direct naar inhoud van 5.7 Water
Plan: Beddeweeg 8 Zierikzee
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00085BpGhp-vast

5.7 Water

5.7.1 Toetsingskader

Algemeen

In ruimtelijke plannen moet voldoende aandacht besteed worden aan waterhuishoudkundige aspecten. Daarbij staan naast een duurzaam waterbeheer de integrale afweging en het creëren van maatwerk voorop. Water moet altijd bekeken worden in het licht van het watersysteem of stroomgebied waarin een stad of een dorp ligt. Een goede afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening, ook in het direct aangrenzende gebied, is daarom noodzakelijk.

Regelgeving

In de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw tussen rijk, provincies, Waterschappen en gemeenten (d.d. 14 februari 2001) is overeengekomen dat vanaf de ondertekening van deze overeenkomst op alle voor de waterhuishouding relevante nieuwe ruimtelijke plannen een zogenaamde watertoets uitgevoerd dient te worden. Concreet betekent de invoering van de watertoets, dat een plan een zogenaamde waterparagraaf dient te bevatten, die keuzes ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschrijft. Daarin dient een wateradvies van de waterbeheerder te worden meegenomen. De watertoets is wettelijk verankerd in artikel 3.6 lid 1, sub b Bro.

In artikel 3.1.1. van het Bro is vastgelegd dat bij het opstellen van het bestemmingsplan overleg dient plaats te vinden met de waterbeheerder. Water dient in een zo vroeg mogelijk moment in de planvorming te worden meegenomen. Bij voorkeur in de initiatieffase.

Grondwateronttrekking

Zorgvuldig omgaan met grondwaterwinning beperkt het risico op verzilting van het vaak schaarse zoete grondwater. Door verzilting neemt het zoutgehalte van het (grond)water en de bodem toe. Verzilting kan tot schade leiden voor de landbouw, omdat het grondwater minder of ongeschikt wordt voor beregeningsdoeleinden. Winning van grondwater kan verlaging van de grondwaterstand en daarmee verdroging van gebieden tot gevolg hebben.

Om verdroging tegen te gaan zijn in kwetsbare gebieden, bijvoorbeeld (natte) natuurgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, alleen grondwaterwinningen op basis van een melding toegestaan als ze kortdurend zijn (maximaal 6 maanden) en een laag debiet hebben (maximaal 100 m3 per uur en maximaal 1.000 m3; per maand) hebben. Voor alle andere grondwateronttrekkingen is altijd een vergunning van het waterschap of de provincie vereist.

5.7.2 Toetsing
Thema en water(schaps)doelstelling   Uitwerking  
Veiligheid waterkering
Waarborgen van het veiligheidsniveau tegen water en de daarvoor benodigde ruimte.  
Het plangebied ligt in het centrumgebied van Zierikzee. De veiligheid van de waterkering komt niet in het gedrang.  
Wateroverlast
(vanuit oppervlaktewater)
Bij de bouw wordt voldoende hoog gebouwd om instroming van oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Het plan biedt voldoende ruimte voor vasthouden/bergen/afvoeren van water.  


Het gehele perceel is verhard, in de nieuwe situatie veranderd dit niet. Het perceel is circa 230m² groot.  
Riolering/RWZI
(inclusief water op straat/overlast)
Optimale werking van de zuiveringen/RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten.  



Het voormalige gebruik van het perceel is horeca, hiervoor was al een rioolaansluiting aanwezig. In de nieuwe situatie kan hierop worden aangesloten.
 
Waterschapsobjecten
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van waterschapsobjecten niet belemmeren. Hierbij wordt gedacht aan milieucontouren riond RWZI's, rioolpersgemalen, poldergemalen, vrijverval- en/of persleidingen.  


Er liggen geen primaire of regionale waterkeringen in en/of grenzend aan het plangebied. Het aspect veiligheid is dus niet aan de orde.  
Watervoorziening/-aanvoer
Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte) water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.  

De watervoorziening is niet in het geding. Hergebruik van het hemelwater is in verband met de kleinschaligheid van de ontwikkeling en de kosten die daarmee gepaard gaan niet aan de orde.  
Volksgezondheid
(water gerelateerd)
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.  


Er is geen sprake van de aanleg van (extra) open water.  
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken.  

De polderpeilen worden niet aangepast. Bodemdaling zal niet optreden.  
Grondwateroverlast
Tegengaan/verhelpen van grondwateroverlast.  
Grondwateroverlast is in het gebied en de directe omgeving niet aan de orde.  
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud/realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem.  

De kwaliteit van de oppervlaktewaterkwaliteit gaat niet achteruit.  
Grondwaterkwaliteit
Behoud/realisatie van een goede grondwaterkwaliteit.  
Er wordt niet gebouwd in een natuurgebied, (specifiek daarvoor bedoelt) infiltratiefgebied en/of gebied voor drinkwatervoorziening.  
Verdroging
(Natuur)
Bescherming van karakteristieke grondwater afhankelijke ecologische waarden; van belang in en rond natuurgebieden (hydrologische) beïnvloedingszone.  


Verdroging is niet aan de orde.  
Natte natuur
Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijke karakteristieke aquatische natuur.  
Het plangebied grenst niet aan natte natuurgebieden. Er zijn daarom geen bijzondere maatregelen te treffen.  
Onderhoud waterlopen
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden kunnen worden.  
Het plangebied ligt in het centrumgebied van Zierikzee. Er zijn geen waterlopen aanwezig.  
Waterschapswegen
Goede bereikbaarheid en in stand houden van wegen in beheer en onderhoud bij het waterschap.  
Er liggen geen waterschapswegen binnen het plangebied.
 

Tabel 2 watertoets ontwikkeling

5.7.3 Conclusie

Uit bovenstaande tabel blijkt dat water geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling. De watertoets is voorgelegd aan het Waterschap Scheldestromen voor het formele wateradvies (artikel 3.1.1. Bro). Op d.d. heeft het Waterschap Scheldestromen het wateradvies uitgebracht.