4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groen, water, speelvoorzieningen en voetpaden;
- nutsvoorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen-landschappelijke inpassing': uitsluitend voor aanleg, instandhouding en beheer van landschappelijke afscherming van recreatieterreinen door opgaande beplanting, een grondwal met een maximale hoogte van 2 meter inbegrepen, conform het bij dit bestemmingsplan horende inrichtingsplan, d.d. 7 december 2012, opgesteld door Bosch & Slabbers.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.2.1 Toelaatbare bebouwing
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in
artikel 4 lid 1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Maatvoeringen
- De bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m.
- De bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 4 m.
- De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 2 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 4 lid 2.2 ten behoeve van een geluidscherm dat wordt gebouwd op een geluidwerende grondwal. Afwijking is mogelijk tot een hoogte van 2 meter ten opzichte het hoogste punt van de grondwal. De afwijking bij omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van geluidhinder.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van groen-landschappelijke inpassing' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
- het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen zoals een grondwal.
4.4.2 Uitzonderingen op aanlegverbod
Het verbod van lid 4.4.1. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
- normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
- reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
4.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel daarvan niet onevenredig wordt of zal worden verkleind.