Plan: | Fruitteeltbedrijf Wellandweg-Kooijmansweg Noordwelle |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00086BpGhp-vast |
Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Het landelijk beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie, de bodemkwaliteit mag geen onaanvaardbaar risico opleveren voor de gebruikers van de bodem. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient de bodemkwaliteit door middel van een bodemonderzoek in beeld te worden gebracht.
Een belangrijk basis vormt de Wet bodembescherming (Wbb) en daarnaast zijn het Besluit bodemkwaliteit en de Waterwet van toepassing. Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het Besluit bodemkwaliteit omvat de regels rond grondverzet, bouwstoffen en een stuk kwaliteitsboring.
Aardkundige waarde
Ten aanzien van de aardkundige waarde richt het gemeentelijk beleid zich op het versterken van de plaatselijke landschapskwaliteiten. Dit kan door aardkundige patronen een zichtbare rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Doorsnijding en versnippering van het landsschap moet zo veel mogelijk worden voorkomen.
Er is geen landelijke wetgeving met betrekking tot aardkundige waarden. In de provincie Zeeland en in de gemeente zijn de aardkundige waarden opgenomen in het omgevingsplan en bodembeleidsplan.
Warmte-koude opslag
De basis van warmte-koude opslag ligt in het seizoensmatig opslaan van warmte en koude in de bodem. Er zijn zowel open systemen als gesloten systemen. Warmte-koude opslag is een bewezen vorm van duurzame energie en wordt gestimuleerd in Zeeland.
Het aspect bodemenergie is geregeld in het Besluit bodemenergie (vanaf juli 2013). Het Besluit bodemenergie schrijft o.a. voor dat een nieuw systeem een bestaand systeem niet mag hinderen en dat de systemen door een erkend bedrijf moeten worden aangelegd. Bodemenergiesystemen mogen niet in grondwaterbeschermingsgebieden worden aangelegd.
Voor de gesloten systemen geldt een meldingsplicht (Activiteitenbesluit). Open systemen en grote gesloten systemen (>70kW) zijn vergunningsplichtig onder de Waterwet. De gemeente Schouwen-Duiveland beschikt over een kansenkaart bodemenergie.
Geothermie
Geothermie (aardwarmte) is een vorm voor duurzame energie door het rechtstreeks benutten van de warmte uit de aarde op kilometers diepte. Er liggen mogelijkheden deze techniek toe te passen in de ondergrond van Schouwen-Duiveland, dit vraagt wel een grote investering en kan alleen rendabel zijn bij een zeer grote vraag aan energie/warmte.
Voor het opsporen en winnen van aardwarmte zijn volgens de Mijnbouwwet vergunningen nodig van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Er gelden de voorwaarden dat winningspunten en de invloedssfeer van de winning (de ruimteclaim) in de diepe ondergrond planologisch moet worden ingepast en vastgelegd.
Niet gesprongen explosieven
De potentiële aanwezigheid van niet gesprongen explosieven kan een bedreiging in houden bij grondroerende werkzaamheden en kan tot vertraging in de planvorming en - uitvoering leiden..De gemeente beschikt over een inventarisatie van niet gesprongen explosieven op een signaleringskaart, opgesteld door historisch onderzoek, ooggetuigenverklaringen en eerdere vondsten. Wanneer er een gebied bestemd wordt in een aandachtsgebied zal een toetsing op mogelijke explosieven moeten worden uitgevoerd.
De gemeente is op basis van regelgeving verantwoordelijk voor het opsporen en ruimen van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Regels zijn opgenomen in o.a de Arbeidsomstandighedenwet en de Gemeentewet.
Trillingen
Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is het aspect trillingen een aandachtspunt in de afwegingen. De beoordeling van het aspect trillingen vindt zijn grondslag in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, waarin de zorg voor een goede ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Daarvoor is het nodig om mogelijke trillingshinder in kaart te brengen en deze te betrekken in de beoordeling. Dit is mogelijk met behulp van de SBR-richtlijn "Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen".
Trillingshinder wordt beoordeeld aan de hand van het maximaal optredende trillingsniveau en het gemiddeld trillingsniveau,. Voor een aantal typen trillingen en verschillende gebouwfuncties (wonen, onderwijs ed.) staan in de richtlijn grens- en streefwaarden voor maximaal optredende trillingsniveaus en gemiddelde trillingsniveaus.
In de beoordeling van trillingshinder moet in het algemeen onderscheid worden gemaakt naar bestaande, te wijzigen of gewijzigde en nieuwe situaties. Bij bestaande situaties moet het bestaande trillingsniveau worden geaccepteerd en kunnen de veroorzaker normaal gesproken geen (aanvullende) eisen worden opgelegd. Voor te wijzigen situatie is het uitgangspunt dat de gewijzigde situatie geen overschrijding van de grens- of streefwaarden mag opleveren. Indien er al sprake was van overschrijding geldt dat de situatie niet mag verslechteren. Ten slotte geldt voor nieuwe situaties dat de grens- of streefwaarden niet zouden mogen worden overschreden. In de laatste twee situaties zal het aanwezige trillingsniveau vooraf moeten worden vastgesteld.
Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Op de locatie heeft een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden om de bodemkwaliteit vast te stellen. Op basis van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek (SMA Zeeland, 22 juni 2012, projectnummer 23120084) blijkt dat er zowel in de bovengrond als in het grondwater lichte verontreinigingen zijn aangetroffen met zware metalen. De aangetoonde lichte verontreinigingen vormen geen aanleiding tot nader onderzoek. De bodemkwaliteit vormt op basis van dit onderzoek geen risico of beperkingen met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling. De puinverharding moet volgens de regels uit het besluit Bodemkwaliteit worden verwerkt.
Aardkundige waarde
Geen specifieke eisen, de locatie ligt niet in een gebied wat is aangemerkt als aardkundig waardevol.
Bodemenergie
De locatie is gelegen in een gebied waar warmte-koude opslag mogelijk is. Geothermie is bij deze ontwikkeling niet aan de orde.
Niet gesprongen explosieven
Binnen het plangebeid zijn zover uit inventarisatie bekend geen munitiedumps, mijnenvelden of niet gesprongen explosieven aanwezig (geweest).
Het aspect bodem vormt geen belemmering voor dit plan.