dit bestemmingsplan wordt dan ook verwezen naar de toelichting van het moederplan.

1.4 Vooroverleg

Het op de juiste manier opnemen van de aantallen standplaatsen in dit bestemmingsplan raakt geen provinciaal belang. Een formele vooroverlegreactie van de provincie is daarom niet vereist. Ook het waterschap heeft aangegeven geen opmerkingen op het plan te hebben.

2 Juridische aspecten

2.1 Plansystematiek

Het bestemmingsplan bestaat uit (bestemmings)planregels, een verbeelding en een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Hierna volgt een toelichting op de afzonderlijke onderdelen. De verbeelding is een kaart van het plangebied waarop onder andere te zien is waar, welke bestemming geldt en waar bouwvlakken liggen waarbinnen gebouwen opgericht dienen te worden. Op de verbeelding zijn de volgende hoofdgroepen opgenomen:

• Enkelbestemmingen;
• Dubbelbestemmingen;
• Gebiedsaanduidingen;
• Maatvoeringen.

Uit de bestemmingsregels blijkt hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. De bestemmingsplanregels bestaan altijd uit de volgende vier hoofdstukken:

• 1. Inleidende regels;
• 2. Bestemmingsregels;
• 3. Algemene regels;
• 4. Overgangs- en slotregels.

De opzet van de verbeelding en regels sluit aan op de wettelijk vastgelegde Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Verder zijn de bestemmingen zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gronden.

In de toelichting wordt gemotiveerd waarom er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Ondanks het feit dat de toelichting geen onderdeel uitmaakt van het juridische plangedeelte, dient het wel als interpretatiekader voor de uitleg van de regels.

2.2 Toelichting op de bestemmingen

Op de verbeelding komen alleen de bestemming Recreatie-Kampeerterrein en de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 6 voor. De (bouw- en gebruiksregels) zoals opgenomen in het moederplan zijn onverkort van toepassing.