Regels
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels ARTIKEL 1 Aanpassingen regels bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Bulkstraat Voor dit plan geldt dat het bepaalde in het bestemmingsplan Bulkstraat, zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Roosendaal op 21 december 2017, onverkort van toepassing is, met dien verstande dat in hoofdstuk 2 Bestemmingsregels, in hoofdstuk 3 Algemene regels en in hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels de volgende aanvullingen en wijzigingen zijn aangebracht. ARTIKEL 2 Begrippen 2.1 het plan het herstelbesluit 'Partiële herziening bestemmingsplan Bulkstraat' van de gemeente Roosendaal; 2.2 herstelbesluit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1674.2155PARTHERZBULK-0601 met de bijbehorende regels en bijlagen; 2.3 bestemmingsplan het besluit met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1674.2155PARTHERZBULK-0601 met de bijbehorende regels en bijlagen; 2.4 uitrukpost een gebouw met bijbehorend terrein waar brandweerauto’s, brandbestrijdingsapparatuur en het brandweerpersoneel dat dienst heeft, zijn ondergebracht en activiteiten worden uitgevoerd die verband houden met het onderhoud, het testen van brandweermaterieel, uitvoeren van brand- en hulpverleningsoefeningen, zoals: het geven van instructies; hulpverleningsoefeningen zonder materieel; het oefenen van het af- en oprollen van blusslangen; het oefenen van het spreiden en knippen van voertuigen; het oefenen van het doorslijpen van voertuigen; het oefenen van het zagen van boomstammen; het wassen van de brandweervoertuigen; het parkeren en verzamelen om op een ander locatie oefeningen te verrichten of hulpverleningswerkzaamheden uit te voeren; het uitrukken bij oproepen. HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels ARTIKEL 4 Bedrijf-2 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – brandweer’ tevens voor een uitrukpost van de brandweer; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning alsmede de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan; het spreiden, knippen en doorslijpen van voertuigen, het zagen van boomstammen en het wassen van brandweervoertuigen mag uitsluitend plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – oefenplaats’; het oefenen met in- en uitrollen van slangen mag uitsluitend inpandig plaatsvinden; bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water, met dien verstande dat: voor wat betreft het perceel Plantagebaan 61b te Wouw de realisering van de bestemming en het als zodanig gebruiken van de als 'Bedrijf-2' aangewezen gronden alleen is toegestaan indien de bestaande, overtolligebebouwing wordt gesloopt. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen tevens worden gebouwd c.q. gerealiseerd, ten behoeve van realisering van de bestemming: bedrijfsgebouwen; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens bedrijfswoningen; ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – brandweer’ tevens voor een uitrukpost van de brandweer; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfwoning uitgesloten' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan; nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; parkeerplaatsen. 4.2.2 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen gelden de volgende regels: indien een bedrijfswoning wordt gerealiseerd, dient het bedrijfsgebouw minimaal 1 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning te worden opgericht; het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60%; de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen; voor zover bouwwerken niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 3 m te bedragen; de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen: 1. goothoogte: 3 m; 2. bouwhoogte: mag niet meer bedragen dan 5 m. 4.2.6 Parkeerplaatsen Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen die van kracht is op het moment dat een formele aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend. 4.3 Afwijken van de bouwregels 4.3.1 Perceelsgrens Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 voor de oprichting van gebouwen binnen 3 meter van de perceelsgrens, mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet worden verminderd en mits daardoor de brandveiligheid van het gebouw en die van de omgeving, waaronder mede wordt verstaan de toegankelijkheid van hulpdiensten, niet wordt aangetast. Burgemeester en wethouders winnen advies in van de Veiligheidsregio. 4.3.2 Parkeernormen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6. mits of onder voorwaarden dat: de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt; het voldaan aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien. 4.4 Specifieke gebruiksregels 4.4.1 Aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten Gebruik van ruimten in de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bouwwerken, die voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten nodig is, behoudt in overwegende mate de woonfunctie, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en maximaal 50m2 van de bijbehorende bouwwerken mag worden aangewend voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten levert geen hinder voor het woonmilieu op en doet geen afbreuk aan het (woon)karakter van de buurt, waarbij in ieder geval geen gebruik mag plaatsvinden dat nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken en als zodanig is opgenomen in artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer, zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp terinzage leggen van dit bestemmingsplan; de aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten hebben geen publieksgericht karakter; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer en/of leidt niet tot onaanvaardbare parkeerdruk; detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. 4.4.2 Oefenplaats Het gebruik van de gronden aangewezen als ‘specifieke vorm van bedrijf – oefenplaats’ is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: oefenen met motorisch materieel (spreiden en knippen, zagen en slijpen) vindt uitsluitend in de dagperiode en in de avondperiode plaats, waarbij in de avondperiode oefeningen uitsluitend tussen 19.00 uur en 21.30 uur plaatsvinden; oefeningen bedoeld onder a vinden maximaal 12 keer per kalenderjaar plaats; de effectieve oefentijd, met uitzondering van het zagen, bedraagt niet meer dan 1,5 uur per keer; de effectieve oefentijd met zagen, bedraagt niet meer dan 1 uur en 20 minuten per keer; het wassen van voertuigen vindt uitsluitend plaats in de dagperiode tussen 07.00 uur en 19.00 uur. 4.4.3 Voorwaardelijke verplichting uitrijpost Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – brandweer’ is uitsluitend toegestaan als een geluidsabsorberend geluidscherm is gerealiseerd en in stand wordt gehouden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidscherm’ met een hoogte van 3 meter. 4.4.4 Voorwaardelijke verplichting oefenplaats Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – oefenplaats’ voor het uitvoeren van oefeningen is uitsluitend toegestaan als een afschermende constructie wordt gerealiseerd en in stand gehouden, die voldoet aan de volgende vereisten: overkapping met drie wanden (noordzijde, oostzijde en zuidzijde); wanden worden tenminste enkel steens uitgevoerd; de lengte van de wanden bedraagt respectievelijk minimaal 5 meter (noordzijde), 8,5 meter (oostzijde) en 5 meter (zuidzijde). 4.5 Afwijken van de gebruiksregels 4.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde: in 4.1 onder a teneinde bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd in 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; in 4.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. HOOFDSTUK 3 Algemene regels ARTIKEL 18 Algemene afwijkingsregels 18.1 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde: ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt; van de in de artikelen 3 t/m 13 genoemde maten respectievelijk percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%; van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk nie tmeer dan 50 m3 zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3m. zal bedragen. HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels ARTIKEL 21 Overgangsregels 21.2 Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 21.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. ARTIKEL 22 Slotregels Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Bulkstraat'. Alsdus vastgesteld in de raadsvergadering van De griffier, voorzitter;