direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Recreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast

Artikel 9 Recreatie - Dagrecreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, scouting, wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën, natuurobservatie, strandrecreatie en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten;

en tevens voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': watersportgebonden verenigingen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zeilschool': een zeilschool;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, parkeerruimte, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, terassen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.2.1 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met inachtneming van het volgende:

9.2.2 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden gebouwd in het bouwvlak;
  • b. het totale oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. de oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouw   oppervlakte   inhoud   goothoogte   bouwhoogte  
gebouwen en overkappingen   zie onder b   zie onder d, overige gebouwen niet geregeld   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  

  • d. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 750 m3;
  • e. de afstand tussen vrijstaande gebouwen bedraagt ten minste 5 m;
  • f. bij toepassing van hellende dakvlakken mag de dakhelling maximaal 55° bedragen.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de navolgende maten:

bouwwerk, geen gebouw zijnde   bouwhoogte  
licht- en vlaggenmasten   8 m  
speelvoorzieningen   4 m  
overkappingen   3 m  
erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak   1 m  
erf- en terreinafscheidingen elders   2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2 m  

9.3 Nadere eisen
9.3.1 Eisen

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de plaatsing van gebouwen en bijgebouwen ten opzichte van de bouwperceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
  • b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
  • c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.3.2 Voorwaarden

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden in verband met calamiteiten.

9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid voor hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3, voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 10 m, met uitzondering van overkappingen.

9.4.2 Voorwaarden

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. ondersteunende horeca is toegestaan voor zover:
    • 1. dit een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
    • 2. voorkomend in categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 3. het verkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 10% van de voor publiek toegankelijke delen van de bebouwing.