Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze van meten
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Bedrijventerrein - 2
Artikel 4 Bedrijventerrein - 3
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 5 Antidubbeltelregel
Artikel 6 Algemene bouwregels
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
Artikel 8 Algemene aanduidingsregels
Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
Artikel 10 Algemene wijzigingsregels
Artikel 11 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 12 Overgangsregels
Artikel 13 Slotregels
Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS
13 Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'De Meeten 2' met identificatienummer NL.IMRO.1674.2148DEMEETEN2-0201 van de gemeente Roosendaal;
1.2 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.3 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.4 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf -niet zijnde een aan huis gebonden beroep- waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven; voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;
1.5 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.6 bebouwingspercentage
het percentage van een bouwperceel of gedeelte daarvan, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.7 bedrijfs-/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.8 belwinkel
een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'belwinkel';
1.9 beperkt kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.10 bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
-
bouwwerken, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
-
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen;
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.13 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.14 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.15 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.16 bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd:
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.18 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.20 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.21 bruto-bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van winkels, kantoren of bedrijven met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen, die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt mede begrepen: een afhaalservice zonder de mogelijkheid om ter plaatse te consumeren;
1.23 gebouw
een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.24 geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99, laatst gewijzigd Stb. 2001, 29) en onderdeel D van Bijlage I, behorende bij het Besluit omgevingsrecht.
1.25 gevel
zijde van een gebouw;
1.26 groepsrisico
de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval in een nrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
1.27 growshop
een al dan niet zefsltandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. ook ruimten die een andere benaming hebben dan een growshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden vallen het begrip 'growshop'.
1.28 handel in softdrugs
het verkopen van softdrugs vanuit een horeca-inrichting of een andere voor het pubuliek toegankelijke lokaliteit en de daarbij behorende erven, dan wel het aldaar aanwezig zijn van middelen als bedoeld in artikel 3 (lijst II) van de Opiumwet, dan wel toegestaan dat bedoelde middelen in de horeca inrichting gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht, geleverd, verstrekt en vervaardigd worden;
1.29 handelsbedrijf
een bedrijf dat bedrijfsmatig goederen ten verkoop uitstalt, te koop aanbiedt, verkoopt of levert;
1.30 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.31 horecabedrijf
een bedrijf of instelling waar als hoofdfunctie bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
1.32 industrieel bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productie-technische bedrijven);
1.33 kantoor
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk bestemd is voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek;
1.34 kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (27 mei 2004, Staatsblad 2004, 250) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
1.35 logistiek bedrijf
bedrijf dat zich richt op transport en opslag van goederen;
1.36 maaiveld
bovenkant van een terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.37 netto-bedrijfsvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief de etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het en detail verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd en/of verbruikt;
1.38 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.39 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreddbaar en afsluitbaar is;
1.40 peil
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.41 plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is.
1.42 retentiegebied
gronden en werken ten behoeve van de waterkering, ingericht voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van water;
1.43 risicovolle inrichting
-
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
-
een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid;
-
met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.
1.44 ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte;
1.45 smartshop
een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig ter koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan smartshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'smartshop';
1.46 stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
1.47 stedenbouwkundige waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's en de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n);
1.48 verblijfsmiddelen
een voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken, voer- en vaartuigen, arken, caravans en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten;
1.49 voorgevel
naar de openbare weg gekeerde zijde van een gebouw;
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot (zijdelingse) perceelsgrens
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelscheiding van het bouwperceel;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de breedte van bouwpercelen
tussen de zijdelingse perceelgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens;
2.4 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.5 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.6 lessenaarsdak
in afwijking van het bepaalde in de leden 2.2 en 2.5 bij een gebouw met een lessenaarsdak wordt het hoogste punt van het dak aangemerkt als bouwhoogte en het laagste punt van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel als goothoogte;
2.7 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.9 stapelhoogte in het kader van opslag
de hoogte van goederen en materialen die in de buitenlucht wordt opgeslagen vanaf het peil tot aan het hoogste punt;
2.10 toepassing van maten
de in deze regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Bedrijventerrein - 2
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 en 3.2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, wegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
met dien verstande dat:
-
(nieuwe) risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van de inrichting ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van de inrichting, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een inrichting geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar een bestaand kwetsbaar object niet mag worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
3.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van een bedrijfsperceel dient minimaal 1.000 m² te zijn;
-
het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bedrijfsperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde, dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen: zie verbeelding per maatvoeringsvlak; dit met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
3.2.4 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend. De huidige parkeernormen zijn opgenomen in de bijlage bij dit bestemmingsplan, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omvang en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 3.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 3.2.2 onder c. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 3.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 3.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met d. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
3.3.2 Afwijken van de parkeernormen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder voorwaarden dat:
-
de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt;
-
het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
-
aantoonbaar wordt gemaakt dat gelet op de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten volstaan kan worden met een minder aantal parkeerplaatsen dan op basis van de normen nodig zou zijn;
-
op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
3.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
3.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
3.4.4 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen.
3.4.5 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen.
3.4.6 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
3.4.7 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) niet zijn toegestaan.
3.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder h. voor een (nieuwe) risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege de aanwezigheid van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in acht genomen wordt;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
3.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder b. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
3.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder l. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 3.000 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
3.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
Artikel 4 Bedrijventerrein - 3
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) voor zover deze voorkomen in categorie 3.1, 3.2 en 4.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede groothandelsbedrijven;
-
bedrijven (industrieel, ambachtelijk, logistiek, dienstverlenend) in milieucategorie 2, voorzover deze zijn opgenomen in de bij deze regels gevoegde bedrijvenlijst 'toegestane milieucategorie 2 bedrijven';
-
geluidwerende voorzieningen;
-
verkeers- en groenvoorzieningen, waaronder wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
met dien verstande dat:
-
(nieuwe) risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van de inrichting ligt;
-
een bestaande risicovolle inrichting waarbij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar zich uitstrekt buiten de perceelsgrens van de inrichting, mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar niet wordt vergroot of gewijzigd;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een inrichting geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;
-
binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar een bestaand kwetsbaar object niet mag worden uitgebreid;
-
per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 50% van het totale perceelsoppervlak mag bedragen tot een maximum van 1500 m².
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd:
-
gebouwen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
parkeerplaatsen.
4.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan;
-
de oppervlakte van een bedrijfsperceel dient minimaal 1.000 m² te zijn;
-
het maximale oppervlak aan gebouwen mag per bedrijfsperceel niet meer bedragen dan 75%;
-
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient tenminste 1 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde dient de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
-
onverminderd het onder a. bepaalde, dient de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg 10 m te bedragen;
-
de hoogte van gebouwen de hoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen: zie verbeelding per maatvoeringsvlak; dit met uitzondering van nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
erfafscheidingen 3 m;
-
geluidwerende voorzieningen 3 m;
-
(reclame)masten en verlichtingsarmaturen 25 m;
-
bliksemafleiders 15 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 24 m.
4.2.4 Parkeerplaatsen
Voor wat betreft het parkeren geldt de Nota parkeernormen, zoals deze van kracht is op het moment dat een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, met dien verstande dat de parkeerplaatsen op eigen terrein al dan niet in een (ondergrondse) parkeergarage dienen te worden gerealiseerd.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omvang en positionering hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 4.2.2 onder a. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak aan de zijde van de openbare weg voor zover de overschrijding niet meer dan 5 m bedraagt;
-
in 4.2.2 onder c. tot een verhoging van het maximum bebouwingspercentage naar ten hoogste 85%;
-
in 4.2.2 onder e., ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot op één van de zijdelingse of achterliggende perceelsgrenzen;
-
in 4.2.2 onder f. ten behoeve van het oprichten van bedrijfsgebouwen waarbij de afstand van de gevel(s) van gebouwen ten opzichte van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt met dien verstande dat de afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
omgevingsvergunning als bedoeld in a. tot en met d. wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
-
de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
-
op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Bedrijven en inrichtingen
Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken:
-
voor geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143);
-
voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A.
4.4.2 Opslag
Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m.
4.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel.
4.4.4 Wonen
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen.
4.4.5 Detailhandel en kantoren
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als detailhandel en zelfstandige kantoren, met uitzondering van detailhandel in ondergeschikte zin in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen en met uitzondering van gronden en opstallen met een apart aangegeven aanduiding.
4.4.6 Internetverkopen
Internetverkopen, waarbij het volledige assortiment alleen te bezichtigen is via internet en/of postcatalogus en levering van de producten hoofdzakelijk plaatsvindt via post- of (eigen) koeriersdiensten, zijn toegestaan.
4.4.7 Horeca
Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant.
4.4.8 Parkeren
Voor wat betreft het gebruik van bestaande opstallen gelden de parkeernomen zoals deze zijn opgenomen in de Nota parkeernormen en met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
-
in 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan.
4.5.2 Plaatsgebonden risicocontour
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 onder g. voor een risicovolle inrichting met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens of -grenzen van het bedrijf, op voorwaarde dat:
-
de plaatsgebonden risicocontour van 10 -6/jaar vanwege de aanwezigheid van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in acht genomen wordt;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege een inrichting komt te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
4.5.3 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder b. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A., voor een afstand gelegen buiten de perceelsgrens of -grenzen, op voorwaarde dat:
-
de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt;
-
met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
een verantwoording dient te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
vooraf advies van de Regionale Brandweer wordt ingewonnen;
met dien verstande dat:
-
een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water.
4.5.4 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 onder k. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 3.000 m², op voorwaarde dat:
-
het kantoorvloeroppervlak passend is te beschouwen bij de maat, schaal en omvang van het bedrijf;
-
het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen;
-
inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting.
4.5.5 Stapelhoogte opslag
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.2 ten behoeve van opslag van goederen tot een stapelhoogte van 8 m., op voorwaarde dat:
-
de hogere opslaghoogte noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
-
de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd.
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 5 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1 Bestaande afstanden en andere maten
6.1.1 Maximaal toelaatbaar
Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
6.1.2 Minimaal toelaatbaar
In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhod, aantallen en / of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
6.1.3 Heroprichting
In het geval van heroprichting van gebouwen is het bepaalde in 6.1.1 en 6.1.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
6.2 Overschrijding bouwgrenzen
De aangegeven bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag uitsluitend worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende stoepen, trappen- c.q. lifthuizen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
7.1 Gebruik van gronden en bouwwerken
7.1.1 Strijdigheid artikelen
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in de artikelen 3 en 4 aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.
Artikel 8 Algemene aanduidingsregels
8.1 Vrijwaringszone - beschermingszone
8.1.1 Omschrijving
De voor 'Vrijwaringszone - beschermingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsdoeleinden ten behoeve van de aan deze zone grenzende waterloop.
8.1.2 Bouwregels
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
8.1.3 Afwijken van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1.2 ten behoeve van bebouwing, die is toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding.
-
Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld.
8.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
een gesloten wegdek aan te brengen;
-
beplantingen en / of bomen aan te brengen c.q. te vellen en / of te rooien;
-
waterlopen wijzigen en afgravings- en ontgrondingwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 meter;
-
heiwerken uit te voeren en/of scherpe voorwerpen in de bodem te drijven dieper dan 0,30 m;
-
parallelriolen, nutsvoorzieningen en transportleidingen aan te leggen;
-
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van gezamenlijk meer dan 100 m2;
-
het ophogen van gronden;
-
Het verbod bedoeld als in a is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:
-
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
-
De werken en / of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de waterloop;
-
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden wordt aan genoemde instantie medegedeeld.
Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
9.1 Afwijking bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:
-
ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
-
van de in de artikelen 1 tot en met 4 genoemde maten resp. percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
-
van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m³ zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3 m zal bedragen.
Artikel 10 Algemene wijzigingsregels
10.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
10.2 Belangenprocedure bij de algemene wijzigingsregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 11 in acht te worden genomen.
Artikel 11 Algemene procedureregels
11.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen voornemens zijn gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid voor zover naar dit artikel wordt verwezen.
11.2 Procedureregels
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn gebruik te maken van een wijziging als bedoeld in 11.1 gelden hiervoor de volgende procedureregels.
11.2.1 Termijn en terinzagelegging
Het ontwerpbesluit, houdende een wijziging of uitwerking als bedoeld in bovenstaande artikelen, ligt gedurende zes weken bij de gebruikelijke gemeentelijke informatiepunten voor belanghebbenden ter inzage.
11.2.2 Wijze bekendmaking
Burgemeester en wethouders maken de nederlegging tevoren op de gebruikelijke wijze bekend.
11.2.3 Zienswijzen
De bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit.
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 12 Overgangsregels
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
12.2 Omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 12.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1 met maximaal 10 %.
12.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
12.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 12.4 , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
12.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het 12.4 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
12.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
12.8 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Artikel 13 Slotregels
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De Meeten 2' van de gemeente Roosendaal.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De griffier, De voorzitter,
Hoofdstuk 5 BIJLAGEN BIJ REGELS
13 Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten
SBI-CODE
|
SBI-CODE 2008
|
OMSCHRIJVING
|
AFSTANDEN IN METERS
|
|
|
nr
|
Geur
|
Stof
|
Geluid
|
Gevaar
|
Groot
ste
Afstand
|
|
Catego
rie
|
15
|
10, 11
|
-
|
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
|
|
|
|
|
|
151
|
101, 102
|
0
|
Slachterijen en overige vleesverwerking:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
151
|
101, 102
|
1
|
- slachterijen en pluimveeslachterijen
|
100
|
0
|
100
|
C
|
|
50
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
151
|
101
|
4
|
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²
|
100
|
0
|
100
|
C
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
151
|
101
|
5
|
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²
|
50
|
0
|
50
|
C
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
151
|
101
|
6
|
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
|
30
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
151
|
101, 102
|
7
|
- loonslachterijen
|
50
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
151
|
108
|
8
|
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² D2
|
50
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
152
|
102
|
0
|
Visverwerkingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
152
|
102
|
5
|
- verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²
|
100
|
10
|
50
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
152
|
102
|
6
|
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
|
50
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
1531
|
1031
|
0
|
Aardappelprodukten fabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1531
|
1031
|
2
|
- vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
|
50
|
10
|
50
|
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
0
|
Groente- en fruitconservenfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
1
|
- jam
|
50
|
10
|
100
|
C
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
2
|
- groente algemeen
|
50
|
10
|
100
|
C
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
1532, 1533
|
1032, 1039
|
3
|
- met koolsoorten
|
100
|
10
|
100
|
C
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
1551
|
1052
|
0
|
Zuivelprodukten fabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1551
|
1051
|
3
|
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j
|
50
|
0
|
100
|
C
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
1552
|
1052
|
1
|
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
|
50
|
0
|
100
|
C
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
1552
|
1052
|
2
|
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
|
10
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
1581
|
1071
|
0
|
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1581
|
1071
|
1
|
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
|
30
|
10
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
1581
|
1071
|
2
|
- v.c. >= 7500 kg meel/week
|
100
|
30
|
100
|
C
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
1582
|
1072
|
|
Banket, biscuit- en koekfabrieken
|
100
|
10
|
100
|
C
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
1583
|
1081
|
0
|
Suikerfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1584
|
10821
|
0
|
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
|
|
|
|
|
1584
|
10821
|
2
|
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²
|
100
|
30
|
50
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
1584
|
10821
|
5
|
- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²
|
100
|
30
|
50
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
1585
|
1073
|
|
Deegwarenfabrieken
|
50
|
30
|
10
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
1586
|
1083
|
0
|
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1586
|
1083
|
2
|
- theepakkerijen
|
100
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
1589.2
|
1089
|
0
|
Soep- en soeparomafabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1589.2
|
1089
|
1
|
- zonder poederdrogen
|
100
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
1598
|
1107
|
|
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
|
10
|
0
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
17
|
13
|
-
|
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
171
|
131
|
|
Bewerken en spinnen van textielvezels
|
10
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
172
|
132
|
0
|
Weven van textiel:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
172
|
132
|
1
|
- aantal weefgetouwen < 50
|
10
|
10
|
100
|
|
|
0
|
|
100
|
|
3.2
|
173
|
133
|
|
Textielveredelingsbedrijven
|
50
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
174, 175
|
139
|
|
Vervaardiging van textielwaren
|
10
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
176, 177
|
139, 143
|
|
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
|
0
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
18
|
14
|
-
|
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
|
181
|
141
|
|
Vervaardiging kleding van leer
|
30
|
0
|
50
|
|
|
0
|
|
50
|
|
3.1
|
183
|
142, 151
|
|
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
|
50
|
10
|
10
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
19
|
15
|
-
|
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
|
|
|
|
192
|
151
|
|
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
|
50
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
193
|
152
|
|
Schoenenfabrieken
|
50
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
20
|
16
|
-
|
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
|
2010.1
|
16101
|
|
Houtzagerijen
|
0
|
50
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
2010.2
|
16102
|
0
|
Houtconserveringsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2010.2
|
16102
|
2
|
- met zoutoplossingen
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
202
|
1621
|
|
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
|
100
|
30
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
203, 204, 205
|
162
|
0
|
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
|
0
|
30
|
100
|
|
|
0
|
|
100
|
|
3.2
|
203, 204, 205
|
162
|
1
|
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2
|
0
|
30
|
50
|
|
|
0
|
|
50
|
|
3.1
|
21
|
17
|
-
|
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
|
2112
|
1712
|
0
|
Papier- en kartonfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2112
|
1712
|
1
|
- p.c. < 3 t/u
|
50
|
30
|
50
|
C
|
|
30
|
R
|
50
|
|
3.1
|
212
|
172
|
|
Papier- en kartonwarenfabrieken
|
30
|
30
|
100
|
C
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
2121.2
|
17212
|
0
|
Golfkartonfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2121.2
|
17212
|
1
|
- p.c. < 3 t/u
|
30
|
30
|
100
|
C
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
22
|
58
|
-
|
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
|
2221
|
1811
|
|
Drukkerijen van dagbladen
|
30
|
0
|
100
|
C
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
2222
|
1812
|
|
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
|
30
|
0
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
23
|
19
|
-
|
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
|
2320.2
|
19202
|
A
|
Smeeroliën- en vettenfabrieken
|
50
|
0
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
24
|
20
|
-
|
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2442
|
2120
|
0
|
Farmaceutische produktenfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2442
|
2120
|
1
|
- formulering en afvullen geneesmiddelen
|
50
|
10
|
50
|
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
2462
|
2052
|
0
|
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2462
|
2052
|
1
|
- zonder dierlijke grondstoffen
|
100
|
10
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
2464
|
205902
|
|
Fotochemische produktenfabrieken
|
50
|
10
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
2466
|
205903
|
A
|
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
|
50
|
10
|
50
|
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
25
|
22
|
-
|
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
|
|
|
|
2512
|
221102
|
0
|
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2512
|
221102
|
1
|
- vloeropp. < 100 m2
|
50
|
10
|
30
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
2513
|
2219
|
|
Rubber-artikelenfabrieken
|
100
|
10
|
50
|
|
|
50
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
252
|
222
|
0
|
Kunststofverwerkende bedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
252
|
222
|
3
|
- productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
|
50
|
30
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
26
|
23
|
-
|
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
|
261
|
231
|
0
|
Glasfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
261
|
231
|
1
|
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
|
30
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2615
|
231
|
|
Glasbewerkingsbedrijven
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
262, 263
|
232, 234
|
0
|
Aardewerkfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
262, 263
|
232, 234
|
2
|
- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
|
30
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2651
|
2351
|
0
|
Cementfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2661.2
|
23612
|
0
|
Kalkzandsteenfabrieken:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2661.2
|
23612
|
1
|
- p.c. < 100.000 t/j
|
10
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2662
|
2362
|
|
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
|
50
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2663, 2664
|
2363, 2364
|
0
|
Betonmortelcentrales:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2663, 2664
|
2363, 2364
|
1
|
- p.c. < 100 t/u
|
10
|
50
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2665, 2666
|
2365, 2369
|
0
|
Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
|
|
|
|
|
|
2665, 2666
|
2365, 2369
|
1
|
- p.c. < 100 t/d
|
10
|
50
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
267
|
237
|
0
|
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
267
|
237
|
1
|
- zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
|
10
|
30
|
100
|
|
|
0
|
|
100
|
D
|
3.2
|
267
|
237
|
2
|
- zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
|
10
|
30
|
50
|
|
|
0
|
|
50
|
|
3.1
|
2681
|
2391
|
|
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
2682
|
2399
|
C
|
Minerale produktenfabrieken n.e.g.
|
50
|
50
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
D
|
3.2
|
28
|
25, 31
|
-
|
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
|
281
|
251, 331
|
0
|
Constructiewerkplaatsen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
281
|
251, 331
|
1
|
- gesloten gebouw
|
30
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
281
|
251, 331
|
1a
|
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m2
|
30
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
284
|
255, 331
|
B
|
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.
|
50
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
D
|
3.2
|
284
|
255, 331
|
B1
|
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2
|
30
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
2851
|
2561, 3311
|
0
|
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2851
|
2561, 3311
|
1
|
- algemeen
|
50
|
50
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
11
|
- metaalharden
|
30
|
50
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
D
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
12
|
- lakspuiten en moffelen
|
100
|
30
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
2
|
- scoperen (opspuiten van zink)
|
50
|
50
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
3
|
- thermisch verzinken
|
100
|
50
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
4
|
- thermisch vertinnen
|
100
|
50
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
5
|
- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
|
30
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561,3311
|
6
|
- anodiseren, eloxeren
|
50
|
10
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
7
|
- chemische oppervlaktebehandeling
|
50
|
10
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
8
|
- emailleren
|
100
|
50
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
2851
|
2561, 3311
|
9
|
- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)
|
30
|
30
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
2852
|
2562, 3311
|
1
|
Overige metaalbewerkende industrie
|
10
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
D
|
3.2
|
2852
|
2562, 3311
|
2
|
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
287
|
259, 331
|
B
|
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
|
30
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
287
|
259, 331
|
B
|
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
|
30
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
29
|
27, 28, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
29
|
27, 28, 33
|
0
|
Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
29
|
27, 28, 33
|
1
|
- p.o. < 2.000 m2
|
30
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
D
|
3.2
|
30
|
26, 28, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
|
|
|
|
|
30
|
26, 28, 33
|
A
|
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
|
30
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
31
|
26, 27, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
|
314
|
272
|
|
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
|
100
|
30
|
100
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
32
|
26, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
|
321 t/m 323
|
261, 263, 264, 331
|
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.
|
30
|
0
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
D
|
3.1
|
3210
|
2612
|
|
Fabrieken voor gedrukte bedrading
|
50
|
10
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
33
|
26, 32, 33
|
-
|
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
|
33
|
26, 32, 33
|
A
|
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
|
30
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
34
|
29
|
|
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
|
343
|
293
|
|
Auto-onderdelenfabrieken
|
30
|
10
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
35
|
30
|
-
|
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
|
351
|
301, 3315
|
0
|
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
351
|
301, 3315
|
1
|
- houten schepen
|
30
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
351
|
301, 3315
|
2
|
- kunststof schepen
|
100
|
50
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
|
3.2
|
352
|
302, 317
|
0
|
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
352
|
302, 317
|
1
|
- algemeen
|
50
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
354
|
309
|
|
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
|
30
|
10
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
355
|
3099
|
|
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
|
30
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
D
|
3.2
|
36
|
31
|
-
|
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
|
|
|
|
361
|
310
|
1
|
Meubelfabrieken
|
50
|
50
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
D
|
3.2
|
361
|
9524
|
2
|
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
|
0
|
10
|
10
|
|
|
0
|
|
10
|
|
1
|
362
|
321
|
|
Fabricage van munten, sieraden e.d.
|
30
|
10
|
10
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
363
|
322
|
|
Muziekinstrumentenfabrieken
|
30
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
364
|
323
|
|
Sportartikelenfabrieken
|
30
|
10
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
365
|
324
|
|
Speelgoedartikelenfabrieken
|
30
|
10
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
3663.1
|
32991
|
|
Sociale werkvoorziening
|
0
|
30
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
3663.2
|
32999
|
|
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
|
30
|
10
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
D
|
3.1
|
40
|
35
|
-
|
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
|
40
|
35
|
B0
|
bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
40
|
35
|
B1
|
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie
|
100
|
50
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
40
|
35
|
B2
|
- vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa
|
50
|
50
|
100
|
|
|
30
|
R
|
100
|
|
3.2
|
40
|
35
|
C0
|
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
|
|
|
|
|
|
|
40
|
35
|
C1
|
- < 10 MVA
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
40
|
35
|
C2
|
- 10 - 100 MVA
|
0
|
0
|
50
|
C
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
40
|
35
|
C3
|
- 100 - 200 MVA
|
0
|
0
|
100
|
C
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
40
|
35
|
D0
|
Gasdistributiebedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
40
|
35
|
D5
|
- gasontvang- en -verdeelstations, cat. D
|
0
|
0
|
50
|
C
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
40
|
35
|
E0
|
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
40
|
35
|
E1
|
- stadsverwarming
|
30
|
10
|
100
|
C
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
41
|
36
|
-
|
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
41
|
36
|
A0
|
Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
41
|
36
|
A2
|
- bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling
|
10
|
0
|
50
|
C
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
41
|
36
|
B0
|
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
41
|
36
|
B1
|
- < 1 MW
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
41
|
36
|
B2
|
- 1 - 15 MW
|
0
|
0
|
100
|
C
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
45
|
41, 42, 43
|
-
|
BOUWNIJVERHEID
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
45
|
41, 42, 43
|
0
|
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²
|
10
|
30
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
45
|
41, 42, 43
|
1
|
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
45
|
41, 42, 43
|
2
|
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²
|
10
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
45
|
41, 42, 43
|
3
|
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
50
|
45, 47
|
-
|
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
|
501
|
451
|
|
Groothandel in vrachtauto's (incl. import)
|
10
|
10
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
5020.4
|
45204
|
A
|
Autoplaatwerkerijen
|
10
|
30
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
5020.4
|
45204
|
C
|
Autospuitinrichtingen
|
50
|
30
|
30
|
|
|
30
|
R
|
50
|
|
3.1
|
51
|
46
|
-
|
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5121
|
4621
|
0
|
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders
|
30
|
30
|
50
|
|
|
30
|
R
|
50
|
|
3.1
|
5123
|
4623
|
|
Grth in levende dieren
|
50
|
10
|
100
|
C
|
|
0
|
|
100
|
|
3.2
|
5124
|
4624
|
|
Grth in huiden, vellen en leder
|
50
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
50
|
|
3.1
|
5125, 5131
|
46217, 4631
|
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
|
30
|
10
|
30
|
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
5132, 5133
|
4632, 4633
|
|
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
|
10
|
0
|
30
|
|
|
50
|
R
|
50
|
|
3.1
|
5134
|
4634
|
|
Grth in dranken
|
0
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5135
|
4635
|
|
Grth in tabaksprodukten
|
10
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5136
|
4636
|
|
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
|
10
|
10
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5137
|
4637
|
|
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
|
30
|
10
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5138, 5139
|
4638, 4639
|
|
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
|
10
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
514
|
464, 46733
|
|
Grth in overige consumentenartikelen
|
10
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
5148.7
|
46499
|
0
|
Grth in vuurwerk en munitie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5148.7
|
46499
|
1
|
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
|
10
|
0
|
30
|
|
|
10
|
V
|
30
|
|
2
|
5148.7
|
46499
|
2
|
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
|
10
|
0
|
30
|
|
|
50
|
V
|
50
|
|
3.1
|
5148.7
|
46499
|
5
|
- munitie
|
0
|
0
|
30
|
|
|
30
|
|
30
|
|
2
|
5151.1
|
46711
|
0
|
Grth in vaste brandstoffen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5151.1
|
46711
|
1
|
- klein, lokaal verzorgingsgebied
|
10
|
50
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
5151.3
|
46713
|
|
Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)
|
100
|
0
|
30
|
|
|
50
|
|
100
|
|
3.2
|
5152.2 /.3
|
46722, 46723
|
Grth in metalen en -halffabrikaten
|
0
|
10
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
5153
|
4673
|
0
|
Grth in hout en bouwmaterialen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5153
|
4673
|
1
|
- algemeen: b.o. > 2000 m²
|
0
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
5153
|
4673
|
2
|
- algemeen: b.o. <= 2000 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
5153.4
|
46735
|
4
|
zand en grind:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5153.4
|
46735
|
5
|
- algemeen: b.o. > 200 m²
|
0
|
30
|
100
|
|
|
0
|
|
100
|
|
3.2
|
5153.4
|
46735
|
6
|
- algemeen: b.o. <= 200 m²
|
0
|
10
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5154
|
4674
|
0
|
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
|
|
|
|
|
|
|
|
5154
|
4674
|
1
|
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
|
0
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
5154
|
4674
|
2
|
- algemeen: b.o. < = 2.000 m²
|
0
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
5155.1
|
46751
|
|
Grth in chemische produkten
|
50
|
10
|
30
|
|
|
100
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
5155.2
|
46752
|
|
Grth in kunstmeststoffen
|
30
|
30
|
30
|
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
5156
|
4676
|
|
Grth in overige intermediaire goederen
|
10
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
5157
|
4677
|
0
|
Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
|
10
|
30
|
100
|
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
5157
|
4677
|
1
|
- autosloperijen: b.o. <= 1000 m²
|
10
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
5157.2/3
|
4677
|
0
|
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²
|
10
|
30
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
D
|
3.2
|
5157.2/3
|
4677
|
1
|
- overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²
|
10
|
10
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
518
|
466
|
0
|
Grth in machines en apparaten:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
518
|
466
|
1
|
- machines voor de bouwnijverheid
|
0
|
10
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
518
|
466
|
2
|
- overige
|
0
|
10
|
50
|
|
|
0
|
|
50
|
|
3.1
|
519
|
466, 469
|
|
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
|
0
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
60
|
49
|
-
|
VERVOER OVER LAND
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6021.1
|
493
|
|
Bus-, tram- en metrostations en -remises
|
0
|
10
|
100
|
C
|
|
0
|
|
100
|
D
|
3.2
|
6023
|
493
|
|
Touringcarbedrijven
|
10
|
0
|
100
|
C
|
|
0
|
|
100
|
|
3.2
|
6024
|
494
|
0
|
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²
|
0
|
0
|
100
|
C
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
6024
|
494
|
1
|
- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
|
0
|
0
|
50
|
C
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
603
|
495
|
|
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
D
|
2
|
63
|
52
|
-
|
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6311.2
|
52242
|
0
|
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6311.2
|
52242
|
2
|
- stukgoederen
|
0
|
10
|
100
|
|
|
50
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
6312
|
52102, 52109
|
A
|
Distributiecentra, koelhuizen
|
30
|
10
|
50
|
C
|
|
50
|
R
|
50
|
D
|
3.1
|
6312
|
52109
|
B
|
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
6321
|
5221
|
2
|
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
|
10
|
0
|
100
|
C
|
|
30
|
|
100
|
|
3.2
|
64
|
53
|
-
|
POST EN TELECOMMUNICATIE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
641
|
531, 532
|
|
Post- en koeriersdiensten
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
642
|
61
|
A
|
Telecommunicatiebedrijven
|
0
|
0
|
10
|
C
|
|
0
|
|
10
|
|
1
|
71
|
77
|
-
|
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
|
712
|
7712, 7739
|
|
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)
|
10
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
713
|
773
|
|
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
|
10
|
0
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
D
|
3.1
|
714
|
772
|
|
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
|
10
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
30
|
D
|
2
|
72
|
62
|
-
|
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
|
|
|
|
|
|
|
|
72
|
58, 63
|
B
|
Datacentra
|
0
|
0
|
30
|
C
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
74
|
63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82
|
-
|
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
747
|
812
|
|
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
|
50
|
10
|
30
|
|
|
30
|
|
50
|
D
|
3.1
|
7481.3
|
74203
|
|
Foto- en filmontwikkelcentrales
|
10
|
0
|
30
|
C
|
|
10
|
|
30
|
|
2
|
90
|
37, 38, 39
|
-
|
MILIEUDIENSTVERLENING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9001
|
3700
|
B
|
rioolgemalen
|
30
|
0
|
10
|
C
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|
9002.1
|
381
|
A
|
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.
|
50
|
30
|
50
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
9002.1
|
381
|
B
|
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
|
30
|
30
|
50
|
|
|
30
|
R
|
50
|
|
3.1
|
9002.2
|
382
|
A0
|
Afvalverwerkingsbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9002.2
|
382
|
A2
|
- kabelbranderijen
|
100
|
50
|
30
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
9002.2
|
382
|
A4
|
- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
|
50
|
10
|
30
|
|
|
10
|
|
50
|
|
3.1
|
9002.2
|
382
|
A5
|
- oplosmiddelterugwinning
|
100
|
0
|
10
|
|
|
30
|
R
|
100
|
D
|
3.2
|
9002.2
|
382
|
A7
|
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
|
10
|
10
|
30
|
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
9002.2
|
382
|
C0
|
Composteerbedrijven:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9002.2
|
382
|
C3
|
- belucht v.c. < 20.000 ton/jr
|
100
|
100
|
100
|
|
|
10
|
|
100
|
|
3.2
|
93
|
96
|
-
|
OVERIGE DIENSTVERLENING
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9301.1
|
96011
|
A
|
Wasserijen en strijkinrichtingen
|
30
|
0
|
50
|
C
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
9301.1
|
96011
|
B
|
Tapijtreinigingsbedrijven
|
30
|
0
|
50
|
|
|
30
|
|
50
|
|
3.1
|
9301.2
|
96012
|
|
Chemische wasserijen en ververijen
|
30
|
0
|
30
|
|
|
30
|
R
|
30
|
|
2
|
9301.3
|
96013
|
A
|
Wasverzendinrichtingen
|
0
|
0
|
30
|
|
|
0
|
|
30
|
|
2
|