direct naar inhoud van Artikel 5 Groen - Landschappelijk
Plan: Recreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast

Artikel 5 Groen - Landschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

  • a. landschappelijke afscherming van recreatieterreinen door opgaande beplanting;

en tevens voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een grondwal met een akoestische werking vanwege de achterliggende recreatiewoningen;
  • c. bij deze bestemming behorende taluds, oevers, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, geluidwerende voorzieningen, grondwal en andere voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

5.2.1 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met in achtneming van het volgende:

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de navolgende maten:

bouwwerk, geen gebouw zijnde   bouwhoogte  
openbare nutsvoorzieningen   3,5 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2 m  

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijkingsbevoegdheid voor hoger geluidscherm

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 ten behoeve van een geluidscherm dat wordt gebouwd op een geluidwerende grondwal tot een bouwhoogte van maximaal 2 m ten opzichte van het hoogste punt van de grondwal.

5.3.2 Afwegingskader

De in lid 5.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van geluidhinder.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
  • b. het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen zoals een grondwal;
  • c. het aanleggen van verharde wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het afgraven van gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm'.

5.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen, waaronder in ieder geval verstaan ploegen, eggen, het uitbaggeren van sloten en greppels;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer;
  • c. reeds in uitvoering dan wel vergund zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • d. bedoeld zijn in lid 5.4.1 maar de in lid 5.1 omschreven waarden van deze gronden niet aantasten.

5.4.3 Voorwaarden
  • a. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 a tot en met c zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel daarvan niet onevenredig worden of zullen worden verkleind.
  • b. de werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 d zijn slechts toelaatbaar, indien
    • 1. middels akoestisch onderzoek is aangetoond dat de geluidbelasting ter plaatse van de achterliggende recreatiewoningen niet hoger dan 48dB bedraagt als gevolg van het wegverkeerslawaai, en;
    • 2. de landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel daarvan niet onevenredig worden of zullen worden verkleind.