direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kernen Maasdonk, herziening De Bendels ongenummerd 3 woningen te Nuland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPKM2011DN000051-01VA

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Grondwaterbeschermingsgebied
6.1.1 Doeleinden

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied" geldt dat zij mede dienen voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.

6.1.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden op de in sublid 6.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden;
    • 2. het uitvoeren van diepe grondbewerkingen;
    • 3. het verrichten van bodemonderzoek;
    • 4. het infiltreren van water;
    • 5. het uitvoeren van werken in het kader van ontwatering, bronnering of grondwaterwinning;
    • 6. het aanbrengen van ondergrondse leidingen, constructies en apparatuur.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van het grondwater voor de drinkwatervoorziening en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen;
  • c. een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van het waterleidingbedrijf.
  • d. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a is niet vereist voor:
    • 1. een werk of werkzaamheden, die behoren tot het normale onderhoud en beheer;
    • 2. een werk of werkzaamheden, die op het moment van het inwerkingtreden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat moment geldende dan wel aangevraagde vergunning.

6.1.3 Provinciale milieuverordening

Op de in sublid 6.1.1 bedoelde gronden is tevens de provinciale milieuverordening van toepassing.