direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Maasdonk, herziening Loonsestraat 8 Nuland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPBG2010PP000016-01VA

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch grondgebruik;
  • b. extensief recreatief medegebruik;
  • c. behoud, herstel en versterking van cultuurhistorische en landschappelijke waarden, waaronder wordt verstaan:
    • 1. landbouwgronden met een besloten of halfopen landschapsstructuur;
    • 2. solitaire bomen, onverharde wegen en paden met houtwallen, boomsingels en hoogstamfruit,

met de daarbijbehorende:

  • d. verkeersvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van het agrarisch grondgebruik, met een maximale bouwhoogte van 2 m.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) van het bevoegd gezag op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren :
    • 1. het rooien en kappen van houtopstanden, bomen, struiken of heesters, behoudens het oogsten van teelten;
    • 2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 4. het aanleggen van paardenbakken.

  • b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing:
    • 1. op werken of werkzaamheden waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    • 2. op werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
    • 3. op werken of werkzaamheden welke betreffen het normale onderhoud;
    • 4. indien die werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, dan wel in verband met het extensief recreatief medegebruik.

  • c. De in sub a genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien:
    • 1. door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals bedoeld in lid 3.1niet onevenredig aangetast worden;
    • 2. die werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met de agrarische bedrijfsvoering, dan wel in verband met het extensief recreatief medegebruik, dan wel in verband met herstel, behoud of versterking van landschappelijke en/of ecologische waarden.