direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Fruitteeltbedrijf Wellandweg-Kooijmansweg Noordwelle
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00086BpGhp-vast

3.4 Gemeentelijk beleid

Strategische visie 'Tij van de Toekomst'

De gemeenteraad heeft op 3 oktober 2011 de Strategische Visie 'Tij van de Toekomst' vastgesteld. In de visie is opgenomen hoe de gemeente Schouwen-Duiveland er in 2040 uit zou moeten zien.

In de strategische visie staat de volgende ambitie centraal: 'In 2040 kent vakantie-eiland Schouwen-Duiveland een toonaangevende watereconomie die de duurzame verbinding vormt tussen wonen, werken, zorgen en genieten'.

In de visie zijn de drie strategische doelen 'werken', 'wonen' en 'verblijven' uitgewerkt. Hierna zijn de strategische doelen met bijbehorende ambities voor 2040 beschreven.

Strategische doelen: werken

  • De economie van Schouwen-Duiveland is sterk watergerelateerd;
  • Landbouw en aquacultuur zijn geïnnoveerd en verweven met andere functies;
  • Kleinschalige bedrijvigheid floreert, optimaal gestimuleerd en gefaciliteerd;
  • Vraag en aanbod van de arbeidsmarkt zijn in balans;
  • Schouwen-Duiveland is krachtig gepositioneerd als toonaangevend in water en veelzijdig vakantie-eiland.

Voor het voorliggende plan geldt dat de agrarische functie verweven is met andere functies zoals de recreatiesector in de vorm van het informatiecentrum en de verschillende mogelijkheden om het bedrijf te bezoeken.

Gelet op het bovenstaande past de ontwikkeling in de toekomstvisie van Schouwen-Duiveland.

Structuurvisie Buitengebied in beweging

Op 26 maart 2009 heeft de gemeente de structuurvisie voor het buitengebied, inclusief het Landschappelijk Raamwerk vastgesteld. Op basis van de structuurvisie kan er een afweging worden gemaakt voor plannen die niet passen in het geldende bestemmingsplan. Deze visie biedt ruimte voor initiatieven die zich richten op economie en recreatie. De ruimtelijke kwaliteit en de economische ontwikkeling moeten elkaar versterken. In beginsel richt de visie zich op kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen, die vooral plaatsvinden op bestaande erven. Op incidentele basis kunnen ook grootschaligere ontwikkelingen buiten de bestaande erven plaatsvinden. Aan de hand van toetsing van de ontwikkeling in relatie tot de locatie en de meerwaarde voor de omgeving en alle relevante planologische aspecten.

In paragraaf 4.3.3. van de structuurvisie staat beschreven dat er in beginsel geen nieuwe erven zijn toegestaan. Daarvoor zijn twee redenen:

  • 1. behoud van karakter van het landschap;
  • 2. voorkomen van belemmeringen voor agrarische ontwikkelingen.

Verdere verstening van het buitengebied is niet wenselijk en moet zoveel mogelijk worden voorkomen. In de komende jaren zullen veel agrarische erven hun functie verliezen. Er komen dus veel bestaande percelen vrij voor een andere invulling. Passend hergebruik van bestaande en voormalige agrarische erven wordt in de structuurvisie gestimuleerd. Eventuele uitbreiding van bestaande percelen is mogelijk mits dat nodig is en past in de omgeving.

Alleen in bijzondere situaties kunnen nieuwe erven worden gerealiseerd. Daarvan kan sprake zijn als functies om ruimtelijk of milieu-hygiënische redenen moeten worden verplaatst, en niet op bestaande erven kunnen worden ondergebracht. Voordat medewerking kan worden verleend aan nieuw vestiging moet worden aangetoond dat de vestiging op een bestaand erf niet mogelijk is. Dat de bestaande bebouwing op een erf niet geschikt is voor een nieuwe functie is daarbij onvoldoende argumentatie. Hiervoor is een prioriteitsvolgorde opgesteld:

  • 1. op een agrarisch of voormalig agrarisch erf of op een erf met bedrijfsfunctie;
  • 2. op een ander bestaand erf;
  • 3. op een nieuwe locatie waar nog geen erf aanwezig is.

Advieskantoor Rijk heeft in opdracht van de initiatiefnemer onderzocht of er geschikte locaties zijn op Schouwen-Duiveland. Het erf moet voldoen aan een aantal eisen om een volwaardig bedrijf te kunnen exploiteren:

  • a. de grond moet geschikt zijn voor de teelt;
  • b. moet gelegen zijn nabij een toeristisch gebied;
  • c. moet verkeersveilig bereikbaar zijn;
  • d. dient in de buurt te liggen van fietsroutes (knooppunt).

Uit het onderzoek is gebleken dat er geen bestaande percelen beschikbaar zijn die voldoen aan alle eisen. Het onbebouwde perceel aan de Wellandweg/Kooijmansweg voldoet wel aan alle eisen van de initiatiefnemer.

In de structuurvisie is de mogelijkheid opgenomen om nieuwe erven in het buitengebied toe te staan. Dit is mogelijk wanneer er op een andere locatie in het buitengebied een agrarisch bouwvlak verdwijnt. In dit geval heeft de initiatiefnemer overeenstemming bereikt met Natuurmonumenten (eigenaar/beheer) over het perceel aan de Levenstrijdweg 1 te Zierikzee. Dit agrarisch perceel wordt gewijzigd in een natuurbestemming, de initiatiefnemer draagt bij aan de sloopkosten. Per saldo komt er geen nieuw agrarisch bouwblok op Schouwen-Duiveand bij. Op 27 november 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders de wijziging vastgesteld. In de structuurvisie worden meer voorwaarden gesteld aan de toevoeging van een nieuw agrarisch bouwblok:

  • 1. geen bezwaar tegen de locatie van het nieuwe erf uit landschappelijk oogpunt (zie onderstaand landschappelijk raamwerk);
  • 2. de nieuwe functie is aan het buitengebied gebonden en past op de betreffende locatie;
  • 3. het nieuwe erf wordt landschappelijk goed ingepast (zie Landschappelijk Raamwerk);
  • 4. afhankelijk van de te vestigen functie wordt voorzien in verevening;
  • 5. voldaan wordt aan algemene planologisch en milieu-hygiënische voorwaarden.

Onderdeel 1 en 3 worden hieronder behandeld in het landschappelijk raamwerk. Voor onderdeel 2 geldt dat het plan ziet op de realisatie van een agrarisch bedrijf, dit is een functie die past in het buitengebied. Uit de toelichting uit het voorliggende bestemmingsplan blijkt dat het bedrijf op deze locatie past. In paragraaf 3.2 is bij het provinciaal beleid nader ingegaan op de vereveningsbijdrage. In bijlage 4 bij deze toelichting is de vereveningsopzet uitgewerkt. Uit deze toelichting blijkt ook dat aan alle algemene planologische en milieu-hygiënische voorwaarden wordt voldaan.

Landschappelijk Raamwerk

Schouwen-Duiveland heeft een heel herkenbaar landschap. Dat landschap is van grote betekenis voor de eigen bevolking, maar ook voor toeristen en recreanten. Uiteraard neemt de Kop van Schouwen daarbij een belangrijke plaats in. Daarnaast draagt echter ook het achterliggende poldergebied wezenlijk bij aan het landschapsbeeld van het eiland.

Uit de figuur hieronder blijkt dat het plangebied valt binnen het open polderlandschap van Schouwen. Het landschapselement hier is grootschalige open ruimte. Het landschap heeft hier het vermogen om veranderingen op te nemen zonder dat het landschap daardoor direct sterk veranderd. Met behoud van het karakter op hoofdlijnen biedt het landschap de nodige ontwikkelruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00086BpGhp-vast_0005.jpg"
Figuur 5 analyse van het landschap (Bron: landschappelijk raamwerk 2009)

Het Landschappelijk Raamwerk laat ontwikkelingen toe, tabel 2 is hier een weergave van. Nieuwe bebouwingslocaties hoeven in delen van de polder met een verspreid bebouwingspatroon niet tot een structurele aantasting van de openheid te leiden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00086BpGhp-vast_0006.png"

Tabel 3 ontwikkelruimte open polderlandschap (Bron: landschappelijk raamwerk 2009)

Met inachtneming van de wens tot behoud van het open karakter van deze gebieden en het bestaande bebouwingspatroon wordt uitgegaan van de volgende ontwikkelruimte:

  • 1. solitaire ligging in de open ruimte:
    • a. ruime afstand tot een bestaande verdichting;
    • b. afwisselend patroon wat betreft de situering ten opzichte van wegen (niet alle erven aan dezelfde kant van de weg);
  • 2. behoud van zichtlijnen naar historisch waardevolle kernen mogen niet worden aangetast;
  • 3. voldoende afstand tot natuurgebieden waar openheid één van de structurele kenmerken is.

Ad 1.

De ontwikkeling past binnen de ontwikkelingsruimte die het Landschappelijk Raamwerk biedt. Het perceel ligt solitair in het gebied. De dichtstbijzijnde bebouwing ligt op circa 430 meter afstand. Aan de Wellandweg is een erf aan de andere zijde van de weg gelegen. Tegenover het perceel ligt op 500 meter afstand het bedrijventerrein Duinzoom en op 350 meter afstand een natuurcamping.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00086BpGhp-vast_0007.jpg"

Figuur 6 afstanden tot plangebied

Ad 2.

De eigenaar heeft de gronden aangekocht en is begonnen met het planten van de fruitbomen. De bomen krijgen een hoogte van circa 4 meter. Er is in het bestemmingsplan “Buitengebied Schouwen-Duiveland” geen aanlegvergunningstelsel opgenomen voor het planten van deze bomen. De zichtlijnen op de historische kernen worden door deze bomen onderbroken.

Ad 3.

Het dichtstbijzijnde natuurgebied is Duinzoom. Openheid is hier geen kenmerk. De Duinzoom begint met een verdichte zoom die geleidelijk overgaat in een halfopen zoom. In deze halfopen zoom zijn verschillende bospercelen gerealiseerd.

Milieubeleidsplan

Het milieubeleid van de gemeente Schouwen-Duiveland is vastgelegd in het milieubeleidsplan. Het beleid wordt besproken en vastgelegd middels een aantal modules die elk een apart milieuthema behandelen. Hierna worden de belangrijkste aandachtspunten uit de diverse modules genoemd.

Module Geluid en Stilte (2008)

  • rust en stilte: streven naar zo min mogelijk gebiedsvreemde geluiden;
  • woonklimaat: streven naar behoud van een prettig woonklimaat, zowel binnen als buiten;
  • evenementen: evenementen mogen geen overlast veroorzaken;
  • verkeer: nieuwe wegen moeten op voldoende afstand van bestaande woningen gelegd worden, om overlast te voorkomen.

Bij nieuwe ontwikkelingen is het uitgangspunt om nieuwe probleemsituaties te voorkomen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de effecten van wegen op woningen. Uitgangspunt is dat alle nieuwbouwwoningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. Mochten er woningen gebouwd worden die een hogere geluidwaarde hebben, dan dient dit goed gemotiveerd te worden. Het ontwerp van de bedrijfswoning houdt hier rekening mee doordat het ver van de weg is gesitueerd. In hoofdstuk 5 worden de milieuaspecten nader behandeld.

Module Licht en Duisternis (2009)

Anders dan in andere delen van Nederland kun je op Schouwen-Duiveland nog echte duisternis ervaren. Niet verlichten, slim, gericht en bewust verlichten zorgen er niet alleen voor dat onze duisternis behouden blijft, ze besparen vaak ook energie. Er mag slechts verlicht worden indien dit echt nodig is. Het duisternisbeleid richt zich o.a. op de volgende sectoren:

  • openbare verlichting: de gemeente gaat zelf na hoe de bovengenoemde uitgangspunten op haar eigen verlichting kunnen worden toegepast;
  • terreinverlichting (sport): duurzaamheid, slimme en gerichte terreinverlichting;
  • veldverlichting: duurzaam en goed gericht zodat er zo weinig mogelijk licht verstrooid.

Met deze module zal bij de invulling van het plangebied rekening worden gehouden.

Module Energie en Klimaat (2009)

De gemeente Schouwen-Duiveland streeft naar een ruimtelijke inrichting waarmee rekening wordt gehouden met de klimaatverandering. Dit kan in de praktijk worden gebracht door verduurzaming en zuinig omgaan met energie. Het energiebeleid richt zich o.a. op de volgende sectoren:

  • Gebouwen: hanteren van een 10% strengere EPC norm en het energiezuinig ontwerpen van gebouwen.
  • Verkeer en vervoer: stimuleren van gebruik van het openbaar vervoer en de fiets;
  • Duurzame energie: kansen onderzoeken om energieneutraal te worden. Gebruikmaken van deze kansen zoals warmtekoude opslag;

Met deze module zal bij de invulling van het plangebied rekening worden gehouden.

Module Luchtkwaliteit (2008)

De luchtkwaliteit op Schouwen-Duiveland is, zeker vergeleken met andere gebieden in Nederland, goed. Die bijzondere positie moet behouden blijven. Waar mogelijk moet er naar gestreefd worden om de luchtkwaliteit zelfs nog te verbeteren. Het verminderen van autoverkeer kan daarbij helpen; autoverkeer is een belangrijke vervuilingsbron.

Met deze module zal bij de invulling van het plangebied rekening worden gehouden.

Module Bodem (2010)

Iedere bodem heeft zijn kwaliteiten. Hier liggen kansen en knelpunten. Door in een vroeg stadium bij ruimtelijke ontwikkelingen deze in beeld te brengen, zijn knelpunten vroegtijdig in beeld en kunnen kansen optimaal benut worden, waardoor er optimaal recht wordt gedaan aan de aanwezige bodemkwaliteiten. Hierdoor worden ook toekomstige beheerskosten beter in beeld gebracht en kunnen ze deel uitmaken van de afwegingen die leiden tot het definitieve plan.

Met deze module zal bij de invulling van het plangebied rekening worden gehouden, er is een bodemonderzoek uitgevoerd. In paragraaf 5.7 worden de conclusies besproken.